donderdag 31 juli 2014

Vreemde talen


Vreemde talen zijn als een verjongingskuur voor de gedachten

Benjamin Constant (1767-1830), Adolphe, 1816.

woensdag 30 juli 2014

Gisteren/vandaag


The biggest mistake we make is trying to square the way we feel about something today with the way we felt about it yesterday. You shouldn’t even bother doing it. You should just figure out the way you feel today and if it happens to comply with what you thought before, fine. If it contradicts it, whatever. Life goes on.

Maar levenslessen van Malcolm Gladwell: hier.

Het prentje: Vilhelm Hammershøi (1864-1916), Støvkornenes dans i solstrålerne (Stofdeeltjes dansend in de zonnestralen), 1900.

dinsdag 29 juli 2014

Bertolt zingt


Bertolt zingt! Komt dat horen! Bertolt zingt! Bertolt Brecht brengt Die Moritat vor Mackie Masser ten gehore. Vermoedelijk uit 1929. Als je goed luistert hoor je op de achtergrond de beurs crashen (muziekje). Wie wil meezingen vindt hier tekst.

maandag 28 juli 2014

Authentiek


Wat heet authentiek? Wij hebben de gewoonte oude Grieken en Romeinen in toga en op sandalen af te beelden; onze middeleeuwse vrienden kozen voor een meer eigentijdse benadering, zoals hierboven Epicurus, in de uit 1493 stammende Kroniek van Nuerenberg, bewijst. Noch wij, noch de middeleeuwers waren er destijds bij. Gaan we dan beter voort op de klassieke standbeelden? Hoe betrouwbaar zijn die? Maken we ons niet allemaal wat deftiger en eleganter als we op de foto gaan? Zal dat bij Grieken en Romeinen anders zijn geweest als de beeldhouwer langs kwam? Dus, nogmaals: wat is authentiek?

De etymologie helpt de kwestie alleszins in perspectief te plaatsen:
Ontleend aan Frans authentique [12e eeuw] < Latijn authenticus ‘met eigen hand voltrekkend, veroorzakend’ < Grieks authentikós van het zn. authéntēs ‘die zelf doet’, gevormd uit autós ‘zelf’ (zie → auto-) en *héntēs ‘volbrenger’, aanvankelijk vooral als rechtsterm gebruikt.
Vermits de  illustratoren van de bovenvermelde kroniek de illustraties eigenhandig maakten, is de Epicurus in kousenbroek en tuniek net zo authentiek als zijn hedendaagse neefje op sandalen en in toga. Eigenlijk wel jammer dat een mens er binnen een paar honderd jaar niet meer bij is om te zien hoe ze oude Grieken en Romeinen dan afbeelden.

zondag 27 juli 2014

Fietsprestatie


Als alles normaal verloopt, zit de Tour de France er vandaag op. Dat is geen slechte zaak. Dan kan alle aandacht weer gaan naar de echt belangrijke en werkelijk tot de verbeelding sprekende fietsprestaties. Die van de anonieme hond op bovenstaand prentje bijvoorbeeld.

zaterdag 26 juli 2014

Spek en zuurkool


De ouden, ze kenden het leven. In de cantate Der Weiberorden laat Teleman een jong meisje, op de vooravond van haar huwelijk vertellen, hoe het is een man te kussen: "Es schmecket wie Speck und Sauerkraut". Het smaakt als spek en zuurkool.

De ouden, ze kenden het leven.

Het prentje: Een bijzonder mooie uitvoering van een een aantal wereldse cantates van Georg PhilippTelemann. En een muziekje erbij, maar jammer genoeg niet uit die collectie: de sopraan Claudia Patacca zingt, begeleid door Musica ad Rhenum onder leiding van Jed Wentz, de cantate Der Weiberorden  (muziekje).

vrijdag 25 juli 2014

Huisnummers


Pierre Choderlos de Laclos (1741-1803) schreef de beroemde briefroman Les Liaisons Dangereuses, in een niet zo ver verleden nog verschillende keren verfilmd, onder meer door Stephen Frears met Jon Malkovich en Michelle Pfeiffer als Valmont en Cécile de Volanges (prentje). Voor de kost was Choderlos de Laclos legergeneraal en als hobby bedacht hij een systeem om Parijs van straatnamen en huisnummers te voorzien. Tijdens de Revolutie voerde de Prefect van het departement Seine op de 15 Brumaire van het jaar IX (1800) een op Choderlos de Laclos' systeem gebaseerd stelsel in. Dat stelsel is nog altijd in voege.

Denk daar meer eens aan de volgende keer je door Parijs kuiert.

donderdag 24 juli 2014

Vorm of vent


"Een dichter schreit niet", schreef Martinus Nijhoff (prentje): hij beweegt de lezer tot tranen toe, zonder evenwel zelf in snotteren uit te barsten. Je schrijft niet, o wee, wat ben ik triest, je schrijft op zo'n manier dat de lezer zelf tot die conclusie komt. Het gaat met andere woorden niet om je persoon, het gaat om het resultaat. Nog altijd een goede raad overigens voor wie wel eens meent iets op papier te moeten zetten.

Vroeger was poëzie trouwens gewoon vechtsport en af en toe gingen dichters gewoon met elkaar op de vuist. Zo verschilden Edgar du Perron en Martinus Nijhoff van mening over wat nu het belangrijkste in een gedicht: de vorm of de vent, met andere woorden: de techniek of de persoonlijkheid. Du Perron, de jonge garde en de vent voorstellend, nam het op tegen Nijhoff, de gevestigden en de vorm uitbeeldend. Du Perron brengt verslag uit:
In de vestibule van de Américain heb ik hem toen verteld wat ik tegen hem had, maar zoodra ik gekomen was tot de verklaring dat hij eigenlijk behoorde tot de ouweloelen, sprak hij weer van uitknokken en naar buiten gaan, waarop ik hem [...] naar buiten ben gevolgd, en we op de kinderachtigste manier, daar bij de stoep van de Américain, elkaar 2 of 3 vuistslagen hebben verkocht.
[...] hij schijnt te krabben als hij vecht, althans ik merkte dat ik bloedde aan mijn bovenlip, waarvan hij een stukje vel had afgekrabt, maar het stond heel mooi, want er was althans een bloedzakdoek bij, die in de kronieken van 'de Kring' wel zal uitdijen tot minstens 2 bloedneuzen. 
Daaraan herken je de vent versus vorm-controverse: voor du Perron is de manier waarop je het doet belangrijker dan het resultaat. Dat Nijhoff krabt als hij vecht, wordt als een minpunt ervaren: zo vechten échte venten niet. Nijhoff is van deze wereld: het doet er niet toe hoe je vecht, het doet ertoe dat je het gewenste resultaat bereikt. 

Het blijft een moeilijke keuze: vorm of vent.

(Het citaat uit: W.J. van den Akker, '15 december 1931: E. du Perron en Martinus Nijhoff gaan op de vuist. Vorm of vent', in M.A. Schenkeveld-Van der Dussen, Nederlandse literatuur: een geschiedenis, 1994)

woensdag 23 juli 2014

Rooksignalen


Een belangrijke bron van informatie en meningsvorming over de wereld: het stripverhaal. Stof voor ontelbare verhalen: de met behulp van rooksignalen communicerende indiaan. Maar omdat niet zo gek veel cowboys met een fotoapparaat op hun buik door de prairie hosten, hebben we daar geen authentiek beeldmateriaal van. Jammer.

Bijna authentiek dan maar. In 1909 maakte etnograaf Joseph K. Dixon, in opdracht van een Amerikaans grootwarenhuis, een fotoboek over de Amerikaanse indianen met de voor zichzelf sprekende titel The Vanishing Race. Uit dat boek, deze foto: een indiaan van een niet nader gepreciseerde stam toont hoe je met rooksignalen communiceert. Voor alle duidelijkheid: het gaat, zoals alle foto's uit de reeks, om een geënsceneerde opname.

dinsdag 22 juli 2014

Beweeglijk


Wij zijn zulke beweeglijke schepselen, dat wanneer wij zekere gevoelens voorwenden, wij eindigen met ze te koesteren.

Benjamin Constant (1767-1830), Adolphe, 1816.

maandag 21 juli 2014

Polderwachter


Meelezende jongelui die nog een beroepskeuze moeten maken: neem kennis van het fijne interview met de polderwachter (hier). Dat, jongelui, is een fijn beroep.

Het prentje: Paulus Potter (1625-1654), De Stier, 1647.

zondag 20 juli 2014

Maart 1971


Er gebeuren voortdurend dingen. De meeste daarvan vinden we niet de moeite waard om te registreren, laat staan om door te geven aan de mensen die na ons komen. Maar hoe selecteren we en, vooral, wat zegt die selectie over ons?

Niet veel goeds. Om redenen die niet geheel duidelijk zijn, kiezen we er voor dingen te onthouden die hetzij officieel en administratief zijn, hetzij tragisch en eng. Als je zoekt op een willekeurige maand uit de wereldgeschiedenis - bijvoorbeeld maart 1971- dan trekt een bonte stoet van geboortes en overlijdens, machtswisselingen en troonafstanden, rampen en incidenten voorbij.

Je kunt je echter ook een vorm van geschiedschrijving voorstellen waarbij we er voor kiezen andere dingen te onthouden. Dingen die niet meteen ergens over gaan, die geen begin en geen einde hebben, geen oorzaak en gevolg. Gewoon dingen -zoals bovenstaand prentje- waarvan je denkt: kon dit maar voor altijd zijn, kon het altijd maar zo zijn.

En nu de denkvraag: zouden we dan slechter af zijn?

Het prentjeA farmer embraces his dog in his stonewalled field on Inishmore Island in Ireland, March 1971. Photograph by Winfield Parks, National Geographi Creative.

zaterdag 19 juli 2014

Er niet meer



Zo zijn ze er, zo zijn er niet meer. Nu ook de laatste der Ramones ons heeft verlaten, even deze terug in herinnering brengen: The KKK took my baby away. Het zal je inderdaad maar overkomen (filmpje).

vrijdag 18 juli 2014

Samenvatting


Henk Spaan (De Volkskrant, 7.06.2014) vat het verhaal "Wie is de neger?" van Herman Brusselmans samen:

"In dat dorp waar zijn moeder woonde had de plaatselijke club een Afrikaanse speler gecontracteerd. Vraagt de ene Belgische boer aan de de andere: 'Wie is nou de neger?' Het antwoord was: 'Die met de rode broek.'"

Voortreffelijke samenvatting.

Het prentje: een klassieke voetbalfoto. Fotograaf Paul Huf portretteerde in 1967 de Ajax voetballers Johan Cruijff, Klaas Nuninga, Sjaak Swart en Piet Keizer.

donderdag 17 juli 2014

Een Tour zonder


Een Tour zonder Yvette Horner, het is toch niet hetzelfde (filmpje).

woensdag 16 juli 2014

Terug bij af


Het moet niet makkelijk zijn om jezelf vandaag progressief te noemen. De dingen weigeren stil te staan en dus is wat gisteren vooruitstrevend was, vandaag reactionair. Het grootste deel van de twintigste eeuw probeerden progressieve mensen het taboe op menselijk naakt te doorbreken. Er was niets om beschaamd of beschroomd om te zijn, heette het. En wie het allemaal liever van iets meer van kleren voorzien zag, was een oude zaag.

Vandaag voeren progressieven strijd om naakt uit te bannen. En omdat de geschiedenis van ironie houdt, doen ze dat op precies dezelfde manier als hun victoriaanse voorouders, tegen wier erfenis de twintigste-eeuwse progressieven storm liepen. Victorianen probeerden naakt op schilderijen weg te stoppen achter slot en grendel. Dat deden ze, zich beroepend op de onschuld van de kindertjes en van kwetsbare personen. Want die zouden schrikken van dat naakt. Vandaag doen progressieve mensen exact hetzelfde: in Londen werd in een tentoonstelling een vrouwelijk naaktportret -door een vrouwelijk schilder op doek gezet- verwijderd (meer hier). Waarom? Dat deden ze, zich beroepend op de onschuld van de kindertjes en van kwetsbare personen. Want die zouden schrikken van dat naakt. Terug bij af.

Het moet niet makkelijk zijn om jezelf vandaag progressief te noemen.

Het prentje: het gewraakte schilderij. Leena McCall, Portrait of Ms Ruby May, Standing

dinsdag 15 juli 2014

Drijfhouten huis


Drijfhouten huis

In zijn gevecht tegen de bierkaai
bouwt hij zijn huis, plank na plank
dag na dag, met wat de zee hem bracht

Latwerk, zelden waterpas, houdt het vensterglas
zo’n beetje vast, de treden op hun plaats,
geen timmerman die het hem na zou doen
zo schots,
zo scheef

Zijn huis is een verslag over hoe het gisteren was
met een mogelijke uitbouw naar vandaag,
spijkers glinsteren in het gras

De dagelijkse oogst aan drijfhout bepaalt
hoe het verder gaat en hoe het morgen staat
een brandtrap of een nieuw hiaat

Want soms breekt hij iets af omdat het
anders gaat en drijfhout, eenmaal opgeraapt
en meegenomen, moet worden ingebouwd.


Uit: J. Bernlef, Alles teruggevonden/Niets bewaard. Gedichten, Querido, Amsterdam, 1982.

Het prentje: Philip Mechanicus, J. Bernlef bij beeld van Joost van den Vondel, z.j.

maandag 14 juli 2014

Zwijgen/zoeken


"Wittgenstein heeft gezegd: Waarover men niet spreken kan, daarover moet men zwijgen.
Ik geloof dat je met evenveel recht kunt zeggen: Waarover men niet spreken kan, daarnaar moet men zoeken."

Norbert EliasMozart. De sociologie van een genie, Amsterdam, 1992.

Het prentje: Norbert Elias met pijp.

zondag 13 juli 2014

Wembley, 1966


Het laatste WK voetbal waarvan de herinneringen grotendeels in zwart en wit zijn, vond plaats in 1966, in Groot-Brittannië. Met verbazende Noord-Koreanen die zowaar de Italianen uitschakelden (filmpje). Let vooral op het publiek dat door het dolle heen is: zelden waren Noord-Koreanen meer populair in Groot-Brittannië als die zomer.

Het prentje: de opstelling voor de finale, van de winnende ploeg. Engeland won, met een tot nu om de zoveel tijd stof voor discussies opleverende goal van Geoff Hurst (filmpje in kleur). In het Duitse team: Lothar Emmerich, die drie jaar later aansloot bij het favoriete team en daar in totaal 42 doelpunten maakte.

zaterdag 12 juli 2014

Niet rechtvaardig


Zaterdag, muziekjesdag. Vandaag Clifford Brown (prentje). Het leven, hoeft het nog gezegd, is niet rechtvaardig. Terwijl al zijn tijdgenoten-jazzmuzikanten zich lam snoven of spoten, leek Clifford wel het vleesgeworden burgermansfatsoen: geen drugs, geen alcohol, netjes gehuwd. En dan op je zesentwintigste in een dom auto-ongeluk om het leven komen. Op weg naar Chicago met collega-muzikant Richie Powell en met vrouw Nancy. Nancy zat achter het stuur en verloor, in de hevige regen, controle over de wagen. Iedereen dood.

Het leven, hoeft het nog gezegd, is niet rechtvaardig.

Uit 1953, Clifford Brown, Wail Bait (muziekje). Wie Clifford Brown, Memorial Album, nog niet in huis heeft, doet nu zijn/haar jas aan en vertrekt naar de dichtstbijzijnde plaatjeswinkel.

vrijdag 11 juli 2014

Duisternissen


Raar: in het Frans is de duisternis een woord dat je altijd in het meervoud gebruikt: les ténèbres.  Het Franse ténèbres komt van het Latijnse tenebrae, dat evenwel ook een enkelvoudsvorm kent. Je kunt nog veronderstellen dat onze Latijn sprekende vrienden die meervoudsvorm opspaarden voor bijzondere gelegenheden - de metafysische duisternis na de dood, bijvoorbeeld - maar ook daar zit geen lijn in. Tenebrae had gewoon meer toepassingsmogelijkheden: je kon het ook gebruiken om naar troebelen te verwijzen of naar obscuriteiten, woorden waarvoor wij in de Germaanse talen ook meervoudsvormen gebruiken.

Maar: die Franse gewoonte om duisternis in het meervoud te gebruiken heeft mogelijk wel verregaande theologische consequenties. Waar in de Nederlandse versie van Genesis het verhaal begint in de duisternis - In het begin schiep God de hemel en de aarde. De aarde was nog woest en doods, en duisternis lag over de oervloed, maar Gods geest zweefde over het water - is dat in het Frans in de duisternissen:  Au commencement, Dieu créa les cieux et la terre. La terre était informe et vide : il y avait des ténèbres à la surface de l'abîme, et l'esprit de Dieu se mouvait au-dessus des eaux. 

Dan vraag je je onwillekeurig af of daar één of andere kosmologie achter schuilt. Geloven de Fransen in het bestaan van meerdere duisternissen, en zo ja, wat moeten we ons daar dan bij voorstellen? Wie kent een Fransman/-vrouw en vraagt het eens?

Het prentje: je wil niet weten wat zich zoals in de duisternis/duisternissen ophoudt. Luis Ricardo Falero (1851-1896), Heksen op weg naar de Sabbat, 1878.

donderdag 10 juli 2014

Klaverblad


Als we allemaal een beetje ons best doen moet het mogelijk zijn volgend jaar Milaan van de eerste plaats te verdringen: meer hier.

Het prentje: toch wel een hele troost voor wie regelmatig eindeloos aanschuift op één of ander klaverbladknooppunt. Toen ze het concept in de jaren 1950 bedachten zag het er op papier bijzonder fraai uit.

woensdag 9 juli 2014

Pele swingt


Eentje voor het in rouw gedompelde Brazilië. Uit veel betere tijden: de mogelijk beste voetballer ooit begeeft zich op het pad van de muziek. Pele en Sergio Mendez swingen: (muziekje).

Het komt wel weer goed.

dinsdag 8 juli 2014

Oude tractoren


Uitstekende vakantieliteratuur, zo te zien: Roger Welsch, Old Tractors and the Men Who Love Them.

maandag 7 juli 2014

Vakantiepret


Het prentje: Charles M. Schulz, Peanuts.

zondag 6 juli 2014

Meesterwerkje


En dan zie je die prentjes van de in restauratie zijnde glasramen uit de kathedraal van York (meer hier). Normaal hangen figuurtjes als bovenstaande een meter of twintig boven de grond. Van beneden zie je dus niet zoveel. En toch hebben de anoniem gebleven glasschilders het beste van zichzelf gegeven om in detail de gelaatsuitdrukkingen en zelfs de schaduwen in de handpalmen van de personages weer te geven. Waarom deden die kunstenaars dat?

Op moderne mensen komt het een beetje over als verspilling van energie: minder verfijnd had ook gekund, daar had de klant toch niets van gemerkt eens de glasramen op hun plaats hingen. De verleiding bestaat dan om enigszins anachronistisch het niet te temmen kunstenaarstemperament als verklaring in te roepen: creatieve geesten zijn gewoon niet te stoppen. Misschien. Op een bepaalde manier -een andere hypothese- is zo'n meesterstukje ook gewoon een geweldige reclame voor jezelf: wie het moest weten, zal destijds wel hebben geweten dat de anoniem gebleven maker van dit glasraam hier toch wel heel bijzonder werk had geleverd. En dus was het zijn tijd en werk wel waard. Of is dat een al even anachronistische redenering? Werkte zo'n kunstenaar in eerste instantie mogelijk voor de Allerhoogste en niet voor ons gewone stervelingen?

Mensen van andere tijden zijn ook een beetje een ander soort mensen. Niet onmiddellijk te doorgronden.

zaterdag 5 juli 2014

Hemels feestje


Inmiddels hopelijk goed aangekomen op het eeuwige soulfeestje in de hemel: Bobby Womack. Hopelijk is er daar in de buurt ook een eeuwig countryfeestje, want Bobby maakte -zoals overigens mee zwarte muzikanten van zijn generatie- graag ook wel eens en uitstapje in dat genre, getuige de outfit en de entourage op bovenstaand prentje (meer hier).

Bij wijze van eerbetoon, een mijlpaal in de soulgeschiedenis: Across 110th Street, hier als intro voor die zeer fijne film van Quentin Tarantino, Jackie Brown, gebaseerd op een boek van Elmore Leonard (filmpje).

vrijdag 4 juli 2014

Hoopgevend


Een inzicht van de grote theoloog Charles Spencer -Charlie- Chaplin"Religion. It's given people hope in a world torn apart by religion."

Het prentje: Chaplin samen met een andere theoloog.

donderdag 3 juli 2014

Het nieuwe reizen




Het nieuwe reizen: thuisblijven en prentjes kijken van mensen die hebben gereisd. Uit de heroïsche alpinistentijd: John MacGregor (1825-1892). The ascent of Mont Blanc, ca. 1855, Houghton Library, Harvard University.

woensdag 2 juli 2014

Systeemdenkers


“The man of system is apt to be very wise in his own conceit; and is often so enamoured with the supposed beauty of his own ideal plan of government, that he cannot suffer the smallest deviation from any part of it. He goes on to establish it completely and in all its parts, without any regard either to the great interests, or to the strong prejudices which may oppose it. He seems to imagine that he can arrange the different members of a great society with as much ease as the hand arranges the different pieces upon a chess-board. He does not consider that the pieces upon the chess-board have no other principle of motion besides that which the hand impresses upon them; but that, in the great chess-board of human society, every single piece has a principle of motion of its own, altogether different from that which the legislature might chuse to impress upon it. If those two principles coincide and act in the same direction, the game of human society will go on easily and harmoniously, and is very likely to be happy and successful. If they are opposite or different, the game will go on miserably, and the society must be at all times in the highest degree of disorder.”

Adam Smith, The Theory of Moral Sentiments, 1759.

Het prentje: Adam Smith in Edinburgh's High Street.

dinsdag 1 juli 2014

Joe Maca


Nu onze nationale Duivels tegenover het team van de Verenigde Staten staan, twee dingen om te onthouden. Eén, het is levensgevaarlijk de Amerikanen te onderschatten. Dat deed het onoverwinnelijk geachte Engelse team ook, op de wereldbeker van 1950. En de Engelsen werden zowaar door de VS verslagen: 1-0, doelpunt gescoord door ene Joe Gaetjens (derde van rechts, onderaan).

Twee, in dat Amerikaanse team speelde een Belg mee: Joe Maca. Brusselaar Joe Maca had in België een niet tot de verbeelding sprekende carrière achter de rug als speler van La Forestoise, dat toen in derde afdeling uitkwam. Na de oorlog emigreerde Maca naar de VS waar hij voor Brooklyn Hispano uitkwam en op basis waarvan hij voor het nationale team werd geselecteerd. Dat Maca geen Amerikaan bleek, was voor de bond geen punt. De FIFA moest tot haar schande constateren dat de internationale reglementen nogal onduidelijk waren en dus mocht Maca mee naar de wereldbeker in Brazilië. Goed om te weten en om op vraag bij kwissen te kunnen reproduceren: het is door het geval Maca dat de FIFA de regels op voetbalnationaliteit aanscherpte.

Het prentje: het nationale team van de VS, dat Engeland versloeg. Tweede van rechts, naast manager Chubby Lyons, Brusselaar Joe Maca.