vrijdag 31 oktober 2008

Spiegelbeeld


Het is de Britse humanisten menens. Atheïsten hebben zich te lang voor hun overtuigingen geschaamd, vinden ze. Tijd om, net als de gelovigen, de Goede Boodschap uit te dragen. Begin 2009 start een advertentiecampagne op de Londense bussen: There's probably no god. Now stop worrying and enjoy your life.

Leuke slogan, mooie gedachte. Maar moet dat nu zo nodig: het atheïsme verspreiden via affiches op de bus? De organiserende Britse Humanistenvereniging wijst er op dat er nu al de hele tijd op metro's, treinen en bussen reclame wordt gemaakt voor alle mogelijke geloven en religies. Een geval van poets wederom poets, dus.

Ieder het zijne, natuurlijk. Maar alsjeblief, vrienden atheïsten: hou het bij deze ene keer. Kom bijvoorbeeld niet op het lumineuze idee om op zondagmorgen bij de mensen aan te bellen om ze het Goede Woord te brengen. Dat doen, effectief, de gelovigen ook. Maar, zoals moeders aller landen hun kroost meegeven: het is niet omdat Pietje in het water springt dat jij dat ook moet doen.

Het probleem met het idee van atheïsme was altijd al dat het een louter negatieve invulling kreeg en daardoor eigenlijk het spiegelbeeld vormde van wat het bestreed. En nu dreigt het zich ook in zijn gedragingen helemaal aan de gelovigen te spiegelen. Niet doen. Now stop worrying and enjoy your life.

donderdag 30 oktober 2008

Eind goed, al goed?


Er moet een moment geweest zijn waarop de man uit onderstaand bericht (De Standaard, 29.10.08) doorhad: dit gaat niet goed.

In mentaal enigszins oververhitte toestand leek het de man in kwestie wellicht wel wat: je meest private deel door een metalen ring wurmen, onderwijl, nemen we aan, de verbeelding de vrije loop latend. Alleszins een nieuwe ervaring. En wie weet -wij zijn absolute leken in die materie- gaf dat in het begin ook wel wat. En dan het moment waarop de man besloot: héhé, dat hebben we dan ook weer gehad. En vervolgens de schok: shit, dat rotding wil er niet meer af.

Wat doe je dan? Insmeren met bruine zeep? Er koud water op gieten? De metalen ring proberen te verwarmen zonder je deel in de fik te steken? Wellicht besluit je na de eerste aanvallen van radeloosheid even te temporiseren. Beetje geduld oefenen: we zijn enigszins over onze toeren. We proberen het straks gewoon opnieuw en dan zal het wel lukken. Ons ding is er in gegaan, dus moet het er ook weer uit kunnen.

Sigaretje roken, even televisiekijken, plantjes water geven. Idee! Misschien helpt een frisse douche! Daar worden mannelijke delen altijd wat schuchter van. Verdommeverdommeverdomme. Ook dat helpt niet. Wat nu? Zo kun je toch niet onder de mensen te komen? Hoe kan je in godsnaam tegen een hulpverlener of dokter zeggen: euh, mijn ding zit klem, kan u het er even uithalen?

En dan begin je te merken dat je toch iets zal moeten doen. Je mannelijk deel begint namelijk vreemde kleuren te krijgen en op een rare manier te pulseren. Help! Op sommige plaatsen wordt het zelfs enigszins zwart en gevoelloos. Dit is helemaal geen goed teken. En dan toch maar alle moed bijeen verzamelen en telefoneren naar de hulpdiensten. En met een klein stemmetje uitleggen wat het probleem is en het beste hopen.

Dat, lezer, ging er, denken we, om in het hoofd van de niet nader gespecifieerde 73-jarige man uit het Amerikaanse Newburgh, die de brandweer belde om zich uit een wel heel ongewone, maar daarom niet minder oncomfortabele situatie te redden. Onze ondernemende bejaarde had -geen detail wordt ons bespaard- 'een stalen ring van 2,5 centimeter lang rond zijn penis geschoven, met een diameter van 3 centimeter en een dikte van 6 millimeter'.

Eerst reden ze met hem naar het plaatselijke ziekenhuis. Maar daar konden ze niet helpen, omdat er geen geschikt gereedschap voor handen was. Omdat de penis al vervaarlijk begon te zwellen werd, ten einde raad, de brandweer erbij gehaald. Die gebruikte, dit laten we graag brandweercommandant Scott Mandoske deskundig uitleggen, 'een pneumatische zaag, waarmee normaal slachtoffers uit autowrakken worden bevrijd'.

In de krant sluiten ze het bericht als volgt af: 'Het duurde negentig minuten om de ring beetje bij beetje door te knippen. Even werd gevreesd dat de man zijn orgaan zou verliezen doordat de bloedcirculatie te lang onderbroken was, maar de 73-jarige kwam helemaal ongeschonden uit het avontuur'.

Eind goed, al goed?

woensdag 29 oktober 2008

Lake Wobegon


Garrison Keillor is een man van meerdere talenten. Hij is ondermeer de verzinner van het fantastische all-American dorpje Lake Wobegon, waar all the women are strong, all the men are good looking, and all the children are above average. Wie nooit één van de Lake Wobegon-boeken las: nu het weer winter wordt, ideaal gezelschap.

Keillor presenteert ook al een eeuwigheid een, nemen we aan, bijzonder leuke radioshow, A Prairie Home Companion, een programma waarin het lijkt of de jaren veertig nooit zijn voorbijgegaan. Onze kennis van de show is grotendeels gebaseerd op de erg sympatieke gelijknamige film uit 2006 (zie prentje). Daarin speelt Garrison zichzelf en doet dat meer dan behoorlijk.

Wij hebben het wel voor Keillor. En dus, zomaar, een gedichtje. Want, leren we nu, Keillor publiceert ook nog eens af en toe een bundeltje sonetten (Sonnets, 1983–2008, Common Good Books).

My Career in Radio

I’m a radio man for thirty-some years
In St. Paul, an old variety show
Like those I used to hear, my dears,
When I was a child long ago.
To critics, my show is peppered
With little bits of Bob & Ray,
Jack Benny, and Jean Shepherd,
But those critics are dying (Hooray!)
And to twenty-year-olds who were born
Too late to hear the great Fred Allen
I am the master of the form,
Sailing the airwaves like Magellan.
If a thief escapes and is not hung
He may be honored by the young.


Zo uit de mode geraken dat je weer helemaal mee bent. En, als die mode dan wel weer voorbij is, toch gewoon blijven voortdoen wat je altijd al deed. Een mooi ideaal.

dinsdag 28 oktober 2008

Bommelerwaard


Hoezo, menselijk gedrag onvoorspelbaar? Sommige dingen behoeven erg weinig uitleg en verbeelding. Als er stroompanne is, dan vervelen nogal wat mensen zich. En dan gaan ze maar wat vroeger naar bed. En dan komt van het één het ander. Dat lees je vandaag in Trouw .

De grote stroomstoring die de Bommeler- en Tielerwaard vorig najaar trof, heeft geleid tot een heuse geboortegolf. Ruim negen maanden na dato zijn er in de gemeente Maasdriel 44 procent meer baby's geboren dan in dezelfde periode een jaar eerder. In omringende gemeenten waar geen stroomstoring was, bleven de geboortecijfers volgens onderzoek van BNR-Nieuwsradio hetzelfde of namen ze af.

"In de maand september was het hartstikke druk", zegt kraamverzorgster Brendy Kouwenberg dinsdag op de zender. "De baby's vielen gewoon uit de boom."

Een Apache-helikopter van Defensie vloog op 12 december tegen een elektriciteitsmast aan. Daardoor zaten tienduizenden huishoudens ruim twee dagen zonder stroom.


Bommelerwaard: waar de baby's uit de bomen vallen.

maandag 27 oktober 2008

Accordeonisme


Het gebeurt niet zo vaak dat in een ernstige muziekencyclopedie (Grove's Dictionary of Music and Musicians) het geluid van een instrument als "quite the most unpleasant musical sound ever devised" wordt omschreven. Die trieste eer viel in de editie van 1954 van bovenvermeld muzikaal naslagwerk de accordeon te beurt. Oprechte liefhebbers van het instrument in kwestie zijn daarover nog altijd verontwaardigd. Wij dus ook.

Het is met de accordeon als met de gewone volksmens. Voor ongeveer elke bevolkingscategorie bestaat een belangengroep die erover waakt dat dat er niets verkeerds over wordt gezegd. Behalve voor de gewone volksmens. Die kan je zonder problemen uitbeelden als zijnde dom, slecht gekleed, racistisch of vrouwonvriendelijk. Doe hetzelfde met moslims, homo's of gehandicapten, en je hebt een proces aan je been.

Ook over accordeons mag je lelijke dingen zeggen zonder je iets van de gevolgen te moeten aantrekken. Als je zegt dat violen op je zenuwen werken en de klank van een klavecimbel niet wezenlijk verschilt van die van een roestige bak met oude spijkers, sta je voortaan bekend als een cultuurbarbaar. Wie de accordeon uitlacht, geeft zichzelf meteen een brevet van goede smaak en onderscheidingsvermogen.

Het zit ons hoog, zoveel is duidelijk.

Vrijdag verscheen in NRC een bespreking van een ongetwijfeld formidabel boekwerk. Sander Neijnens schreef de geschiedenis van de Stradivarius onder de accordeons: de Giulietti. Kenners worden lyrisch van het karakteristieke Giulietti-geluid. Dat boekje -zo meteen alle gegevens waar je het kan kopen en bestellen- vindt de recensent heel erg mooi en interessant. Fijne wetenswaardigheden over hoe je een accordeon maakt, inspirerende passages over vakmanschap, mooie foto's van handwerkslieden. Maar, merkt de recensent op, jammer dat er ook een CD bij zit. En nu komt het:

"Wat een zenuwenmuziek. Ik betrapte me erop dat ik vooral de oren spitste als de accordeon eindelijk even zweeg. Zo ontdekte ik dat er, voor mij, althans iets bestaat dat nog mooier en mysterieuzer is dan het Giuletti-geluid: de afwezigheid van het Giuletti-geluid."

Sprakeloos zijn we. Maar goed, het leven gaat verder. Alles over het boekje (en de CD) kom je hier te weten. Het is in eigen beheer uitgegeven bij Letter en Beeld, een ambachtelijke boekmaker. Je kunt het kopen in twee specifieke winkels in Tilburg of bestellen via het net. Hier meer informatie, uit het Brabants Dagblad.

De auteur, Sander Neijens, viel voor de accordeon tijdens een optreden, eind jaren tachtig, van Ry Cooder. Niet de gitaar van Cooder maakte de meeste indruk, maar het accordeonspel van Flaco Jimenez (prentje). En daarom een fijn stukje muziek (filmpje) van, inderdaad, diezelfde Flaco Jimenez. En ook nog een interview met Flaco, hier na te lezen. En Flaco's website. Alles voor het accordeonisme.

zondag 26 oktober 2008

26 oktober 2007


Lieve lezer,

Op 26 oktober 2007 schreven we ons eerste stukje. En we ontvouwden ons programma: één jaar lang dagelijks gekabouter. Almaar kleiner groeien. Tot er niets meer overblijft.

Dat jaar is nu voorbij. Is alles effectief opgekabouterd? Zijn we inderdaad almaar kleiner gegroeid? Blijft er nog iets over? Houdt het hier op?

Enerzijds had het wel wat, dat jaar. Anderzijds lokken soms ook wel eens nieuwe vergezichten. En dus is er de afgelopen weken een beetje getwijfeld of we er nog mee doorgaan. Maar net dat twijfelen vonden we niet slim. Als je er teveel bij nadenkt, werkt het niet meer. Dat is zo met de meeste fijne dingen in het leven. Daarom doen we gewoon voort en zien we wel waar we uitkomen. Zolang wij het leuk vinden blijft het duren.

En we hopen uiteraard van U hetzelfde.

pst.

zaterdag 25 oktober 2008

Socialistisch voetballen


Je leert nog het meest van boeken waar je het niet mee eens bent. Dan wordt je uitgedaagd na te denken.

Tegenwoordig zijn we het graag oneens met de Franse filosoof Jean-Claude Michéa. In tegenstelling tot zowat alle andere hedendaagse Franse filosofen schrijft Michéa leesbare boeken. Het feit dat Michéa, net als wij, een groot fan is van George Orwell heeft daar vermoedelijk veel mee te maken. Van Orwell leer je dat wat je schrijft, zo transparant moet zijn als een versgepoetst vensterraam.

Michéa is een ouderwets socialist. Hij is een rabiaat tegenstander van alles wat met liberalisme kan worden geassocieerd. Maar Michéa is vooral ook tegen modieus links, dat zijn neus ophaalt voor de mensen namens wie het geacht wordt te spreken. Michéa houdt van alles wat volks en doorleefd is. Ondermeer van voetbal. Overigens: vader Michéa was sportjournalist bij L'Humanité, de krant van de Franse communisten. Dat is iets waar we wel een beetje jaloers op zijn.

Zoon Michéa schreef ook een boekje over voetbal en laat zich regelmatig over het onderwerp horen. Wat er mis is met het hedendaagse voetbal, is dat het liberaal is geworden, meent Michéa. Er wordt gespeeld om niet te verliezen, want de belangen zijn zo groot geworden. Dus wordt er verdedigend gespeeld en wordt de spelvreugde opgeoffeerd aan het resultaat. Typisch liberaal, aldus Michéa.

Kan je dan ook socialistisch voetballen? Michéa verwijst naar het legendarische Hongaarse voetbalteam dat, onder aanvoering van Ferenc Puskas (zie prentje), in de eerste helft van de jaren 1950 blijkbaar bijzonder effectief, maar ook bijzonder aanvallend en mooi speelde. Jammer genoeg hebben wij die Hongaren nooit aan het werk gezien. Michéa, gelet op zijn geboortedatum: 1950, vermoedelijk ook niet. Op het net vind je dit tribuutfilmpje over Puskas en dit matchverslag (Engeland-Hongarije in 1953: 3-6), dat een idee geeft van wat we hebben gemist. Soit.

En wat denken wij van het idee van socialistisch voetballen? Het klinkt goed: voetballen omwille van het spel en de spelvreugde en dus aanvallend, zonder je iets van het eventuele resultaat aan te trekken. Maar dat, vrezen we, klopt niet: het resultaat maakt deel uit van de spelvreugde. Je speelt om te winnen. En om te kunnen winnen moet je ook een solide verdediging optrekken. Voetballen, liberaal of socialistisch, blijft voetballen.

Duimen voor onze jongens dit weekeinde! Maccabi won vorige week thuis magistraal met 4-0 van Wintam. Deze week gaat de reis naar Sparta Linkeroever. Maccabi staat tweede, Sparta staat een stuk lager in de klassering. Dat zou dus moeten lukken.

vrijdag 24 oktober 2008

Goed van Danny!


Ook dieven denken wel eens aan hun medemens, leren we vandaag uit de krant. In De Standaard (24.10.08) lezen we dat De Post dagelijks 250 gestolen portefeuilles binnenkrijgt. Dieven en zakkenrollers, zo blijkt, droppen steeds vaker gestolen goederen en documenten in de rode brievenbussen langs de straat. En het allermooiste: bij De Post is er een meneer, Danny Tuypens, die meticuleus uitzoekt over wiens eigendommen het gaat en hoe die terug bij hun baasje kunnen geraken. Goed van Danny!

De Post vindt dagelijks 250 gestolen portefeuilles in zijn rode bussen. De dienst 'Onbestelbare Stukken' spoort de eigenaars op. 'Het is vaak echt detectivewerk', zegt Danny Tuypens in Brussel X. Danny zit met een vergrootglas in de hand. 'Ik kreeg vandaag onder andere een stapeltje gestolen foto's op mijn bureau. Ze zijn duidelijk genomen tijdens een bruiloft. Er zit gelukkig een buitenopname bij. Zie je, aan die muur hangt een bord. Met het vergrootglas erop lees ik dat het bord aan het gemeentehuis van Elsene hangt.'

'Verder in het pakje zit een foto met daarop een tamelijk bekende presentatrice van de Franstalige televisie. Het is puur toeval dat ik die mevrouw herken. Straks vind ik haar naam wel op het internet. Op de keerzijde van de foto's staat de datum waarop ze zijn afgedrukt. Als je al die informatie samenbrengt, kunnen ze op het gemeentehuis van Elsene allicht zeggen van wie die foto's zijn.'

De code schrijft voor dat alles in een envelop moet en - op kosten van De Post - teruggestuurd wordt naar de eigenaar. Soms bezorgt die een doos pralines, als blijk van dank. Voor teruggevonden bankkaarten en paspoorten en identiteitskaarten zullen de 'postspeurders' nooit pralines krijgen, want die stukken moeten ze opsturen naar de instellingen die ze uitgaven. 'Wij hebben ook niet het recht om zo'n gestolen bankkaart te blokkeren', zegt Michel Stevens, die zich dagelijks door een berg van minstens vijftig gedropte portefeuilles werkt. 'Alleen de eigenaar van die kaart mag dat doen.'

Het lukt niet altijd om de eigenaars op te sporen. Danny Tuypens neemt een gsm die vorige nacht in een bus is gedropt. 'Op het schermpje staat een foto van een Afrikaanse persoon. Dat noteren we. Alle goederen waarvan we de eigenaar niet vinden, gaan naar de centrale klantendienst. Daar kunnen gedupeerden gaan kijken of hun gestolen goed er niet bij zit. Dan is het handig als je een specifieke kenmerk kan noemen. Zoals: mijn foto staat op het scherm van die gsm.


Toch een enigszins vrolijk stemmend bericht. Ook dieven denken wel eens aan hun medemens.

donderdag 23 oktober 2008

Pete Molinari


Toen we nog veel jonger waren, lagen de dingen meestal nog ingewikkelder. De liefde, bijvoorbeeld. Hoe maakte je het uit zonder af te gaan als een absolute ploert? Nooit gevonden hoe dat moest. Wel geleerd hoe je het beter niet aanpakt.

Niet zeggen dat je niet goed genoeg bent voor haar, dat je veel te ingewikkeld in elkaar zit, dat ze een beter mens verdient. Het soort meisje waar je vanaf wil, ziet dat net als een uitdaging. Meteen ben je een project: de Gekwelde Ziel die in goede banen moet worden geleid. In plaats van een vrij mens te worden, ben je uren kwijt aan Goede Gesprekken. Net wat je niet wou.

Pete Molinari -kwatongen zeggen: alles gestolen van Dylan- weet dat nog niet. Pete Molinari is nog jong. In dit liedje (filmpje) probeert hij zich uit een liefde zonder toekomst te manoeuvreren, zich verstoppend achter zijn zogezegde Ingewikkelde Aard en Slecht Karakter: I Don't Like The Man That I Am.

Werkt niet, Pete. Dat wordt eindeloos therapeutisch praten. Paul Simon is, wat dit betreft, een betere raadgever: Fifty Ways To Leave Your Lover. Hier in de versie van ... The Muppets ! (filmpje)

woensdag 22 oktober 2008

Geen geweldig sexleven


Een dapper mens vandaag. De Italiaanse journalist Roberto Saviano (zie prentje) staat op de hit-list van de Napolitaanse georganiseerde misdaad omdat hij over ze heeft geschreven. Via via laat de Camorra weten dat ze Saviano, die al een hele tijd onder strenge politiebewaking leeft, voor het einde van het jaar wil vermoorden.

Het beeld dat Saviano schetst van het dagelijkse leven van de cosa nostra is vooral ontluisterend. Mafiosi modeleren hun leven naar de bandietenfilms die ze op dvd hebben gezien. Vrouwelijke gangsters dragen hetzelfde gele trainingspak als dat waarin Uma Thurman in Kill Bill ontelbare Japanse boeven in mootjes haakt. Mafiosi willen wonen in een huis dat er net zo uit ziet als dat van de gangsterbazen in Scarface. Beginnende bendeleden bestuderen heel ernstig Amerikaanse films en apen tics en woordenschat na. Een beetje zielig allemaal.

En ook hun veronderstelde geweldige sexleven valt tegen: "in reality, it is a life of s---. They are always shut inside their homes. They have the same women who they have to share because they do not trust anyone, so it's not true that they are big playboys", aldus Saviano in een interview.

Aan dat soort dingen trek je je, als brave, de wet nalevende burger, op.

dinsdag 21 oktober 2008

Ezelsbibliotheek


Deze mens verdient de hemel. Luis Soriano, van beroep schoolmeester, reist met zijn ezeltjes Alfa en Beto door de binnenlanden van Columbia. Samen vormen ze de Biblioburro, ofte "ezelsbibliotheek". Luis Soriano brengt het boek tot bij de mensen. Ook en vooral naar mensen die daar uit eigen beweging nooit om zouden vragen.

Een mooi en hartverwarmend artikel uit de New York Times. Het soort verhaal waarbij wij moeilijk de ogen droog kunnen houden. Mensen als Luis Soriano zijn moderne heiligen.

Vooral zijn wedervaren tijdens een beroving spreekt tot onze verbeelding. Uitgeschud door struikrovers die, teleurgesteld omdat ze geen geld vinden, besluiten zich dan maar tevreden te stellen met een boek. Welk boek willen bandieten graag hebben? They stole one item from his book pouch: “Brida,” the story of an Irish girl and her search for knowledge, by the Brazilian novelist Paulo Coelho. “For some reason, Paulo Coelho is at the top of everyone’s list of favorites,” said Mr. Soriano.

Columbiaanse beurzensnijders die bij voorkeur boeken lezen van een Braziliaanse new age-schrijver: dat werpt meteen een heel nieuw licht op de problematiek van de globalisering.

zondag 19 oktober 2008

Alles zoop en naaide


Op het prentje: hoe we ons de dolle dagen van mei 1945 voorstellen. Uitgelaten menigten, feest op straat, dames die zich met enthousiasme in de armen van soldaten gooien, mannen die geweldig veel pintjes drinken. Vreugde, opluchting, bevrijding. De oorlog is voorbij, nu begint het leven.

Alles zoop en naaide,
heel Europa was één groot matras
en de hemel het plafond
van een derderangshotel.


dichtte Remco Campert (Dit gebeurde overal, 1962).

Maar hoe was het echt, vroeg de Britse historicus David Kynaston zich af. Hoe beleefden de betrokkenen die feestelijke meimaand? Kynaston verzamelde dagboeken, las oude kranten, boog zich over publieke opinieonderzoek uit die dagen. En de waarheid is, zoals altijd, prozaïscher.

Onze voorouders zeurden wat af, die dagen. De ene vond dat het feest veel te laat duurde, als gevolg waarvan hij niet kon slapen. De andere vond dat het niet lang genoeg duurde, dat de overheid schandelijk in gebreke bleef door geen officieel programma te hebben gepland. Mensen zeurden over de bussen die, als gevolg van het feestgewoel, niet op tijd reden. Over de cafés waar het bier te snel opgeraakte. Over de medeburgers die niet in staat bleken tot waardig vieren of die, volgens anderen, dan weer bewezen stijve harken te zijn.

Mensen zeurden. Dat is eigenlijk hoe we ons geschiedenis moeten voorstellen. Er gebeurt iets dat we later wereldhistorisch belang toedichten, maar de betrokkenen hebben het niet door. Al hun aandacht gaat naar het weer, de televisieprogramma's, hun geburen, hun lief.

En later herschrijven we die gebeurtenis op zo'n manier dat het gezeur over buren, bussen en bier uit het verhaal verdwijnt. Daaropvolgende generaties kennen dan alleen nog de officiële versie en hebben er weer iets bij om over te zeuren: vroeger werden mensen gedreven door grote gevoelens en overtuigingen, nu is er alleen het dagelijkse gemopper over kleinmenselijke probleempjes.

Zeuren: dat is vermoedelijk de grondtoon van de menselijke geschiedenis.

Erg interessant boek : David Kynaston, A World to Build. Austerity Britain, 1945-48.



(In het geciteerde gedicht van Campert zit de dichter in zijn kamertje en schrijft, terwijl buiten liederlijk wordt gefuifd, fijne verzen over de reine berk en zijn bescheiden bladerpracht. De dichter heeft geen lief: dat, en niet het einde van de oorlog, eist zijn aandacht op. Erg realistisch, zou Kynaston besluiten.)

Judo met Putin


Vladimir Putin heeft naar eigen zeggen het beste voor met de Russen. Nu wil hij ze ook nog judo leren. Sport verheft de natie: iedereen de mat op, zodat Rusland weer een wereldmacht wordt. De daad bij het woord voegend publiceerde Putin eerder al een judoboek en nu is er ook de dvd: Judo met Putin.

De filmpjes waarop je Putin de edele judosport ziet beoefenen zijn bijzonder interessant. Je ziet Putin robbertjes vechten met judokampioenen of met kinderen. Nooit met andere gewone judoërs. Hoe komt dat? Dat weten wij.

Als je als potentaat een wedstrijdje fietst, schaakt, judoët of voetbalt, dan doe je dat altijd hetzij tegen kampioenen, hetzij tegen kinderen. Als je tegen kampioenen verliest, denkt iedereen: nogal wiedes. Als je van kinderen verliest, denken mensen: toch sympathiek van de potentaat dat hij dat ukkie liet winnen. Als je van de kampioen wint, knikken mensen bewonderend. Alleen van kinderen mag je niet winnen: dan kom je wel iets te gretig over. Putin wint dan ook nooit van kindjes (filmpje).

Als potentaat treed je nooit tegen een gewone sterveling in het tijdperk. Verlies je, dan taant je glorie. Hmm, denken mensen, zo bijzonder zijn de judokunsten van onze geniale leider dus niet. Dan zullen zijn andere kwaliteiten wellicht ook niet zo fantastisch zijn. Win je van een gewoon burger, dan denkt iedereen: ja, zijn tegenstander moest hem wel laten winnen. En dus kom je er als potentaat weer niet goed uit.

Slimme potentaten treden alleen tegen kampioenen of kinderen in de arena. Onthoud dat voor het leven.

Of Putin slim is, weten we niet. Dat hij een potentaat is, wel. Onderstaand voorval met de hond van Putin spreekt boekdelen. Koni, zo heet het arme dier, loopt sinds deze week rond met een halsband waardoor ze permanent in contact staat met een satelliet.

Baas weet voortaan altijd waar Koni uithangt. Dat vond Putin een leuk idee, toen ze hem de mogelijkheden van de sateliettechnologie uitlegden. Nadat Koni de nieuwe halsband had gepast, merkte vice-premier Ivanov op dat de hond er triest uitzag. Niets van, antwoordde Putin: "ze wuift met haar staart, ze is gelukkig".

Zo ziet de wereld van de potentaat er uit: hij weet wanneer wij gelukkig zijn en hij is gelukkig als hij weet waar wij zijn.

(Het prentje: ook geen goed teken. In Rusland vind je standbeelden van de Geniale Leider in judopak.)

zaterdag 18 oktober 2008

Brave hond


Of honden ook gelovig kunnen zijn, vraagt iemand zich af in het Britse filosofentijdschrift Mind. Dàt is pas een interessante vraag. Op zo'n moment hebben we weer spijt dat we zelf geen talent hebben voor filosofie.

In ons leven waren er twee honden. De ene was duidelijk gelovig, de andere een verstokte godsloochenaar. Die eerste was over werkelijk alles bezorgd. Het brave dier had er een dagtaak aan ons gezin op het rechte pad te houden. Als er een onvertogen woord viel, probeerde ze de ruziënde partijen bij elkaar te brengen. Als er tranen vloeiden, kwam de hond troosten. Het brave dier deelde, wanneer ze snoep kreeg, zelfs haar buit met ons: toe kleine baas, jij moet nog groeien. Die hond was onmiskenbaar gelovig. Als er een hemel bestaat, maakt ze daar nu leuke ommetjes met een vriendelijke engel.

De tweede hond was grover besnaard. Die geloofde in niets. Eigenlijk ook niet in de mensen. Ok, wij vulden zijn etensbak en gingen mee uit wandelen, maar als het even kon: dan liever zonder ons. Die hond, een teken van karakter ongetwijfeld, bleef tot ver in zijn oude dag -en het beestje werd achttien- periodiek de bestaande verhoudingen in vraag stellen. Baas zegt, dat mag niet: dat zien we dan nog wel. Baas zegt, niet in deze zetel: dan gaan wij gewoon in die zetel liggen en baas ziet maar hoe ze ons daar uit krijgen. Die hond was, het moet duidelijk zijn, niet gelovig.

Of honden ook gelovig kunnen zijn: wat denken de filosofen? Lisa Bortolotti van de Universiteit van Birmingham wierp de vraag op en hier lees je hoe zij het ziet. Samengevat: honden hebben geen taal en hebben dus niet de denkcategorieën die wij gebruiken. En dus kunnen we niet weten wat een hond denkt of gelooft.

Wittgenstein -gek dat Lisa daar niet naar verwijst- gebruikte daarvoor een mooi beeld: als een leeuw kon praten, zouden we hem niet begrijpen. Stephen Budiansky (If a Lion Could Talk: Animal Intelligence and the Evolution of Consciousness, Free Press, 1998) antwoordt daarop: "If a lion could talk we probably could understand him. He just would not be a lion anymore; or rather, his mind would no longer be a lion's mind."

De eerste hond in ons leven had het vermoedelijk niet makkelijk in een huishouden vol vrijdenkers. Je zag de hond soms zelfs een beetje bezorgd kijken als er weer iets onfraais over de allerhoogste werd beweerd. Baas toch, let wat op, zag je het arme dier dan denken. We zijn er zeker van dat ze 's avonds, in haar mandje, een extra gebedje deed voor haar mensen. God, vergeef ze, want ze weten niet wat ze doen.

Brave hond.

vrijdag 17 oktober 2008

IJslands voor gedupeerden


Een bijzonder attent aanbod van de Nederlandse zender RTL: een basiscursus IJslands voor gedupeerde beleggers. Ook nuttig voor onze felgeplaagde premier die dit weekend naar Reijkjavik trekt om onze centen terug te vragen. In dat geval geeft dat in het IJslands: hvar eru peningarnir mínir?

financiële crisis fjárhagskreppa
geachte bankdirecteur hæstvirti bankastjóri
faillissement gjaldþrot
omvallen falla
failliet gaan verða gjaldþrota
appeltje voor de dorst geyma til seinni tíma
bankafschrift bankabréf
saldo upphæð
devaluatie gildisrýrnun
economie fjárhagur
geld peningar
rekening reikningur
waar is mijn geld? hvar eru peningarnir mínir?
vikingen víkingar
studie van mijn kinderen nám barna minna
voor mijn oude dag fyrir elliárin
pensioen eftirlaun
erfenis arfur
als sneeuw voor de zon verdwenen gufa upp eins og dögg fyrir sólu
met de noorderzon vertrokken hverfa í morgunsárið
onbegrijpelijk óskiljanlegt
onbetrouwbaar ekki hægt að treysta
minister ráðherra
ijs ís
sneeuw snjór
vulkaan eldfjall
geiser hver
EU-lidmaatschap meðlimur í evrópusambandinu
zak door het ijs mistakast

Meer IJslands hier.

Nog een fijn IJslands liedje om het, eh, ijs te breken als het moeilijk onderhandelen wordt: Inní mér syngur vitleysingur (filmpje). In mij zingt een dwaas, aldus de vriendelijke mensen van Sigur Ros. Soms wel een beetje, inderdaad.

donderdag 16 oktober 2008

Vaalserberg, 322 meter


Onze jongens zijn goed bezig. Twee keer na elkaar op verplaatsing gespeeld: 1-1 op Rochus Deurne, 1-3 op Branst. Daardoor staan ze voorlopig derde in het klassement. Mooi zo. De verslagen staan, zoals altijd, op de clubsite.

Op de clubsite werd wat gemord -ondermeer, als we het goed begrepen, door de trainer-over die verslagen. Die zijn soms al eens kritisch. Dat moet -we leven in een vrij land- kunnen. Ylona, de nieuwe verslaggeefster, is de allertrouwste der fans. Altijd op post. Altijd met veel enthousiasme en met luide stem onze jongens aanmoedigend. Zo iemand heeft het recht om, als ze dat gepast vindt, kritisch te zijn. Wij staan achter Ylona.

Trainers: het zijn toch vaak wel een beetje speciale mensen. In de Volkskrant vandaag een interview met de vroegere bondscoach van Noorwegen, Egil Olson.

"Olson is een kleurrijk mens; een voormalige dribbelaar met lang haar en afgezakte kousen. Als student aanhanger van Karl Marx. Voetbal is zijn eerste passie, geografie zijn tweede.

Hij lacht als de ondervrager zijn kennis wil testen. Sinds zijn jeugd leerde hij talloze feiten uit het hoofd. Zo weet hij van elk land ter wereld wat het hoogste punt is. Nederland? Zonder na te denken zegt hij, op het terras in zonnig Oslo: 'Vaalserberg, 322 meter'. Nog eentje dan: oppervlakte? Ruim 41 duizend vierkante kilometer."


Trainers.

(Het prentje: het hoogste punt van Nederland. Vaalserberg, 322 meter)

woensdag 15 oktober 2008

Homo Economicus


Nu alle beterweters het einde van het kapitalisme afkondigen, een enigszins tot scepticisme stemmend bericht.

In het Afrikaanse landje Malawi krijgen ambtenaren die HIV-positief zijn een financiële vergoeding als tegemoetkoming in de medische kosten. Even nadenken. Wat verwacht je dat er gebeurt? Inderdaad. Massa's ambtenaren claimen ineens drager te zijn van HIV, lees je op de blog van Chris Blattman, waar je altijd wel interessante dingen verneemt.

Malawi is suspending its payments to HIV-infected civil servants because so many uninfected people are trying to cash in. A third of Malawi’s 120,000 civil servants have registered as HIV positive. That puts HIV prevalence among government workers at twice the national rate of 14 percent.

Infected civil servants top up their salaries by US$ 35 a month –that’s a 50% slab on top of their average earnings — enough to make many of us change our behaviour. Obviously enough to overcome the stigma that is so often said to stand in the way of any effective HIV programming.


De mens wordt, tot spijt van wie het benijdt, in belangrijke mate gedreven door heel eenvoudige motieven: maximaliseren van baten, minimaliseren van kosten. Homo Economicus.

dinsdag 14 oktober 2008

Handwasdag


Was het al maar morgen! Woensdag is het de eerste Internationale Handwasdag. In meer dan zeventig landen, verspreid over vijf continenten, worden activiteiten georganiseerd om mensen te mobiliseren en te motiveren om geregeld hun handen te wassen met zeep (Trouw, 14.10.08).

Wij wassen vandaag de handen niet meer. Kwestie van morgen een goede beurt te maken op de Handwasdag. Wie ons zo meteen nog tegenkomt is gewaarschuwd.

Het is voor de goede zaak.

maandag 13 oktober 2008

James Mitchell heeft gelijk


Als de oplossing voor een probleem zo ingewikkeld is dat je het eigenlijk niet kan uitleggen, dan heb je er vermoedelijk een probleem bij. Dat is misschien wel het meest verontrustende aan de hele bankencrisis: bankiers die zich in interviews laten ontvallen dat ze eigenlijk ook niet meer wisten waar ze mee bezig waren.

De afgelopen jaren maakte een nieuwe beroepsgroep zijn intrede in de financiële wereld. Jongelui met een doctoraat in de wiskunde of fysica, die uitermate bedreven zijn in het bedenken van bijzonder gesofistikeerde en complexe mathematische modellen. Op een voldoende hoog niveau van abstractie kan je alles in dat soort modellen gieten. Ook de beurs. En dus maakten die jongens modellen en verzonnen ze nieuwe financiële producten die, zoals het model voorspelde, inderdaad geweldige winsten opleverden.

De intrede van de quants, zoals de rekenwonders door de bankiers werden gedoopt, zorgde voor een cultuurschok. Puisterige slungels in hardrock T-shirts, die de hele dag met een hoofdtelefoon op zaten en pizza aten en cola slurpten. Die bankiers het gevoel gaven alsof ze hooguit lagere school hadden gelopen. Die dingen bedachten waar de bankiers zich niets konden bij voorstellen, maar die wel voor hun eindejaarsbonus zorgden.

En toen liep het mis. Het allerergste, merkt een lezer op in The Economist (10.10.08), is niet zozeer dat er zoveel geld verloren is. Erger is al dat talent dat al die jaren verkeerd werd aangewend.

SIR – Many of the mathematical models used in banking were created by scientifically skilled young people who were lured into the banking industry because they could not get those kinds of salaries (and prestige) in research laboratories. Banks have taken much of the cream of the scientific talent in America and Europe, and to what end? The rush to increase profits has come to naught and in many cases led to financial disaster.

Imagine what those young people could have done if they had chosen careers in science and medicine. What innovations might have resulted? What breakthroughs might have been achieved? Instead they were used to create a false financial system that is ruinous for our countries.

James Mitchell
Professor of physics
Université de Rennes I
Rennes, France


James Mitchell heeft gelijk.

(Het prentje: René Magritte, Le fils de l'homme, 1964.)

zondag 12 oktober 2008

De bloemetjes en de bijtjes


Porno kijken zonder je schuldig te moeten voelen! Helemaal gratis. En nog artistiek en ecologisch verantwoord ook. Alsof Sinterklaas en de Kerstman nu al op bezoek komen en in passant ook nog eens je verjaardagscadeau blijken bij te hebben. Some guys have all the luck.

Isabella Rossellini is een gevierde actrice, annex model, die zich bijzonder weinig aantrekt van haar faam en reputatie. Ze steekt haar inmiddels enigszins uitdijende vormen niet weg en treedt bij voorkeur op in alternatieve low budget-producties die, dankzij haar aanwezigheid, op enige media-aandacht kunnen rekenen.

En vooral: ze doet heel erg haar zin. Isabella was als kind al bijzonder geïnteresseerd in de bloemetjes en de bijtjes: ze wou weten hoe insecten de liefde bedreven. Nu beeldt ze dat aanschouwelijk uit, in een reeks kleine filmpjes van telkens ongeveer twee minuten, gratis te bezichtigen op het web.

Aandoenlijke huisvlijt. Isabella verkleed als bij, als spin, als vlieg, in het soort pakje dat kleuters dragen als ze op het jaarlijkse schoolfeest de ouders met een ingestudeerd dansje verblijden (zie prentje). Decors opgetrokken uit karton en ijzerdraad. En als de koninginnebij eitjes legt floepen er pingpongballetjes uit. Zéér low budget.

En dat vinden wij dus leuk. Het geheel van de filmpjes heet Green Porn. Artistiek en ecologisch verantwoord én ook nog eens een excuus om naar Vuile Manieren te kijken. De natuur is wonderbaarlijk.

zaterdag 11 oktober 2008

Wie was Bartjens?


Jongere generaties, opgegroeid met de Vlaamse commerciële televisiezenders, kunnen er zich wellicht geen voorstelling meer van maken hoezeer, in de jaren zeventig, Vlaanderen naar Nederland opkeek.

De Nederlandse televisie was baanbrekend, de Nederlandse kranten en tijdschriften waren beter geschreven, op de Nederlandse radio hoorde je muziek die je hier nooit hoorde. Zelfs de Nederlandse politiek leek oneindig veel interessanter. In Nederland had je D66. Wij hadden Tindemans en Leburton. Dat zegt genoeg.

Jan Terlouw, bij de allerjongste lezers misschien beter bekend als kinderboekenschrijver dan als politicus, maakte in de tweede helft van de jaren zeventig van D66 de partij waar we in Vlaanderen van droomden.

Niet vergeten: economisch ging het in dat decennium van kwaad naar erger. Linkse partijen stelden nationaliseringen in het vooruitzicht om de doodsstrijd van de oude industrieën te rekken. Rechtse partijen benadrukten dat we de markt zijn beloop moesten laten en dat het voortaan allemaal veel minder zou worden. Terlouw had het over technologische vernieuwing en over een nieuwe industriële revolutie. Ja, dan wist je wel waar je bij wou horen.

En hoe zou het nu nog zijn met Jan Terlouw? Deze week kwamen we hem tegen in De Stem, een regionale Nederlandse krant. Terlouw is binnenkort gelegenheidsvoorzitter van het Nationale Hoofdrekendictee en dus laten ze hem daarover aan het woord. En tussendoor vertelt hij ook over taal en spellen behartenswaardige dingen.

Of Terlouw de breed gevoelde zorgen over het niveau van het rekenonderwijs deelt? "Om eerlijk te zijn merk ik bij mijn kleinkinderen niet dat het er zo slecht mee is gesteld. De helft van drievierde kunnen ze gewoon uitrekenen." Maar inderdaad werd er in zijn basisschooltijd meer verlangd, zegt hij. "De sommen die ik kreeg bij het toelatingsexamen voor het Zwols Lyceum, die kun je de kinderen van nu absoluut niet meer voorschotelen. "

Hij wil geen oordeel uitspreken over de stand van het rekenonderwijs, zegt de gewezen minister. "Omdat ik er onvoldoende zicht op heb. Ik constateer wel dat we minder verlangen van de jeugd, bij rekenen én bij taal. Maar de vraag is: is dat erg?" Alsof hij in de Tweede Kamer aan de interruptiemicrofoon staat, geeft hij het antwoord op zijn eigen vraag: "De neergang van het schrijven, dat is erg, ja. Want er is een samenhang tussen je taalbeheersing en je denken."

Aan de uitnodigingen die hij krijgt voor spreekbeurten ziet hij precies tot welke generatie de schrijvers behoren. "Een brief van een studentenvereniging bevat veel meer fouten dan een brief van de katholieke vrouwenvereniging uit Rolde, om maar wat te noemen. Met haar Mulo-diploma uit 1964 kan die mevrouw beter spellen en formuleren dan onze aanstormende academici."

Zo is ook de rekenvaardigheid afgenomen, zegt Terlouw. "Maar nogmaals, of dat nou zo erg is... Die rekenmachientjes zijn er nu eenmaal, het is niet realistisch om die op scholen uit te bannen. Zo werkt het bij ons toch ook? Als ik op reis ga, tik gebruik ik mijn TomTom in plaats van dat ik het op de kaart opzoek, wat toch beter zou zijn voor mijn geografische kennis."

"Allicht kan de jeugd minder goed rekenen, maar daarvoor zal wel iets in de plaats zijn gekomen. Ze beheersen zaken die wij niet beheersten." Vreemde talen misschien? Terlouw trekt een zuinige blik. "Hm. We spreken inderdaad beter Engels of Duits dan de Fransen, maar wat hebben we daarin te melden? De Franse jeugd heeft veel meer kennis over literatuur of filosofie. Mooi hoor, al die talen, maar kunnen we niet beter wat meer geschiedenis leren in plaats van dat basale Frans?"


(Het prentje: het Nationale Hoofdrekendictee van Terlouw heet het Bartjensdictee. En wie was Bartjens dan wel, vroegen we ons af. Dat weten we nu. Vandaar het prentje)

vrijdag 10 oktober 2008

Een nieuwe ervaring


Dat valt nogal mee met de beurs! Het gaat op het prentje eerst een beetje naar boven en dan blijft het zowat gelijk. Dat komt dus wel goed.

Niet dus. Alle cijfertjes zitten uitsluitend in de negatieve zone. En dat zijn we niet gewoon. Wie, zoals wij, achteloos een blik werpt op de voorpagina van, in dit geval, de New York Times, besluit: niet zo erg allemaal. Fout!

Grafieken met uitsluitend negatieve waarden leren lezen en interpreteren: een nieuwe ervaring. Niet alleen voor ons, nemen we aan.

donderdag 9 oktober 2008

Little Short Jacket


Niet voortvertellen, maar we vinden het helemaal geen goed idee om steeds meer Engels in het onderwijs te gebruiken. Uiteraard moeten onze lieve kleinen hun weg kunnen vinden in de geglobaliseerde wereld van de toekomst en, uiteraard, is een mondje Engels daarbij wel nuttig. Maar dat Engels krijgen ze zo wel aangeleerd, op school en daar buiten. Leer ze liever hoe ze zich zo goed mogelijk in het Nederlands kunnen uitdrukken. Dan volgt de rest wel.

Daarom waren we blij verrast toen een tijdje terug de direct betrokkenen, de studenten, van zich lieten horen. Een ondoordachte verengelsing van het hoger onderwijs is "drempelverhogend en kwaliteitsbedreigend", meent VVS, de Vlaamse overkoepelende studentenbeweging. Niet alleen omdat niet alle studenten gelijk aan de start komen, ook omdat we de mate waarin docenten de taal van Shakespeare beheersen, niet mogen overschatten.

Docenten beschikken vaak niet over de juiste talenkennis om de leerstof goed over te brengen in een andere taal dan het Nederlands. Bovendien kunnen ze zich minder helder en nauwkeurig verwoorden. Ze hebben meer voorbereidingstijd nodig en kunnen minder goed ingaan op onvoorbereide aspecten. Voor studenten is het moeilijker om de leerstof even diepgaand te doorgronden als deze in een andere taal wordt aangeleerd.

Inderdaad. Hoe sterven talen uit? Doordat steeds meer sprekers menen dat ze die taal niet meer nodig hebben. Als een voldoende aantal sprekers kiest voor een taal van een groter bereik, dan neemt de druk toe op de overblijvende sprekers om ook naar die grotere taal over te schakelen. Waarom zou je nog investeren in een ten dode opgeschreven kleine taal, waarom zou je je kroost niet aanmanen zich de grotere taal eigen te maken, waarom zou je niet meteen je onderwijs in die grotere taal inrichten? En voor je het weet is het gedaan met de kleine taal.

In Nederland worden nagenoeg alle universitaire opleidingen in het Engels gedoceerd. En wat zie je? Jaar na jaar zijn er meer middelbare scholen die ook op Engels overschakelen. En ook steeds meer lagere scholen gebruiken Engels. Het wachten is op de eerste kleuterschooltjes waar ze de kleine Gijsjes en Mereltjes in het Engels toespreken. On your potties, little ones! No, Hanneke, it is not a good idea to stick your finger in the stopcontact. And now we will sing all together about Little Short Jacket.

Ons moet je uiteraard niet geloven. Morgen kan je je eigen mening vormen. In het Vlaams Parlement wordt over het thema -Het Nederlands in het Hoger Onderwijs- een studiedag georganiseerd. Misschien zelf gaan luisteren om je een mening te vormen.

Maar wij koesteren onze vooroordelen en dus ook de kleine talen. Binnenkort een film die alvast onze sympathie wegdraagt: The Linguists, over twee taalwetenschappers die de wereld afreizen om de laatste sprekers van uitstervende talen te registreren.

En nog mooier: op 18 oktober wordt in Lulea, Zweden, Liet Lavlut georganiseerd, het Eurovisiefestival voor de minderheidstalen. Eurosong, maar dan in het Fries, het Baskisch, het Galicisch,het Friulisch. De deelnemers lijken om ter geweldigst: er is de groep Surunmaa, die tango speelt in het Mienkieli, de Finse minderheidstaal uit het noorden van Zweden. Er is, uit Wales, de reggaegroep Yr Annioddefol. En uit Noorwegen, Elin Kaven, de vertegenwoordigster van de Sami, die blijkbaar ook wel eens een vrolijk nummertje buikdansen ten beste geeft. Hier een sfeerbeeld van de Friese preselectie.

Eat your heart uit, Eurovisiesongfestival.

woensdag 8 oktober 2008

In boosheid volhard


Nu is pst. wel erg stil, nemen we aan. Nu wordt er niet geblogd over de weldaden van de markt. Nu de beurs helemaal dol is geworden staat pst., net als Adam Smith (prentje), wel enigszins voor schut, niet? Zou hij in de toekomst beter niet een beetje bescheiden zijn als hij nog eens een mening over een economisch onderwerp meent te moeten verkondigen?

Lieve lezers, misschien volstaat het om gewoon eens iets te lezen van, bijvoorbeeld, Adam Smith. Dan leer je dat, als je de markt genegen bent, je automatisch ook heel erg voorstander bent van goede regels en van een slagkrachtige overheid die er kan op toezien dat die regels ook worden nageleefd. Dan leer je dat je, als je zoals Smith, vertrouwt op de markt, vanzelfsprekend ook met het grootste wantrouwen kijkt naar hoe, bijvoorbeeld, bedrijfsleiders zich op die markt gedragen.

Was het immers niet Smith die schreef: People of the same trade seldom meet together, even for merriment and diversion, but the conversation ends in a conspiracy against the public, or in some contrivance to raise prices.

En bij Smith lees je ook waarom bankiers best kort worden gehouden: being the managers rather of other people’s money than of their own, it cannot well be expected that they should watch over it with the same anxious vigilance with which the partners in a private copartnery frequently watch over their own. … Negligence and profusion, therefore, must prevail, more or less, in the management of the affairs of such a company.

Dat is meteen een heel scherpe analyse van wat er misliep in de financiële wereld. Er wordt, wat ons betreft, voorlopig dus in boosheid volhard.

dinsdag 7 oktober 2008

Cheeta filosoof


Trouwe lezers van deze blog keken er natuurlijk, net als wij, naar uit. Begin dit jaar vertelden we dat voor dit najaar de publicatie van de memoires van Cheeta was gepland. Nu is het eindelijk zo ver.

Cheeta, de beroemdste aap uit de filmgeschiedenis, de enige overlevende van het gouden trio -met Johnny Weismuller en Maureen O'Sullivan (zie prentje)- geniet op zijn vijfenzeventigste van een welverdiende oude dag. Tussen het filmkijken, schilderen en pianospelen door, schreef hij zijn herinneringen op aan zijn tijd in Hollywood. Maar Cheeta, leren de eerste recensies, buigt zich ook over de grote filosofische kwesties.

Cheeta levert bijvoorbeeld een belangrijke bijdrage aan het onder wijsgeren bekende Theorema van de Apen en de Typmachine. Dat luidt dat als je een oneindig aantal apen achter een typmachine zet en je ze vrolijk hun gang laat gaan, onvermijdelijk ooit een aap per toeval de verzamelde werken van Shakespeare zal bij elkaar tikken.

Cheeta, zelf aap zijnde, heeft een verfrissende kijk op de kwestie: “You've had a million humans, at least, writing away for much longer than a thousand years, and only one of them ever managed to produce the Complete Works of Shakespeare. Only one! Well, well, what's the big deal?”

Voor de rest allerlei smakelijke onthullingen over beroemde acteurs. Maar, misschien belangrijker, ook een warm pleidooi voor de mens. In deze tijden waar we voortdurend twijfelen aan ons eigen kunnen, plaatst een aap alles nog eens in de juiste verhoudingen: Cheeta still believes in the superiority of humans, personified in the great Johnny Weissmuller, the gentle “alpha” giant he adored. “Johnny Weissmuller was a great, great silent-movie star - a transmitter of joy, a transmitter of sorrow. You looked at him and thought - the rest of us? We're just beasts.”

Bestellen, dat boek!

maandag 6 oktober 2008

Eén oog kan schalks kijken


Alles kan beter, dacht de Saudische sjeik Mohammed al-Habadan. Hij roept vrouwen op om een niqab -de sluier die alleen de ogen vrijlaat- te dragen die slechts één oog laat zien. Habadan is, leren we uit het krantenartikel in kwestie, een ultraconservatieve geestelijke die een aanzienlijke invloed uitoefent onder religieuze Saudi's (De Standaard, 4.10.08).

De sjeik deed zijn uitspraak tijdens een vraaggesprek op een islamitische satellietzender. Een niqab die ruimte laat voor twee ogen, vormt volgens de geestelijke een aanmoediging voor vrouwen om de ogen op te maken en zo verleidelijk over te komen.

Maar dat kan, denken wij, nóg beter. Ook één oog kan schalks kijken. Voor je het weet is dan het hek weer van de dam. Zedeloosheid en ontucht. Daarom bedachten we de ultieme oplossing voor dit kuisheidsvraagstuk. Willen we vermijden dat de man het hoofd op hol wordt gebracht door de aanblik van verleidelijke vrouwen? Laten we de mannen blind maken. Eenvoudig en effectief. Geen man meer die begint te zwijmelen bij het zien van vrouwen of meisjes. Eindelijk rust, kalmte en kuisheid.

Ook een oplossing voor nogal wat andere problemen: géén hoofddoekdebat meer nodig. Vrouwen hoeven nergens geen doek meer om. Niet achter het loket, niet in de rechtbank. Vrouwen kunnen, wanneer ze dat willen, altijd in ultrakorte rokjes lopen of, bij heel warm weer, in monokini. Geen man die het ziet. Vrouwen mogen dan ook vanzelfsprekend buitenshuis werken of studeren. Er is geen reden meer om ze, zoals in het land van de sjeik, te verbieden auto te rijden. Meer zelfs: mannen zullen dan wat blij zijn dat vrouwen kunnen autorijden.

En wat met het mansvolk? Is dat niet een beetje sneu, zo helemaal blind? Tja, het is voor de kuisheid en het geloof. Wie kan daar nu tegen zijn?

(Het prentje: Pieter Bruegel de Oudere, De Parabel van de Blinden, 1568. Museo di Capodimonte, Napels.)

zondag 5 oktober 2008

Slecht weer?


Geen weer om de spreekwoordelijke hond door te jagen. Gisteren, zagen we op het nieuws, lag er al sneeuw in de Alpen en in Oostenrijk. Maar het is al erger geweest.

Op 8 oktober 1904 sneeuwt het in Doornik, Brussel en Leopoldsburg. Op 6 oktober 1905 zet een vroegtijdig winteroffensief in en valt er sneeuw in Bastogne. Op 22 oktober 1905 ligt er 13 centimeter sneeuw in Stavelot. Op 24 oktober 1908 sneeuwt het in Vlaanderen, in Zomergem ligt er 13 centimeter. Op 6 oktober 1912 vriest het in Ukkel. De volgende dag wordt -7.8° gemeten in Rochefort. En 5 oktober 1917 is het opnieuw van dat: vroegwinteroffensief. In Spa, aan de afdamming van de Gileppe en in Drossart ligt 3 centimeter sneeuw.

En wie dacht dat het toen nog was hoe het moest zijn en het klimaat er pas de afgelopen jaren zijn broek aan veegt, komt ook bedrogen uit. De eerste tien dagen van oktober 1921 zijn dan plots de warmste van de afgelopen eeuw: het is gemiddeld 18.3°. In Ukkel is het op 10 oktober 1921 25 graden. Op 18 oktober loopt de temperatuur nog ietsjes op: 25.5°. Tussen 19 september en 21 oktober 1921 valt geen spatje regen in het land.

Zo zouden we nog uren kunnen doorgaan. Maar eigenlijk raden we de lezer aan, ook het fascinerende boek in huis te halen waaruit al deze weetjes komen. Een paar jaar terug bundelden de behulpzame mensen van het Koninklijk Meteorologisch Instituut (KMI) alle wetenswaardigheden over het weer van de afgelopen honderd jaar. "Weer of Geen Weer. Een eeuw natuurgeweld in België" verscheen in 2004 bij Van Halewyck. Geruststellende lectuur om een dag als deze door te komen: het kan altijd erger.

Nog eentje dan. Op 4 oktober 1948 zakt de temperatuur in Rochefort tot -4.5°. Het volgende jaar, 4 oktober 1949, meten ze in Ukkel echter een redelijk indrukwekkende maximumtemperatuur van 24.6°. 29 oktober 1950 ligt er 6 cm sneeuw in Spa en 7 cm in Saint-Hubert. Het jaar daarop is oktober dan weer de allerdroogste oktobermaand die ze tot dan toe hebben opgemeten: er viel slechts 0.6 mm. neerslag in Ukkel.

Het weer van slag? Het is, laten we het daar maar bij houden, altijd iets met het weer.

Het prentje: The Shepheardes Calender, October, uit 1579. Toen hadden we nog seizoenen? Wat lezen we over het weer in 1579? Ongewoon koud, die zomer. Het schip The Golden Hind verkende die zomer de Noord-Amerikaanse kusten. Francis Fletcher, de meereizende priester, noteert in zijn dagboek:

"extreme and nipping cold... the very roapes of our ship were stiffe, and the raine which fell, was an vnnatural congealed and frozen substance ... our meate as soone as it was remooued from the fire, would presently in a manner be frozen vp ... we found the land by coasting alongst it to bee but low and reasonable plaine: euery hill (whereof we saw many, but none verie high), though it were in Iune, and the Sunne in his neerest approch vnto them, being couered with snow."

Altijd iets met het weer.

zaterdag 4 oktober 2008

Kwaad en erger


Gaat het van kwaad naar erger met de wereld? We hebben nooit anders gehoord. En de kans is groot dat onze in grotten levende voorouders, bij het kampvuur, onder het nuttigen van een smakelijk everzwijn, net hetzelfde verzuchtten: vroeger was het beter, waar moet dat allemaal eindigen...

Gelukkig heeft de mensheid cijfers uitgevonden. En daardoor kunnen we met iets meer precisie in kaart brengen hoe kwaad, respectievelijk erg, het met ons is gesteld. Bovenstaande grafiek geeft, voor de Verenigde Staten, sinds 1810 per jaar het Bruto Nationaal Product weer.

Laten we af en toe ook dat soort dingen er even bijhalen. Onze vrienden de journalisten hebben ons, in het verlengde van de beurscrisis, een ganse week bang gemaakt met verhalen over hoe vreselijk het wel niet met ons is gesteld. Ja, ja. Het zal wel. Hieronder nog eentje: de gemiddelde levensverwachting bij de geboorte, in België, van 1885 tot 2004 (vrouwen in het rood, mannen blauw). Van kwaad naar erger?


Een muziekje erbij: The World Today Is A Mess van Donna Hightower (filmpje). Een geweldige hit in 1972, althans in onze herinnering. Een dringende vraag aan de lezers: wie weet wat van Donna Hightower is geworden?

vrijdag 3 oktober 2008

Hyenamannen


Een man op stap met een wild dier. Dat trekt aan, dat schrikt af. Dat is vermoedelijk ook de bedoeling.

De Zuid-Afrikaanse fotograaf Pieter Hugo maakte een reeks foto's van de Nigeriaanse Gadawan Kura. Dat betekent zoveel als Hyenamannen. Ze vangen hyena's, bavianen en pythons, die ze vervolgens verkopen of africhten. Ze trekken van dorp tot dorp. Ze laten de dieren kunstjes doen om volk te trekken. Ze verkopen magische drankjes, die je bijvoorbeeld moeten beschermen tegen slangenbeten. Volgens de politie gebruiken ze de dieren ook om mensen af te persen en om winkels te beroven. Op de website van de galerij waarvoor de fotograaf werkt, vind je meer uitleg over de Hyenamannen en ook meer foto's (The Hyena & Other Men).

Een deel daarvan kan je nog tot 2 november zien in het Amsterdamse Fotografiemuseum. Daar hangen ook foto's van een andere Afrikaanse fotograaf, Malick Sidibé.

Die fotografeerde in de jaren zestig en zeventig een Afrika waar de toekomst nog een stuk veelbelovender leek. Foto's van evenementen en ceremonies in Bamako, van voetbalwedstrijden, huwelijken en kerstvieringen. Reportages van ‘surprise-parties’, van lokale popgroepjes als ‘Los Cubanos’, ‘Les Caïds’ en ‘Les Las Vegas’. Zwarte mannen mooi in het pak, dames in Supremesjurken en het haar omhoog zoals de Amerikaanse zangeressen. Of, zoals op het prentje hieronder, trots de nieuw verworven welvaart tonend.



Waarom ging het nadien mis, vraag je je onwillekeurig af. Zeker als je de foto's ziet van Pieter Hugo. Verval, puin, chaos, brutaliteit. En soms toch ook mooi, zoals deze foto van man met baviaan-in-matrozenpak. Dat handje van de aap, vol vertrouwen rustend op het been van de man. Wij twee, baas, desnoods tegen de wereld.

donderdag 2 oktober 2008

Studentendesign


Oudere mensen klagen graag over jongere mensen. Dat heeft ook te maken met afgunst. Wie jong is weet niet beter dan dat alles blijft duren. Wie oud is weet beter en ergert zich aan de jonge mens die, schijnbaar, zijn of haar tijd verlummelt en nalaat al die dingen te doen die de oudere mens vergat te doen toen die nog jong was.

Maar oudere mensen kunnen ook leren van jongere mensen. Er is een bepaald moment in je jonge leven waar je er van overtuigd bent dat niemand zoveel smaak en stijl heeft als jij en het handjevol ongeregeld waarmee je uithangt. In die periode durf je alles aan en verleg je ook daadwerkelijk je grenzen. Soms heb je daar -als je oude foto's bekijkt- erg veel spijt van: wat dacht ik toen ik met dat kapsel rondliep, wat zag ik in die broek?

Maar soms kom je, omdat je je niet geremd voelt door wat anderen -behalve dan het stelletje ongeregeld waar je bijhoort- er van denken, tot wonderlijk nieuwe dingen. En zo gaat de mensheid vooruit. Vandaag: studentendesign.

In de New York Times hebben ze zich er al mee verzoend dat er slechte tijden aanbreken. Daarom moeten we ons spiegelen aan de studenten. Die richten met geen geld vaak op verrassende wijze hun kot of kamer in. En daar kunnen we van leren, vinden ze bij de Times. En na het zien van de foto's vinden wij dat ook.

En denken we met enige weemoed terug aan de tijd toen wij vers van huis op kamers gingen (zie prentje) en bijzonder trots waren op onze eerste en volledig uit sinaasappelkistjes opgetrokken bibliotheek. Daar is volk naar komen kijken. Tot ze omviel.

Hier lees je het artikel, hier kan je prentjes kijken.

woensdag 1 oktober 2008

Driearmig, éénogig, lichtgevend


Dat we hier vandaag nog allemaal zijn en ons nog de luxe kunnen veroorloven ons druk te maken over onze spaarcentjes, hebben we te danken aan Stanislav Petrov. Zonder Petrov zaten we hier niet. Zonder Petrov geen internet, geen Champions League, geen Britney Spears of Yves Leterme. Zonder Petrov was er niets meer van enige betekenis na 26 september 1983.

Op 26 september 1983 was Stanislav Petrov van wacht op de Serpukhov-15 bunker, nabij Moskou. Vanuit die bunker hield Petrov de radarschermen in het oog. Meestal was dat een fijn baantje. Lekker binnenzitten, terwijl je maten buiten in regen en sneeuw rondmarcheerden. Petrovs taak bestond er in, in geval van een Amerikaanse nucleaire aanval, zijn superieuren daarvan te verwittigen, zodat het systeem van automatische nucleaire terugslag in werking werd gesteld. En omdat niemand echt verwachtte dat de Amerikanen ooit zo stom zouden zijn om de hele wereld op te blazen, had Petrov het daar best wel naar zijn zin in de Serpukhov-15 bunker, nabij Moskou.

Tot er op die 26ste september 1983, even na middernacht, ineens de melding op de schermen verscheen dat er een Amerikaanse kernrakket op weg was naar Moskou. Erg veel tijd om die melding te controleren had Petrov niet. Toch besloot hij, helemaal tegen de instincten van de Sovjetsoldaat in, zijn gezond verstand en niet de computer of het boekje te volgen. Petrov oordeelde dat het om een vals alarm ging. Daardoor redde Petrov de wereld.

Had Petrov het boekje gevolgd, dan zaten we hier niet. Had Petrov naar de computer geluisterd, dan waren een paar minuten later vanuit de Sovjet-Unie intercontinentale kernraketten vertrokken en werden, nog enkele minuten later, ook de Amerikaanse kernwapens afgeschoten. Dan liep ons eventuele nageslacht er bij met een arm meer en een oog minder en gaf het licht in het donker. Dan was de hele wereld nu nucleair puin. Geen internet, geen Champions League, geen Britney Spears of Yves Leterme: niets van al die leuke dingen die de mensheid pas na 1983 hebben verblijd.

De mensheid heeft dus bijzonder veel te danken aan Stanislav Petrov. Zijn superieuren van toen waren echter niet zo opgezet met Petrovs actie. Petrovs beslissing noodzaakte een grondige doorlichting van het early warning system van de Sovjet-Unie. En dat bleek niet zo geweldig te werken. Nogal wat koppen rolden. Officieel kreeg Petrov nog wel een handje van de baas van de Luchtverdedigingsdiensten. Maar omdat teveel hoger geplaatsten in hun hemd werden gezet, werd besloten Petrov uit te rangeren. Officieel omdat zijn papierwerk niet in orde was: hij had vergeten het incident op de geijkte bureaucratische manier te melden.

Petrov geniet nu van zijn ongetwijfeld welverdiend pensioen in het Russische plaatsje Fryazino. Hij werd de afgelopen jaren een paar keer uitgenodigd naar de VS om daar geloofd en geprijsd te worden. Volgend jaar komt er een film over zijn dappere daad.

Sprekend is natuurlijk de reactie van de huidige Russische machtshebbers: die minimaliseren het belang van Petrovs actie. Zo'n vaart had het niet gelopen, beweren ze. Hebben die geluk dat ons driearmig, éénogig en lichtgevend-in-het-donker nageslacht er niet is om ze tegen te spreken.

Petrov blijft er rustig bij, lees je op wikipedia: "All that happened didn't matter to me — it was my job. I was simply doing my job, and I was the right person at the right time, that's all. My late wife for 10 years knew nothing about it. 'So what did you do?' she asked me. I did nothing."

(Het prentje: wellicht was ook deze dan de lucht in gegaan, eentje van de eerste generatie mobiele intercontinentale kernraketten van de Sovjet-Unie, de RT-20P. Nu ergens in de Kazakstaanse velden wegroestend of, veel erger, op het punt gestolen te worden door de Oezbeekse maffia, om vervolgens op te duiken in de bergen van Afghanistan, klaar om op Brussel of Parijs te worden gericht. Ja,ja, wij zijn het zonnetje in huis.)