maandag 11 mei 2009

Bang van Lippens


Eén van de prettigere neveneffecten van de crisis is dat de economische krantenpagina's plots een stuk leesbaarder worden. Geen esoterische beurspraat meer, maar doorleefde human intereststories. In zak en as zittende bankiers die diep in hun ziel kijken. Verarmde verzekeringsmakelaars die nu blijken te dromen van een bestaan als meubelmaker of bejaardenhelper. Jammerende graven en baronnen.

Over die laatste categorie willen we het hebben. In De Standaard laten ze dit weekend ene baron Bernard 't Serstevens aan het woord. Behorend tot de fine fleur van de Belgische adel en nu, zoals blijkbaar nogal wat edele vrienden en kennissen, veel centjes kwijt. Dat is natuurlijk het leven en dat hoort bij de beurs. Dat is allemaal niet zo interessant.

Boeiender wordt het wanneer ze 't Serstevens laten vertellen over hoe het allemaal is kunnen foutlopen. "Wij waren bang van de jonge Maurice Lippens", laat de baron zich ontvallen. Dat verklaart veel. Misschien niet zozeer over de beurs, maar vooral over waarom de adel vandaag zo'n zielige indruk laat.

Mannen van adel die bang zijn voor zo'n bankiersventje? Hun voorouders lieten die centenman toch gewoon door hun knecht afranselen? Die hadden de voorouders van Lippens toch eenvoudigweg in de kerker gegooid of geradbraakt of, wat dat precies ook moge zijn, over de kling gejaagd, zoals ze dat in de stripverhalen altijd noemen.

Het probleem met de Belgische adel is dat het geen adel meer is. Wie werd in het verleden geridderd? Wie zich op het slagveld had onderscheiden. Wie brutaler, vechtlustiger en avontuurlijker was dan de anderen (zie prentje). Wie maken ze vandaag baron of graaf? Wie goede werken heeft gedaan, of een mooie film gemaakt over een priester, of iets stichtends heeft geschreven over het samenleven van Vlamingen en Walen. Kunnen we van dat soort nieuwe edellieden iets verwachten? Zie je die heren en dames onze troepen aanvoeren? Niet te verwonderen dat die het in hun fluwelen wambuis doen als ze Lippens tegenkomen. Mietjes!

Wie zouden ze vandaag moeten adelen? De zware jongens die met pitbulls de pleintjes in Kuregem of Molenbeek terroriseren. Die doen eigenlijk niets anders dan wat de verre voorouders van de gevestigde adel deden. Mensen pesten en de duvel aandoen, zodat die hun centjes afgeven.

En wat gebeurde er in het verleden nadat ze die boeven adelden? Die voelden zich plots belangrijk en verantwoordelijk en huurden in de kortste keren iemand in om ze goede manieren bij te brengen en met de juiste visvork te leren eten. In geen tijd oppassende burgers, die je bovendien kon inzetten om andere boeven te vangen.

Dus: als we binnenkort weer horen dat het Onze Vorst behaagd heeft gewone burgers in de adelstand te verheffen: hopen dat het deze keer geen bleekneuzige schrijvers of zichzelfwegcijferende ziekenverzorgers zijn.

Handtasdieven, carjackers en beurzensnijders: daartussen zit de nieuwe adel! Met dat soort volk kan je naar het front. Lippens zet het op een lopen als zo'n nieuwe graaf of baron even met pitbull of baseballbat dreigt.

Bang van Lippens! Wat gaan we nog allemaal lezen in de economische pagina's van de krant.

Geen opmerkingen: