dinsdag 20 december 2011

Portret van een man



Heinrich Maria Davringhausen (1894-1970) wordt tot de schildersclub van de Neue Sachlichkeit gerekend. Omdat schilderijen uit de Weimartijd -die altijd de nakende ondergang van het avondland in het algemeen en Duitsland in het bijzonder lijken aan te kondigen- nogal populair zijn, zie je ook wel eens werk van Davringhausen. En meestal is dat maar niets. De ene keer wat flauw magisch-realistisch aandoend, de andere keer nogal nadrukkelijk tegen Otto Dix aanleunend. Vaak lelijke kleurcombinaties ook: flets en pastel op één doek samen met harde en schreeuwerige tinten. Niet, dus.

En dan zie je wat Davringhausen vóór Weimar schilderde, dit Portret van een Man, uit 1912-13 bijvoorbeeld. En wat Davringhausen -die op tijd uit Duitsland weggeraakte- later maakte (hier). Dat oogt allemaal vrijer en speelser en lichter. En dan is de vraag: bestond er effectief zoiets als een Weimartijdsgeest, die maakte dat je, onder de indruk van de gebeurtenissen, zwaar-op-de-handse schilderijen produceerde, die zwanger stonden van de Betekenis? Of was het gewoon een mode, waar Davringhausen zich, eenmaal weg uit München of Berlijn, van losmaakte?

Wie zal het zeggen?

Geen opmerkingen: