Wat geweldig voor J.R.R. Tolkien pleit is hoe hij reageerde op het verzoek van Nazi-Duitsland om zijn boeken te mogen uitgeven.
When the publishing firm of Ruetten & Loening was negotiating with J. R. R. Tolkien over a German translation of The Hobbit in 1938, they demanded that Tolkien provide written assurance that he was an Aryan. Tolkien chastised the publishers for “impertinent and irrelevant inquiries,” and —ever the professor of philology— lectured them on the proper meaning of the term: “As far as I am aware none of my ancestors spoke Hindustani, Persian, Gypsy, or any related dialects.” As to being Jewish, Tolkien regretted that “I appear to have no ancestors of that gifted people.”
En dat is dan nog maar de inleiding van een bijzonder interessant stuk over waarom er geen Joodse fantasy wordt geschreven.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten