De term Vlaamse Primitieven, leert
wikipedia, "
werd vertaald uit het Frans en raakte ingeburgerd door het succes van de zogenaamde 'Exposition des Primitifs Flamands', een grote overzichtstentoonstelling gehouden in Brugge in 1902". Als het over één of ander volk uit de derde wereld ging, dan had je vermoedelijk al een Unesco-commissie die aandrong op een minder stigmatiserende benaming. Terecht, deze keer. Vlaamse Primitieven, dat roept onvermijdelijk iets op van Nobele Wilden, van zich in beervellen hullende jagers en voedselverzamelaars die, als het ware bij toeval, met het achtereind van hun knotsen, wel aardige prentjes bij elkaar griffelden. En dat voor een periode in de schilderkunst waar een niveau van vakmanschap werd bereikt waarover we ons ook nu blijven verbazen.
Daarom: weg met die Vlaamse Primitieven, leve de Vlaamse Laatgotiekers. De laatgotiek wordt overigens ook wel eens als de
flamboyante gotiek bestempeld. Dat heeft ook wel iets. Maar we zijn en blijven Vlamingen: liever bescheiden, dan vallen we minder op. Laatgotiekers, dus.
Het prentje: Jan Van Eyck,
Portret van Jan De Leeuw, 1436
1 opmerking:
Allez, nu heb ik iet bijgeleerd!
Ik kende de origine van de uitdrukking niet, hier in Wallonië hebben ze me vaak geplaagd als was ik een "Primitif Flamand"... :-) (als kind, of course!)
Een reactie posten