woensdag 11 februari 2009

Porseleinen hond


"Die porseleinen hond die mijn gemeubelde kamer opvrolijkt. Het is een witte hond. Met blauwe ogen. De neus voorzichtig rood, gevlekt. Het hoofd pijnlijk rechtop, de uitdrukking vriendelijk, op het imbeciele af. Zelf ben ik er niet wild van. Als voorwerp stoort het me, mag ik wel zeggen. Mijn vrienden lachen er mee, en zelfs de hospita vindt het maar niets en verontschuldigt de aanwezigheid ervan als zijnde een geschenk van een tante.

Maar als binnen tweehonderd jaar die hond ergens wordt opgegraven, met de poten er af en de staart gebroken, dan is het meer dan waarschijnlijk dat hij als antiek wordt verkocht en in een toonkast opgesteld. En mensen zullen hem van alle kanten bekijken en bewonderen. Ze zullen versteld staan van de wonderlijke diepte van de kleur rond zijn neus en speculeren over hoe mooi het stuk van de staart dat ontbreekt, wel moet zijn geweest.

We zien vandaag de schoonheid van die hond niet. We zijn er te zeer mee vertrouwd. Het is als de zonsondergang en de sterren; we zijn van hun pracht niet onder de indruk, omdat we ze gewoon zijn. Zo is het ook met die hond van porselein. In 2228 zullen mensen hem koesteren. De kunst om zo'n hond te maken is dan verloren gegaan. Onze nakomelingen zullen zich afvragen hoe wij dat deden, en zeggen hoe knap wij wel waren. Ze zullen naar ons verwijzen als "die geweldige oude kunstenaars uit de negentiende eeuw die porseleinen honden maakten".

Jerome K. Jerome (1859-1927), Three Men in a Boat. To Say Nothing Of The Dog, 1899

(Het prentje: Jerome K. met hond. Niet van porselein.)

Geen opmerkingen: