maandag 19 maart 2012

Darwin's neus



Pascal meende dat de wereldgeschiedenis er anders had uitgezien als de neus van Cleopatra korter was geweest. Waar we minder bij stilstaan is dat het geen haartje scheelde of de wereldgeschiedenis had er effectief geheel anders uitgezien omwille van de vorm van Darwin's neus.

Toen Darwin aan boord ging van de Beagle, voor de expeditie die aan de basis zou liggen van zijn belangrijkste wetenschappelijke werk, maakte de kapitein, ene Robert Fitz-Roy, bezwaar omwille van de vorm van Darwin's neus. Die straalde gebrek aan wilskracht uit en dat voorspelde niet veel goeds voor een avontuurlijke zeereis.

Kapitein Fitz-Roy was aanhanger van de destijds waanzinnig populaire leer van de op het prentje afgebeelde Johann Kaspar Lavater (1741-1801), dichter en fysiognomist. De fysiognomie was het onechte neefje van de fysiologie en hield zich bezig met het afleiden van karaktereigenschappen van lichamelijke kenmerken. Het was -gelukkig voor Darwin- een bezigheid die dichter lag bij de poëzie dan bij de wetenschap.

Volgens een vaak vertelde anekdote kreeg Lavater een keer de -naamloze- portretten onder ogen van de filosoof Kant en van een berucht roverhoofdman. En, ja hoor, Lavater bewees onweerlegbaar dat de fysiognomie van Kant hem voorbestemde tot een leven van misdaad. Voor de roverhoofdman had, dat zag je aan ogen, neus en voorhoofd, de natuur grootste wijsgerige inzichten in het vooruitzicht gesteld. Kant beleefde veel plezier aan dit verhaal. Wat de roverhoofdman er van dacht weten we niet: die hadden ze inmiddels al terechtgesteld. Ongetwijfeld een groot verlies voor de filosofie.

Geen opmerkingen: