maandag 29 oktober 2007

Een architect met een missie



We werken in een gebouw dat bij architecten hoog staat aangeschreven. Het gebeurt dat we op de gang verdwaalde architectuurtoeristen tegenkomen die elkaar vertellen hoe geweldig deze constructie wel is. Dan leggen we ze behulpzaam uit hoe ze weer terug in de trappenhal moeten geraken en op dode momenten laten we ze met plezier even rondkijken in ons bureau.

De architect, Renaat Braem, heeft wel meer bezienswaardigheden op zijn actief. Er is het hoofdgebouw van de Antwerpse politie, een erg dominante toren midden in de oude stad. Er is, als je met de wagen van Antwerpen naar Brussel rijdt, ter hoogte van Boom een gigantisch flatgebouw, van waaruit je, als je er woont, de hele dag leuk naar het drukke verkeer kan kijken. Er zijn een reeks sociale huisvestingscomplexen die, met steeds minder succes, het maakbaarheidsgeloof uit de tijd waarin ze werden gebouwd proberen levendig te houden.

Braem was een architect met een missie. Belgiƫ vond hij het lelijkste land van de wereld. Hij had zichzelf de taak toebedeeld de mensen wooncultuur bij te brengen. Dat valt in de praktijk nogal tegen. Zo is het gebouw waarin we werken uitermate gebruiksonvriendelijk. Als de zon een poosje schijnt wordt het al gauw ondraaglijk heet. Als het wintert, sleep je best een straalkacheltje aan. De ovaalvorm van het gebouw maakt het er niet makkelijker op. Je hebt een heleboel kleine kamertjes, veel gebogen muren en een hoop verloren ruimte.

Dat lees je wel vaker over beroemde gebouwen, dat ze eigenlijk niet geschikt zijn voor de taak waarop ze zijn berekend. De architectuurcriticus Stewart Brand heeft daarvoor een verklaring. Architecten bouwen niet voor de mensen die de gebouwen gebruiken, maar voor andere architecten. Magazine architecture noemt hij dat. Je status en marktwaarde gaan omhoog als er over je werk in de toonaangevende tijdschriften wordt geschreven. En dus draag je er zorg voor dat je precies die dingen bouwt die je collega’s en de architectuurtheoretici leuk vinden. Pech voor wie daarna in zo’n gebouw moet wonen of werken.

1 opmerking:

steph feremans zei

oneens, in dit bijzondere geval dan toch. We moeten over deze sigaar en andere pijpen nog eens een meiboom opzetten; Het is tenslotte augustus.