"Bovendien zal de Vlaamse regering in crisistijd nauwelijks kunnen uitleggen dat ze past voor een infrastructuurwerk dat op korte en halflange termijn werk biedt aan 10.000 mensen." (De Standaard, 11.02.10
Als het over onpopulaire overheidsuitgaven gaat -nieuwe legervliegtuigen of, zoals in het citaat hierboven, de Oosterweelverbinding- dan is er bij de krant altijd wel eentje die denkt slim te zijn door er op te wijzen dat je door in één keer zo'n smak gemeenschapsgeld uit te geven, wél wonderen doet voor de werkgelegenheid.
Laten we dat even aanschouwelijk voorstellen. Stel, de overheid geeft vijf miljard uit aan een nieuwe Oosterweelverbinding. Of dat nu een realistisch bedrag is, laten we in het midden. Het gebeurt niet zo vaak dat we naar de bruggenwinkel stappen en een nieuwe Oosterweelverbinding bestellen, dus we hebben geen benul van de prijs. Daar gaat het ook niet over.
Waar waren we? Stel, de overheid geeft vijf miljard uit. Fijn, denkt zo'n journalist dan: dat is werk voor massa's mensen. Daarbij vergetend dat dat geld van ergens komt. Dat komt van de belastingen van mensen. Als je die mensen dat geld had laten houden, dan hadden ze dat uiteindelijk ook uitgegeven. En al die uitgaven -nieuwe frietketels, een abonnement op de zonnebank, een fijne reis naar Benidorm- betekenden net zo goed werk voor massa's mensen. Iemand moet immers die frietketels maken, verpakken, vervoeren, verkopen. Iemand houdt de zonnebank open, iemand organiseert en vervoert Benidormreizigers.
Met andere woorden, het argument "grote overheidsuitgaven zijn goed voor de werkgelegenheid" snijdt geen hout. Het is in het beste geval een broekzak-vestzakoperatie. Geld dat anders zijn weg had gevonden naar de producenten en verkopers van zonnebanken, frietketels en Benidormreizen, komt nu in de bouwsector terecht. En de mannen van de bouw kopen vervolgens zonnebanken, frietketels en Benidormreizen. In het andere geval hadden mensen dat geld onmiddellijk aan die van de zonnebanken, frietketels en Benidormreizen gegeven. En die hadden daarmee mogelijkerwijs een fijn nieuw huis gekocht, zodat die van de bouwsector er dan weer wel bij hadden gevaren.
Broekzak-vestzak.
Het prentje: Mike en Andy De Weerdt uit Kobbegem. Vastbesloten om, als ze later zakgeld krijgen, dat flink te laten rollen. "Het is niet voor ons, het is voor de werkgelegenheid", verklaarde Andy alvast.
1 opmerking:
Economie is geen exacte wetenschap.
En dat is handig: je hebt, zolang je niet op een foute dag je beste vriend aanbeveelt om Fortis aandelen te kopen, altijd gelijk.
En dus ook Pst heeft gelijk: je moet geen Lange Wapper bouwen omdat het crisis is. Je moet een Lange Wapper bouwen omdat het een mooi en zinvol project is. En als je dit laatste vindt, dan is de crisis vooral geen alibi om de investering uit te stellen.
Typisch aan een economische crisis is immers dat iedereen zo een beetje op z'n centjes gaat zitten, onzeker voor de toekomst. Niet alleen bedrijven stellen nieuwe investeringen uit, maar ook consumenten kijken of ze het met ietsje minder kunnen stellen, of ze niet wat extra opzij kunnen leggen voor later. Het hele economisch systeem valt dus zo'n beetje plat. Het is dus maar zeer de vraag of de pakweg 200 euro die je zal uitdelen (en niet in de brug zal investeren) zoveel zal bijdragen aan de economie, net op dat ogenblik dat ze nieuwe investering het meeste nodig heeft. De kans is m.i. klein dat er massaal meer frietketels gekocht zullen worden. We hebben het ook nu gezien: hoewel de koopkracht van heel wat mensen amper is aangetast, gaat de consumptie er niet op vooruit, in tegendeel.
Op zo'n ogenblik is het voor een overheid een goed idee om wat extra snel te investeren in openbare infrastructuurwerken die sowieso moeten gebeuren. Niet alleen omdat van die centen zeker is dat ze in de economie geïnvesteerd wordt en niet op een spaarboekje belandt. Ook voorkomen deze investeringen dat het eigen economisch weefsel afgebouwd wordt. Want stel dat het over enkele maanden weer wat beter gaat, als onze bruggenbouwers tegen dan failliet zijn, hebben we er ook niet veel meer aan. Daarenboven moet de overheid door een vermindering van de vraag, nu een goede prijs kunnen bedingen.
Maar zoals gezegd: economie is geen exacte wetenschap. Tegen we uit de crisis komen hebben bruggen misschien wel helemaal afgedaan en graaft iedereen tunnels: wat ben je dan met een economische structuur van bruggenbouwers. Het is net als met de steenkoolmijnen en, wellicht, zoals met de auto-assemblage industrie. Een foute economische infrastructuur moet je niet tegen wil en dank in stand houden. Maar ja, wanneer weet je dat het voorbij is ? Van de auto's zijn we het stilaan eens dat een tijdperk is afgesloten, van bruggen zijn we dat nog niet zo zeker.
En dus, het citaat uit de Standaard is nog zo gek niet. Als de overheid vindt dat het een goed idee is om ooit een Lange Wapper bouwen in Antwerpen, dan beter nu dan over een jaar of vijf. Als de overheid vindt dat de Lange Wapper geen goed idee is, bouwt ze de brug beter nooit.
Een reactie posten