woensdag 4 december 2013

Schoenpoetsen


Wat je in de klassieke socialistische en antisocialistische literatuur vaak tegenkomt: schoenpoetsen. Antisocialisten pareerden de socialistische utopische toekomstbeelden met de vraag: en in dat arbeidersparadijs, wie gaat dan het onaangename werk doen, het schoenpoetsen bijvoorbeeld. Klassiek is de riposte van Marx toen één van zijn sociaal-democratische vrienden, de gynecoloog, dr. Ludwig Kugelmann hem die vraag stelde: "U, dr. Kugelmann."

Latere socialisten hadden door dat dit ad hominem-verweer misschien niet het meest doeltreffend was. In De Vrouw onder het Socialisme bedacht August Bebel een meer afdoend antwoord: onder het socialisme zullen we schoenpoetsmachines uitvinden, zodat niemand dat werkje nog hoeft uit te oefenen. Die schoenpoetsmachine lag hem na aan het hart: in de laatste door hem verbeterde druk meldt hij in een voetnoot dat die machine effectief is uitgevonden. In New York! Nu was er niets dat het socialisme nog kan tegenhouden.

Gek eigenlijk dat in die polemiek niemand op het idee kwam dat we ook gewoon zelf onze schoenen kunnen poetsen, of dat we onze schoenen ongepoetst kunnen laten of schoenen dragen uit materiaal dat helemaal niet meer hoeft worden gepoetst. En ook dat leert ons weer wat: als mensen zich de toekomst voorstellen dan is dat altijd een extrapolatie van hun eigen tijd. Tot en met de verhouding tot hun schoeisel.

Geen opmerkingen: