Wat ze je vergeten te vertellen op school: al die geweldige mensen, die fabuleuze levens leiden, die geschiedenis maken, die tot in de eeuwigheid herinnerd zullen worden, ja ook die mensen hebben dagen dat het gewoon allemaal maar niets is. Rotdagen, waarop ze klagen en zeuren en zich afvragen wat het allemaal voor zin heeft en of er ook maar iets is dat enigszins de moeite waard is. Ook Charles Darwin had dat soort dagen. Eén van die dagen was 1 oktober 1861, toen hij een brief aan aan de geoloog Charles Lyell afsloot met de woorden:
I am very poorly today & very stupid & hate everybody & everything. One lives only to make blunders.– I am going to write a little Book for Murray on orchids & today I hate them worse than everything.
Rotdagen: het hoort er gewoon bij. Niets om je zorgen over te maken.
Het prentje: Darwin's studeerkamer, naar een gravure van Axel Haig. Het orchideeënboek waar Darwin in de bovenvermelde brief weinig enthousiasme voor aan de dag lijkt te leggen verscheen in 1862, onder de vermoedelijk niet door de afdeling marketing van de uitgeversfirma John Murray bedachte titel: On the various contrivances by which British and foreign orchids are fertilised by insects and the good effects of intercrossing.