zaterdag 31 augustus 2013

De smulbroeders


De smulbroeders - Tafellied

Ach! wat aengenaeme reuken
Van gebak en van gebraed,
Kwamen ons van uit de keuken, 
Tegenstromen op de straet.
Tafelmakkers! ach, wat zullen
Wy onz' leêge buiken vullen,
Onder 't smullen
Aen den volgezetten disch,
Die voor ons besproken is.

Lekkere oesters met citroenen,
Versche zeevisch, zalm en kreeft,
Sterk getruffelde kalkoenen;
Wee hem die geen honger heeft!
Ach! Wat zijn zy diep ellendig,
Die op aerde niet bestendig,
Voor 't inwendig,
Zorgen van hun eigen buik,
Naer oudvaderlyck gebruik.

Uit: Theodoor Van Rijswijck (1811-1849), Uitgekozen Gedichten, De Sikkel, Antwerpen, 1919. (Van Rijswijck gaat overigens nog enkele coupletten door met zijn lofzang op de welgevulde tafel. Er zijn slechtere onderwerpen denkbaar.)

Het prentje: Pieter-Paul Rubens, Twee Saters, 1618-19.

Geen opmerkingen: