Ketel, koelkast, kurkentrekker, kilometerteller. Alle voorwerpen hebben een naam. Of zouden die moeten hebben. Dat is althans de opdracht van één van de minder gekende federale diensten, het
Nationaal Instituut voor Naamgeving en Titulatuur (NINT). Ambtenaren van het NINT trekken -altijd per twee: een Nederlandstalige en een Franstalige beëdigde functionaris- door het land en inventariseren de voorwerpen die ze op hun weg vinden. De ambtenaren scannen de voorwerpen waarvan ze menen dat ze geen naam hebben. Die gegevens worden vervolgens verzonden naar de centrale diensten van het NINT in Brussel, waar ze worden vergeleken met het
Nationale Namenregister. Wanneer het om een nieuw, nog niet van een naam voorzien voorwerp gaat, worden de gegevens overgemaakt aan de
Permanente Commissie voor Nieuwe Naamgeving en Titulatuur die dan alsnog twee namen bedenkt -Nederlands en Frans- voor het nieuw geïnventariseerde voorwerp.
Goed toch dat er iemand zich met dat soort dingen bezighoudt.
Het prentje: Twee NINT-ambtenaren, de Nederlandstalige Fernanda Van Haeverbeke en de Franstalige Vanessa Lepoint, tijdens hun dagelijkse inventariseringswerk, hier tijdens de eerste wintermaanden van dit jaar.