Zelfkant
Ik houd het meest van de halfland'lijkheid:
Van vage weidewinden die met lijnen
Vol waschgoed spelen; van fabrieksterreinen
Waar tusschen arm'lijk gras de lorrie rijdt,
Bevracht met het geheim der dokspoorlijnen.
Want 'k weet, er is daar waar men 't leven slijt
En toch niet leeft, zwervend meer eenzaamheid
Te vinden dan in bergen of ravijnen.
De walm van stoomtram en van bleekerij
Of van de ovens waar men schelpen brandt
Is meer dan thijmgeur aanstichter van droomen,
En 't zwarte kalf in 't weitje aan de rand
Wordt door een onverhoopt gedicht bevrijd
En in één beeld met sintels opgenomen.
Simon Vestdijk (1898-1971), Zelfkant, uit: Dichters van dezen tijd, uitgeverij P.N van Kampen & Zn., Amsterdam, 1939
En hier kan je Vestdijk zelf een stukje horen voordragen. Dat soort galmend dichternederlands hoor je overigens nooit meer.
2 opmerkingen:
Wat gaan onze nazaten binnen vijftig jaar niet vinden van de galm van Tom Lanoye en cs? Mij doet het wat denken aan de commentaarstem op de NIR toen de lijkstoet van koningin Astrid door de straten van Brussel reed.
Overigens prima sonnet, helemaal volgens de regels van de kunst, ritmisch volmaakt.
Prima sonnet, inderdaad. Vonden we ook.
Een reactie posten