zaterdag 30 mei 2009

Het lot van dictators


Jozef Stalin -de minzaam geschenken in ontvangst nemende opa op het prentje- wantrouwde alles en iedereen. Hij huldigde het principe dat je maar beter de ander een mes in de rug kan steken voor hij dat bij jou doet. En dus schakelde Stalin preventief iedereen uit die potentieel ooit een bedreiging voor hem kon vormen.

Volgens Stalin-biograaf Isaac Deutscher is paranoia het lot van dictators. Interessant is echter dat, volgens Deutscher, dictators daarom helemaal niet gek hoeven te zijn. Hoe rationeler de dictator, hoe groter de kans. Zo ook Stalin:

"The more realistic, sober, and sound the view he took of the men around him, the more acute became his distrust and fear of them. The more he was free from self-delusion, the worse were the nightmares he saw.

Did men like Molotov, Krushev, Malenkov, Kaganovich, Berya, and Mikoyan not mind the execution of Rudzutak, Kossior, Postyshev, and Eikhe, who had been their closest comrades? If they did not mind it, they were scoundrels without a shred of conscience - how, then, could Stalin count on their loyalty? If they did mind, then, no matter how carefully they concealed their feelings, they could not but nurture a deep resentment and a hatred of their heartless master. In either case, Stalin could not take their obedience at its face value. He had to distrust them, watch them, and be on their guard aganist them."


Isaac Deutscher, Stalin. A political biography, 1966.

Als je er over nadenkt is wat Deutscher over Stalin opmerkt universeel van toepassing. Waar mensen macht hebben en hun handen vuil maken, treedt het bovenstaande mechanisme in werking. Ofwel zijn hun medestanders, net zoals zijzelf, zonder scrupules en dus te vrezen. Ofwel hebben die wroeging en dan kan je ze ook al niet betrouwen.

Macht doet vreemde dingen met mensen.

Geen opmerkingen: