dinsdag 31 maart 2009

Goede vibraties


Vandaag een consumententip. Zo meteen zoeken de lezers hun centjes bij elkaar en haasten ze zich naar de CD-winkel. Alwaar ze zich vervolgens zoveel mogelijk exemplaren aanschaffen uit twee fantastische CD-verzamelreeksen.

Als daar zijn, vooreerst Saga Jazz. Deze maand verscheen het inmiddels al vijfenzeventigste album in de reeks. Telkens een mooie verzameling oudere jazznummers, met de klemtoon op de periode 1930-1950, telkens rond een thema: zigeunerjazz, jazz en latijns-amerikaanse ritmes, jazz en treinen, jazz en, jawel, indianen.

Dit weekend gekocht en het leven onmiddellijk geweldig veel aangenamer makend: Good Vibrations. Old and new world jazz vibists, 1937-1955. Een fijn stel vibrafonisten verzameld.

En er is verder ook nog, van hetzelfde merk, de reeks Saga Blues. Niet helemaal verrassend, gegeven de titel: deze keer verzamelde bluesklassiekers, ook weer telkens thematisch geordend.

En het mooiste: die verzamelaars kosten waarlijk géén geld.

Een toemaatje: Lionel Hampton in Flyin' Home (filmpje). Staat ook op bovenvermeld plaatje.

Het prentje: Sadi Lallemand, eerder dit jaar overleden. Een stuk Belgische jazzgeschiedenis. Ook groot in het buitenland, overigens: lees zijn overlijdensbericht in The Times. En, afsluitend, Sadi in aktie, in 1967, met de Kenny Clark-Francy Bolland Big Band (filmpje).

maandag 30 maart 2009

Econoscepticisme


Je hebt, als het over economie gaat, twee scholen: mensen die geloven dat er iets als De Economie bestaat en de anderen. Wij behoren tot die anderen.

Hoe de essentialisten, zo noemen we gemakshalve even de eerste groep, over economie denken zie je mooi als het gaat over hoe we de crisis moeten aanpakken. De essentialisten gaan er van uit dat er daarbuiten een groot ding is, Economie geheten. Dat ding zit nu op zijn honger. Dus moet je het voeden. En als je het genoeg eten geeft, dan gaat het wel weer groeien.

Hoe moet je de Economie voeden? Door geld te stoppen in zieltogende fabrieken, bijvoorbeeld. Of in nieuwe technologieën. Of in bruggen en wegen. Daardoor komt er terug geld in circulatie en wordt De Economie groot en sterk.

De andere school, de nominalisten, denken bij economie niet aan een aanwijsbaar ding. Ze denken aan ontelbare mensen die producten maken of diensten aanbieden, die kopen en verkopen, consumeren of sparen. Als je de economie op die manier voorstelt, dan zit herstel ook iets moeilijker in elkaar. Wie of wat moet je stimuleren? Aan wie moet je die zak met geld geven? En waar moet je hem halen?

Hoe weet je welke fabriek je moet redden? Wie kan je garanderen dat de veelbelovende nieuwe technologieën ook effectief zullen werken? Welke bruggen en wegen zijn echt nodig? Is de kans niet groot dat we overal volstrekt nutteloze ondernemingen op gang brengen? Dat we vooral diegenen met de meeste politieke invloed belonen?

En is de keerzijde van geld in de economie stoppen niet dat je dat geld eerst uit andermans zakken moet zien te kloppen? En door dat geld af te nemen, ga je daardoor niet net, vandaag of in de toekomst, de consumptie en daardoor de verhoopte groei afremmen? Waar blijf je dan met je verhoopte stimulus?

Econosceptici -want dat zijn die nominalisten eigenlijk- kijken ook naar de concrete mensen die De Economie in goede banen gaan leiden. Kijk naar ons politiek personeel. Denk aan je ervaringen met overheidsadministraties. Kijk naar de mensen die geacht worden te weten hoe economisch de vork in de steel zit. Stel: je hebt een paar miljoenen te investeren. Zou je -en nu eerlijk zijn- die miljoenen aan die mensen toevertrouwen?

Als je twijfelt om die vraag positief te beantwoorden, kan het misschien geen kwaad om in de toekomst ook wat sceptischer te staan tegenover al die plannen om de economie te stimuleren.

En voor wie er meer over wil weten: een bijzonder interessant stuk over de verhoopte en de reële effecten van de economische stimuleringsprogramma's uit de jaren dertig.

zondag 29 maart 2009

Zomeruur


Toe, Oom Jan, vertel nog eens van de tijd van voor het zomeruur!

Wel jongens, ...

zaterdag 28 maart 2009

Heilige Handgranaat


Wel mooi hoe de jongens van Monty Python na al die jaren nog altijd de boel op stelten kunnen zetten. Vorige week werd een straat in het Londense wijk Shoreditch ontruimd omdat werklieden een verdacht voorwerp vonden (Telegraph, 19.03.09).

Dat voorwerp was niet minder dan ... tadaaah.... een replica van de Heilige Handgranaat van Antiochië (prentje).

Pythonisten weten meteen waarover we het hebben: in Monty Python and the Holy Grail wordt gebruik gemaakt van de Heilige Handgranaat van Antiochië om af te rekenen met een Bijzonder Vervaarlijk Konijn, dat het pad van Koning Arthur en zijn Graalridders verspert en bij een eerdere poging om dat pad vrij te maken zowaar enkele van die Ridders het tijdelijke voor het eeuwige deed ruilen.

Dit filmpje laat zien hoe dit in zijn werk gaat.

vrijdag 27 maart 2009

Uitknippen langs de stippellijn


Invullen, netjes uitknippen langs de stippellijn, 50 cent erbij, opsturen en, bingo, in de kortste keren ben je de trotse eigenaar van zo'n fraaie Yogi Bear Milk Mug en een bijpassende Huck Hound Cereal Bowl.

Soms ligt geluk gewoon binnen handbereik.

donderdag 26 maart 2009

Dan geen seks


Het is een beetje flauw. In elk nieuwsitem, op de krant of op TV, wordt, bij wijze van gatenvullertje, ook altijd even het woord gelaten aan de leek. Een stukje over de koopkracht? Dan mag een winkelende mevrouw haar gedacht zeggen. Iets over de verkeersproblematiek? Even een automobilist tegenhouden en die om zijn mening vragen.

Dat die leek van toeten noch blazen weet doet er niet toe. Dat die mening op geen enkele manier iets aan het onderwerp toevoegt of nieuwswaarde heeft, geen punt. Integendeel. Hoe meer naast de kwestie, hoe groter de kans dat het de aandacht trekt. In talloze huiskamers worden er dan lelijke dingen tegen het scherm geroepen: trien, wat weet gij daar nu van? Of: ziet dat, zo'n oude vent en en dat rijdt nog met zo'n dikke auto. Godgeklaagd. Dat soort dingen.

Laten we wel wezen: de media en, bij uitbreiding, wij allemaal, vinden de visie van zo'n leek best wel leuk. Een expert, iemand die écht weet waarover het gaat? Saai. Dan moeten we nadenken. Dan dwalen onze gedachten af. Dan beginnen we maar tegen elkaar over het lullige brilmontuur van de professor economie of de oudmodische das van de verkeersdeskundige. Neen, dan liever zo'n winkelende vrouw of zo'n willekeurige automobilist. Dan kan je lachen: zo'n domme mensen.

En dan laat de paus een keer zijn mening horen over een onderwerp waar hij werkelijk niets van afweet en dan nemen we die mening nog ernstig ook. Dan zijn we waarlijk verbolgen. Dan willen we, godbetert, onze Belgische ambassadeur terugroepen uit het Vaticaan.

De paus over condooms: dat is, met respect, toch van het niveau als een verkoopstertje van pralines over de toestand van de Belgische betalingsbalans. Dan weet je toch op voorhand dat de kans groot is dat het antwoord kant noch wal raakt? Zo'n mening neem je toch niet ernstig? Daar word je toch niet boos om?

En dat de paus tegen condooms is? Tja. Wat hadden mensen dan verwacht? Het is niet omdat de liberalen nu plots voor de staat zijn, dat ook de paus zomaar zijn meest fundamentele overtuigingen te grabbel moet gooien. De paus is tegen seks. Dat hoort zo. Dat is le fonds de commerçe van de katholieke kerk. Seks dient om voort te planten. Niet van plan voort te planten? Dan geen seks. Is toch niet ingewikkeld?

Mensen toch. Het leven is al zo kort.

(Het prentje: foto AFP.)

woensdag 25 maart 2009

Peggy en Mannix


Wat je je wel eens afvraagt: zou het ooit nog iets geworden zijn tussen Mannix en zijn secretaresse Peggy?

Zou Mannix vandaag van een rustige oude dag genieten of zouden al die klappen, die hij elke aflevering kreeg, hun tol hebben geëist? En in dat geval: stel, Mannix zit in een verzorgingsinstelling, zou Peggy dan op zondag op bezoek komen en met de aan zijn rolstoel gekluisterde Mannix een ommetje maken, bijvoorbeeld door het park van het Gesticht voor Oude en Hulpbehoevende Privé-Detectives?

Dat soort dingen vragen wij ons wel eens af. Iemand moet het doen.

En een extraatje: de begingeneriek van Mannix, gecomponeerd door de geweldige Lalo Schifrin.

dinsdag 24 maart 2009

Je eigen kernproef


Dit valt vermoedelijk iets moeilijker uit te leggen aan de jongere generatie.

Jongens, toen opa jullie leeftijd had, verwachtten de mensen de wonderlijkste dingen van kernenergie. Alles wat met atomen te maken had was modern en dus goed voor de mens. En uiteraard kon je je niet vroeg genoeg in de wondere wereld van de kernwetenschap begeven. Bijvoorbeeld met dit leuke hebbedingetje: doe fijn thuis zelf je eigen kernproef.

"The set came with four types of uranium ore, a beta-alpha source (Pb-210), a pure beta source (Ru-106), a gamma source (Zn-65?), a spinthariscope, a cloud chamber with its own short-lived alpha source (Po-210), an electroscope, a geiger counter, a manual, a comic book (Dagwood Splits the Atom) and a government manual 'Prospecting for Uranium.'"

(Dit merkwaardig stukje jeugdsentiment kwamen we op het spoor dankzij Boing Boing.)

maandag 23 maart 2009

Stadskippen


Dit is een geweldig trots kijkende man. Mag ook wel: "In New York City, senior gardener Abu Talib oversees the Taqwa Community Farm and its 13 chickens".

Dertien stadskippen: het is niet gigantisch, maar het is ook niet niets. En het is alleszins het begin van wat hopelijk een trend wordt. Nu het economisch niet zo best gaat, beginnen nogal wat mensen na te denken over de meer fundamentele dingen. Als het effectief van kwaad naar erger gaat: hebben we morgen dan nog brood op de plank? Wordt het veiligheidshalve geen tijd om een moestuintje aan te leggen, om voor wat scharrelkippen te zorgen?

In negentiende eeuws New York liep je op straat tussen de paarden, graasden er koeien en schapen in de parken en hield iedereen die er plaats voor had er een paar kippen of konijnen op na. En toen kwam de welvaart en sindsdien denken New Yorkers dat eten in de supermarkt groeit. Niet dus.

Just get a few chickens and you can feed yourself” laat Abu Talib weten. “He who controls your breadbasket controls your destiny.”

Inderdaad.

zaterdag 21 maart 2009

De Weg van de Wielrenner


"Ik sta op, eet, kak en ga dan trainen".

Tom Boonen, zenmeester, deze week in Humo.

God, met engelen


Leuk interview in de krant eerder deze week (De Standaard, 18.03.09). Met Thomas Dutronc. Die maakte een bijzonder onderhoudend plaatje: een soort van fusie van Frans chanson en manouchejazz. Op de vraag of hij nostalgisch is, antwoordt Dutronc:

"Ik denk het wel. Ik hou van dromen en ben niet erg efficiënt. Ik word graag meegevoerd naar een andere plek, ik hou wel van wat spleen. Waarom ook niet? En ik ben gefascineerd door de tijd die voorbijgaat. Al op mijn 25ste vond ik al dat mijn leven verkloot was, dat de tijd veel te snel ging. Ik ben nu 35 en wil vooral mijn leven vertragen."

Hadden we onmogelijk beter kunnen zeggen.

Wie wil horen hoe Dutronc klinkt: J'aime plus Paris (filmpje).

Fijne knipoog ook naar het voorlopig nog net iets beroemdere liedje van vader Jacques Dutronc: Il est cinq heures (zeer fijn filmpje).

Het prentje: nog Dutronc in het interview. "Ik wil niet in de pure stijl van Django spelen, waarom zou ik dat doen? Die man is God voor mij." Dit is hem dan, beste lezer: God, met enkele van zijn engelen.

Overigens, wie graag dit soort muziek hoort: stem af op ons favoriete radiostation, Tsf Jazz. Te beluisteren via internet en, uiteraard de radio, voor het geval je je in Frankrijk bevindt.

vrijdag 20 maart 2009

Zo'n typisch Engels dorpje


Als we geld hadden, aarzelden we niet. Dezer dagen staat er zo'n typisch Engels dorpje te koop, met alles er op en er aan. Tweeëntwintig huizen en huisjes. Een dorpswinkel. Een flink landhuis met een landgoed van een kleine 2000 acres erbij. Een fraai pastoriegebouw. Een kerkje met klokkentoren uit de twaalfde eeuw. Twee smidsen en een cricketveld.

Meer zou teveel zijn.

Vraagprijs is zo'n slordige 22 à 25 miljoen pond. Dat is uiteraard niets in het licht van de eeuwigheid. En wat nog veel mooier is: je doet aan goede werken als je je portefeuille bovenhaalt! De vorige eigenaar stipuleerde dat, na zijn dood, de opbrengst van de verkoop van het dorpje moet besteed worden aan "sick children, the elderly and injured jockeys".

Injured jockeys? Die vorige eigenaar, ene Herbert Blagrave, wordt in het persbericht omschreven als "a philanthropic racing figure", wellicht vandaar.

A philanthropic racing figure: ongetwijfeld een mooi beroep. Dat willen we in een volgend leven ook wel worden.

Waar kan je dat studeren?

donderdag 19 maart 2009

Nobele individualisten


Je hebt kattenmensen en hondenmensen. Je hebt wijndrinkers en bierdrinkers. Wat je ook hebt zijn mensen die vinden dat in bovenstaande vergelijkingen telkens één categorie superieur is aan de andere. Hoe dan?

Hondenmensen en bierdrinkers: dat is toch een beetje straatjesvolk. Niet zo'n verfijnd slag mensen. Veeleer figuren die zich nog het liefst in groepen ophouden. Samen veel lawaai maken. En, laten we wel wezen, nogal wat historisch suspecte sujetten dronken bier en hadden een hond. Niet toevallig, toch?

Neen, dan wijndrinkers en poezenvrienden. Die zitten rustig thuis, met een goed boek. Een streepje klassieke muziek op de achtergrond. Hebben goed doordachte en gefundeerde meningen over de belangrijke maatschappelijke onderwerpen. Zijn genuanceerd. Principieel. Lopen niet zomaar de massa achterna. Fijne mensen.

Dat is, aldus de wetenschap, dus flauwekul. Met betrekking tot althans één element uit bovenstaande vergelijking weten we nu dat het net andersom is. Bierdrinkers zijn individualisten. Daar schrikken welmenende mensen wel even van, nemen we aan.

Onderzoekers van de University of Texas brachten in kaart waar ter wereld bier wordt gedronken en in welke hoeveelheden. Die gegevens correleerden ze vervolgens met de scores die de landen behalen in termen van individualisme en collectivisme. Wat blijkt? Hoe individualistischer de ingesteldheid, hoe meer bier er in een land wordt geconsumeerd.

Nog niet overtuigd? Vervolgens deden ze dezelfde statistische analyse voor de verschillende staten van de VS. En weerom hetzelfde verband: waar de burgers individualistischer scoren, wordt ook meer bier verbruikt.

Toegegeven: correlaties op macroniveau zeggen niet zoveel. Daarom werd ook een testpanel van studenten ingehuurd. Die kregen bier in ruil voor het invullen van persoonlijkheidstesten. En wat bleek: wie individualistischer uit die test kwam, was ook geneigd meer bier tot zich te nemen.

Wat hebben we geleerd? Er bestaan veel vooroordelen over bierliefhebbers. Die vooroordelen blijken niet te kloppen. Bierdrinkers zijn nobele individualisten.

En binnenkort lezen we dat hondenmensen nog het liefst haïku's bedenken en ballet de fijnste kunstvorm vinden. En poezenmensen blijken van modderworstelen te houden.

Bijvoorbeeld.

(Het prentje: lezers die wel eens in New Hampshire komen, mogen gerust zo'n kratje Smuttynose Old Brown Dog Ale voor ons meebrengen.)

woensdag 18 maart 2009

Billie en Mister


Deze hadden we nog nooit gezien: Billie Holiday, omstreeks 1946, poserend met haar hond Mister. Werpt meteen een heel ander licht op Billie.

Nogal wat mensen zijn fan van Billie Holiday om -vinden wij althans- de verkeerde redenen. Dat wil zeggen: wat ze vooral spannend vinden is de aan lager wal geraakte Billie, verslaafd aan alles wat niet goed is voor een mens, vallend voor foute mannen, voortdurend de indruk gevend dat ze zo meteen het tijdelijke voor het eeuwige gaat wisselen. Diè Billie.

Wat mensen wel eens vergeten is dat er ook een andere Billie was, die soms ook haast vrolijke liedjes maakte en die in gewone Hollywoodfilms optrad, zoals hier, in 1947, in New Orleans, Blues Are Brewin' zingend, begeleid door Louis Armstrong en diens orkest (filmpje). De andere Billie, dus.

Maar ook in slechte jaren bleven Billie en Mister elkaar trouw. Iemand bewaarde een boodschappenlijstje waarop Billie noteerde: "Cigarettes, gin, dog food".

Een sterk programma. Klinkt als een doorleefde bluessong. En daarom nog een prentje van Billie en Mister.

dinsdag 17 maart 2009

Alle punten voor W. Neil Berrett


Op kwade dagen komt iedereen wel eens in de verleiding om, achtereenvolgens, de collega's onverbloemd de waarheid te zeggen, een gevulde papiermand over het hoofd van de baas uit te strooien en de kantoordeur op die wijze dicht te knallen dat de ruiten er van daveren. Eindelijk een vrij mens.

Dat lucht ongetwijfeld op, maar het kan ook gracieuzer. Dat bewees eerder deze week W. Neil Berrett, de man in het opmerkelijk roze hemd op het prentje.

W. Neil Berrett bakte een lekkere cake voor de baas en schreef daarop in fraaie geglazuurde letters zijn ontslagbrief:

"Dear Mr. Bowers,

During the past three years, my tenure at the Hunters Point Naval Shipyard has been nothing short of pure excitement, joy and whim.

However, I have decided to spend more time with my family and attend to health issues that have recently arisen. I am proud to have been part of such an outstanding team and I wish this organization only the finest in future endeavors.

Please accept this cake as notification that I am leaving my position with NWT on March 27.

Sincerely,

W. Neil Berrett
"

Alle punten voor W. Neil Berrett.

Hoewel hij gisteren veiligheidshalve toch ook maar een papieren versie van zijn ontslagbrief inleverde. Een cake, legt hij uit, laat zich moeilijk wegklasseren.

maandag 16 maart 2009

Economische crisis


Waarom deze crisis mogelijk erger is dan die van de jaren dertig? Toen kon je, als je alles kwijt was, altijd nog ergens een lege ton meepikken en daarmee je naaktheid bedekken.

Probeer vandaag nog maar eens een fatsoenlijke lege ton te vinden.

zondag 15 maart 2009

Karpatho-Oekraïne


Vandaag, 15 maart, gedenken we het kortstondige en niet zo gelukkige bestaan van de Karpatho-Oekraïense Republiek. Die werd op de ochtend van 15 maart 1939 uitgeroepen en hield op de avond van diezelfde 15 maart 1939 al weer op met bestaan. Dat zat zo.

De Ruthenen, of Rusyn, maakten tijdens het interbellum deel uit van de Republiek Tsjechoslowakije. Toen Hitler aanspraak maakte op de Duitssprekende gebieden in die Republiek en vervolgens zijn troepen over de grens stuurde, riepen eerst de Slovaken en vervolgens de Ruthenen de onafhankelijkheid uit. In het geval van de Ruthenen was dat buiten de Hongaren gerekend. Die waren bondgenoot van Nazi-Duitsland en maakten gebruik van de Duitse opmars om de Karpatho-Oekraïense Republiek enkele uren na de onafhankelijkheidsverklaring te annexeren.

Wat weten we van de Rutheense geschiedenis? Veel miserie. De uitroeiing van de joodse bevolking tijdens de oorlog, de aanhechting bij de Sovjet-Unie na de oorlog, daarna de incorporatie bij Oekraïne als de Zakarpattia Oblast (de foto: een mooie prentbriefkaart uit Zakarpattië). Voorts leven er vandaag nog Rusyn in Slowakije, Polen, Hongarije, Roemenië, Servië en Kroatië.

Wat onderscheidt de Ruthenen van hun buren? De taal, hoewel er onder linguïsten wordt gediscussieerd over of het Rusyn nu een Oekraïens dialect is dan wel een eigen Oost-Slavische taal. (In dat verband geldt de aloude wetmatigheid: een taal is een dialect met een eigen leger en vloot.) Zijn er ook beroemde Ruthenen? Andy Warhol, officieel Andrew Warhola, was Rutheen. Weliswaar geboren en getogen in Pittsburgh, Pennsylvania.

Eisen de Ruthenen vandaag nog een eigen staat op? Worden er vandaag dure eden gezworen om de destijds onder een slecht gesternte geboren Karpatho-Oekraïense Republiek een tweede leven te gunnen? We weten het niet. Maar wij gunnen die Ruthenen die dat willen alvast een eigen staat.

Laat er evenwel geen misverstand over bestaan: wij gunnen iedereen een eigen staat. Ons ideaal: iedereen op individuele basis onafhankelijk. Laat het Prinsbisdom Peeters grenzen aan het Sultanaat Vandenbrande of de Volksrepubliek Wuyts. En wie met anderen een confederatie, keizerrijk of dubbelmonarchie wil beginnen: doe vooral wat je niet kunt laten.

Zolang je ons en de Ruthenen maar met rust laat.

(De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat het korte en tragische bestaan van de Karpatho-Oekraïense Republiek ons enigszins was ontgaan. Gelukkig brachten ze deze week in The Economist de Rutheense Zaak terug onder de aandacht.)

zaterdag 14 maart 2009

Meisjes en wetenschap


Hallo, ik ben Annelies Baldewijns uit Wijgmaal. En de twee lelijkaards links van mij, die allebei dezelfde trui dragen, zijn mijn domme broers Bart en Steven. Zo meteen ga ik een experiment doen. Achteraan de tuin staan twee gelijke tobben met daarin water. Bart gaat in de ene tobbe en Steven in de andere. Met kleren en al. Ik was Bart tien keer met een gewoon wasmiddel en Steven tien keer met Dash Ultra-Color Fresh. Ik wil wel eens zien of wat ze in de reclame zeggen klopt. Zullen de kleuren van Stevens trui fris en levendig blijven en zullen die van Bart vaal worden?

Meer meisjes zouden zich voor wetenschap en techniek moeten interesseren.

vrijdag 13 maart 2009

Schuine moppen


In de vroege jaren zestig gingen schuine moppen onveranderlijk over Brigitte Bardot (prentje).

Zou er toen iemand al die moppen genoteerd hebben? Wordt het, in het andere geval, geen tijd om een groot onderzoeksproject op te starten om nog te redden wat te redden valt? Moeten we niet dringend oudere jongeren van zo rond de vijftig en zestig opzoeken en vragen of ze zich nog schuine moppen over BB herinneren?

Een belangrijk stuk cultuurgeschiedenis gaat voor onze ogen verloren en doet de politiek er iets aan?

Ach, op wie kan je dezer dagen nog je hoop stellen.

donderdag 12 maart 2009

Jacob Jorisz is terecht


Eindelijk weten we precies wie al die mensen zijn op Rembrandts Nachtwacht. Of beter: we hadden de namen al een hele tijd. Die werden er in 1715 op het doek bijgeschilderd. Maar welk hoofd bij welke naam hoorde, dat bleef een raadsel.

Tot nu. De historicus Bas Dudok van Heel identificeerde de figuren op het schilderij (De Volkskrant, 12.03.09). Afgaand op hun leeftijd, status en de attributen die ze op het schilderij bijhebben, slaagde Dudok er in man en paard te noemen. En nog mooier: hij kon zelfs één van de nevenfiguren, waarvan de naam destijds niet werd opgelijst, identificeren.

Als je goed kijkt zie je rechts onderaan een mannetje nogal driftig de trom beroeren. Dat is, volgens Dudok, Jacob Jorisz. Waarom Dudok dat zo stellig weet, legt de krant niet uit. Maar wat wel leuk is: Jorisz werd onsterfelijk zonder dat het hem een centje kostte.

De afgebeelde schutters betaalden elk zo'n honderd gulden. Jorisz, die vermoedelijk veertig gulden per jaar verdiende, had dat geld niet en betaalde ook niets. En toch staat hij voortaan in alle boeken kunstgeschiedenis met naam en toenaam. Slim bekeken. Je zou welhaast denken: typisch Nederlands.

Maar het werk van Bas Dudok van Heel zit er nog niet op. Nog twee figuren blijven anoniem: een jongetje (links vooraan, half uit beeld) en een vrouw (linksmidden, fel verlicht). Volgens Dudok zijn het "verhalende figuren", van het genre morrend volk of iets dergelijks, en dus niet gemodelleerd op echt bestaande mensen.

Maar dat weet je natuurlijk nooit helemaal zeker, Bas. Terug het archief in. Uitzoeken wie die mensen zijn! Willen we ook weten.

En die hond (rechtsonder) hoe zit het daarmee?

woensdag 11 maart 2009

Zo'n vader


Een heel mooi boek voor wie van dat soort dingen houdt. De memoires van Ferdinand Mount, Cold Cream. My Early Life and Other Mistakes.

Mount was journalist, editor van the Times Literary Supplement en ook nog een blauwe maandag conservatief politicus. Mount komt uit zo'n oud, enigszins shabby, naar de bohème toeneigend, Brits adellijk geslacht. De Mounts leefden op stand omdat ze dat zo gewoon waren, maar hadden eigenlijk geen cent. Vader deed meestal niets, maar verdiende af en toe wat geld als jockey of paardenafrichter. Moeder was vooral slim en mooi en alsdusdanig, toen ze jong was, de aanbedene van beroemde schilders, schrijvers en filosofen.

Ferdinand Mount ging naar Eton en Oxford, maar dan wel met een beurs. En dat bleek achteraf een goede investering, want Mount kàn schrijven. Hieronder een korte typering van welk soort man zijn vader was.

"Even when going for a stroll in the country, my father would try to inject some excitement by vaulting a five-barred gate or getting down on his hands and knees by a stream to see whether there was a trout he could tickle. Once, when walking off Christmas lunch at the Chantre, he saw a derelict pram overturned in the ditch in Mells Lane and immediately took out his matches and set fire to it. He said it would make a good diary entry: 'Christmas Day: burnt a childrens pram'. He did not keep a diary. Both the effort and the self-regard would have been alien to him."

Zo'n vader zou elk kind moeten hebben gehad.

(Het prentje: de Mounts, vader en zoon.)

dinsdag 10 maart 2009

Oost-Vlaamse provinciebestuurders


Waar we ons wel eens zorgen over maken, is over de toestand van de bijen. De afgelopen jaren kwam je steeds vaker nogal onheilspellende berichten tegen over mysterieuze sterften, als gevolg waarvan je wereldwijd steeds minder bijen zag in velden en boomgaarden.

Aan Albert Einstein worden de waarschuwende woorden toegeschreven dat als de bijen verdwijnen, de mensheid in de kortste keren volgt. Of Einstein die woorden ooit werkelijk sprak kan worden betwijfeld. Net als die andere voortdurend hem toegedichte inschatting dat de mensheid maar enkele percenten van de haar toebedeelde hersenen gebruikt.

(Op een bepaalde manier wel ontroerend: als wij mensen een gedachte heel erg belangrijk vinden, schrijven we ze veiligheidshalve meteen een Belangrijk Persoon toe. Alsof, telkens we zelf iets verzinnen, we meteen schrikken van de consequenties en voor de zekerheid toch maar liever schuilen achter de brede schouders van een erkende autoriteit. Beste medemensen: zelf denken mag, hoor.)

Maar het ging over de bijen. Welnu, misschien is het minder erg dan gevreesd, laat The Economist weten. Alleszins in California zijn de bijen dit jaar weer op volle sterkte. De bijencrisis heeft, leert onderzoek, vermoedelijk ook minder te maken met milieuvervuiling dan aanvankelijk werd gedacht. Bijen werden ziek omdat ze wereldwijd het slachtoffer werden van een virus. En dat virus sloeg zo vernietigend toe omdat de bijen eerder al het slachtoffer waren van oprukkende parasieten.

Is er iets aan te doen? De bijen bijvoederen helpt. Omdat het voedselaanbod in een verstedelijkte omgeving nogal eenzijdig is, krijgen de bijen niet genoeg proteïnerijk voedsel binnen en verzwakken ze en worden ze vatbaar voor parasieten en kunnen ze hun immuunsysteem niet op peil houden. En dan worden ze ook een gewillige prooi voor virussen.

Net om die reden dragen we de provincie Oost-Vlaanderen bijzonder in het hart. Het provinciebestuur, meldt de krant, deelt zakjes zaad uit, met de bedoeling de provincie vol bloemen te zetten om zo de bijen de kans te geven weer op krachten te komen (De Standaard, 10.03.09). En hoewel we in het algemeen niet zo'n voorstander zijn van dat soort sinterklaaspolitiek -het blijft mensen kadootjes geven gekocht met hun eigen geld- maken we deze keer een uitzondering. Fijne mensen, die Oost-Vlaamse provinciebestuurders!

In de krant laten ze ene Didier Huygens aan het woord, verantwoordelijke van de provinciale dienst Landbouw en Platteland: "In het zadenmengsel zitten onder meer boekweit, gele mosterd, radijs, kaasjeskruid, komkommerkruid, koriander en korenbloem. Dat zijn bloemen die bijen aantrekken. Het mengsel garandeert een bloemenveld van mei tot september. Niet alleen gemeentebesturen, maar ook particulieren kunnen zakjes met zaden ophalen. 75gram is goed voor een bloemenveld van honderd vierkante meter."

Wat houdt de andere provincies, altijd op zoek naar een bezigheid om zin te geven aan hun overbodigheid, tegen om hetzelfde te doen?

En speciaal voor de Oost-Vlaamse lezers: ga zo'n zakje halen en strooi kwistig met je zaad. Laat duizenden bloemen bloeien. Maak van Oost-Vlaanderen één grote wei als een wiegende zee.

En vraag eventueel ook een zakje voor ons. Een kleintje volstaat al. Onze tuin is niet groot.

Het is niet voor ons. Het is voor de bijen.

Het prentje: Emile Claus (1849-1924), Ontmoeting bij een brug, ongedateerd.)

maandag 9 maart 2009

Houden zo, Ken!


Vandaag wordt Barbie vijftig. Uiteraard wensen we haar het allerbeste. Maar hoe zou het nog zijn met haar trouwe vriend en partner Ken?

Op het prentje zien we ze samen, in gelukkiger tijden. In het voorjaar van 2004 liep de relatie van Barbie en Ken echter op de klippen. Barbie, altijd al een beetje op de trend vooruitlopend, deed wat vandaag elke zichzelf respecterende oudere vrouw doet en dumpte Ken voor een jonger exemplaar: een Australische surfer, genaamd Blaine.

Nogal wat mensen dachten dat die scheiding eigenlijk het beste was dat Ken kon overkomen. Nogal wat mensen dachten namelijk dat Ken veeleer de mannenliefde was toegedaan. Misschien kwam Ken nu eindelijk uit de kast en vond hij een goede vriend met wie hij, bijvoorbeeld, een stijlvolle bloemenzaak of een sympathiek hotelletje kon beginnen.

Overigens, de échte Ken, ene Ken Handler, naar wie de mannelijke tegenhanger van Barbie destijds werd gemodelleerd, was niet zo gelukkig met Ken. Ken Handler "grew up embarrassed and humiliated by having an anatomically incorrect boy doll named after him with no hint of genitalia", beweert één van de Barbie-biografen. Of het daarmee te maken heeft weten we niet, maar Ken Handler leidde een nogal wild leven en stierf in 1994 aan AIDS.

Al net zo spannend was het liefdesleven van Jack Ryan, de maker van Ken en Barbie. Volgens de Daily Mail was Ryan "a kinky swinger with a manic need for sexual gratification". Ryan organiseerde bij hem thuis orgieën waarbij hij zich omringde met, we citeren, "busty Barbie clones".

Terug naar Ken en Barbie. In 2006 kwam het opnieuw goed. Barbie liet Blaine staan. Het feit dat Ken ernstig aan zijn uiterlijk had gewerkt en ook weer een beetje mee was met de tijd wat zijn kledij betrof, had duidelijk geholpen.

Het slotwoord geven we graag aan Phillip Bloch, stylist in Hollywood: "Ken has revamped his life -- mind, body and soul. Everyone knows how difficult it is to change, especially when you've lived your life a certain way for more than four decades."

Zo is het maar net. Houden zo, Ken!

zondag 8 maart 2009

De mens die we werden


De moeilijkste vraag. De vraag die iedereen af en toe wel eens overvalt. De vraag waarop geen goed antwoord bestaat: Well...How did I get here? Hoe werden we de mens die we zijn geworden?

Over die existentiële vraag gaat Once In A Lifetime van The Talking Heads (prentje). Eerst in wat misschien wel de definitieve versie is, die van Kermit en zijn mede-Muppets (filmpje).

En een goede tweede, de Talking Heads zelf, uit de concertfilm Stop Making Sense (filmpje).

Same as it ever was.

zaterdag 7 maart 2009

Hoofd te klein


Hiervoor is ons hoofd te klein. Hoe kan dat? Je gebruikt twee keer exact dezelfde vormen om exact dezelfde figuur te vormen en toch heb je de tweede keer (onderaan) een stukje tekort. Toverij!

Wie het begrijpt en het kan uitleggen mag zich melden.

vrijdag 6 maart 2009

Dierenboekenweek


Fijne vooruitzichten voor de dierenvrienden: de Boekenweek gaat over het dier en/in het boek! En nog fijner: er is een nieuwe Kousbroek: Medereizigers. Voor wie niet helemaal mee is: Rudy Kousbroek, wiskundige en essayist, schreef eerder een uitermate fantastisch boekje over dierenvriendschap: De Aaibaarheidsfacor.

Een term die daarna enigszins een eigen leven is gaan leiden (je leest wel eens over de aaibaarheidsfactor van politici of andere TV-vedetten), maar die oorspronkelijk slaat op de door Kousbroek bedachte Schaal van Aaibaarheid. Dat geeft, parafraserend, iets als: krokodil 0 (niet leuk om vastpakken, niet slim om vast te pakken), hamster 5 (leuk pelsje, bangig diertje), poes 10 (heel erg leuk om te bepotelen, poes vindt dat zelf ook best wel prettig).

Dus: dit weekend boekenwinkelwaarts en hetzij de nieuwe, hetzij de klassieke Kousbroek kopen. Allebei mag uiteraard ook.

Het prentje heeft niet zoveel met bovenstaande mededeling te maken, behalve dat we vrijwel zeker zijn dat Kousbroek deze foto deze morgen ook uit de krant heeft geknipt.

Wel een sprekende illustratie overigens. Staat in de Volkskrant van vandaag bij een artikel waarin wordt beweerd dat het systeem van kijkcijferregistratie verouderd is. Wie kijkt, hoe gekeken wordt, wordt allemaal weinig gedifferentieerd in cijfers en tabellen gegoten. Of, bij wijze van spreken, de TV opstaat terwijl iedereen in de tuin zit en alleen Fikkie (zie foto) kijkt: geregistreerd wordt er.

Misschien eigenlijk maar normaal ook.

donderdag 5 maart 2009

Niet rechtvaardig


Hugo en Herman (achteraan links en midden) vinden meisjes maar niets en zijn vast besloten dat zo te houden.

Jongens, wen alvast maar aan de gedachte: er komt een moment waarop je dat anders ziet.

En nog later komt er een moment waarop je tegen elkaar dingen begint te zeggen als: het leuke aan ouder worden is dat er steeds meer jongere vrouwen bijkomen.

Maar dan, jongens, is het te laat. Dan vinden die jongere vrouwen oudere mannen maar niets en zijn ze ook vast besloten dat zo te houden.

En vermoedelijk hebben ze nog gelijk ook.

Het leven is niet rechtvaardig.

woensdag 4 maart 2009

Aardappelautomaat



Vandaag lezen we in de krant dat jonge West-Vlaminkjes opmerkelijk meer dan hun leeftijdgenootjes uit andere provincies aan de ADHD-pillen zitten (De Standaard, 3.03.09):

"Van alle ADHD-medicatie Rilatine en Concerta in ons land werd in 2007 83,5 procent in Vlaanderen voorgeschreven én geslikt, zo leren nieuwe RIZIV-gegevens. Grootverbruiker is West-Vlaanderen. In de kustprovincie alleen slikken de kinderen tussen 0 en 19 jaar één vierde van alle pillen die op voorschrift afgeleverd worden."

Dat is een nogal onthutsend bericht. Het weerlegt, respectievelijk bevestigt, twee gemeenplaatsen over West-Vlamingen. Eén, dat het heel erg rustig en bijgevolg goed leven is nabij de kust (niet waar dus) en, twee, dat West-Vlamingen nooit stil zitten (heel erg waar, dus). Dat nooit stilzitten begint blijkbaar al bijzonder jong, wat bijna doet vermoeden dat het iets met de specifieke West-Vlaamse genenpool heeft te maken.

West-Vlamingen, we schreven er al eerder over, ontwikkelen soms wel eens een dadendrang waartegen we ze bij momenten in bescherming moeten nemen. Denk aan de Man van de Achthonderdduizend Voorkeurstemmen en hoe het daar mee afliep.

West-Vlamingen: dat werkt maar en dat werkt maar. Waarom er zo hard moet worden gewerkt is een vraag die men zich in die streken niet stelt. Alleen platbroeken en luiaarden uit het binnenland denken daar over na. In de tijd dat je nadenkt had je net zo goed kunnen werken.

Maar, dat moeten wij binnenlanders dan ook toegeven, de rest van ons vaart vaak wel bij die dadendrang. Een attente lezer maakte bovenstaande foto van wat vermoedelijk één van de meest oorspronkelijke West-Vlaamse uitvindingen ooit moet zijn: de aardappelautomaat. Als je in de buurt van Ieper bent en plots verlegen zit om een zakje aardappelen: één adres.

dinsdag 3 maart 2009

Meerdere soorten hond


Geweldig veel post gekregen van andere brandweerhonden die, net als Wallace, ook wel eens in het zonnetje willen staan. Zo bijvoorbeeld deze: Washington 1910, Engine Company N°. 15. Tien trotse brandweermannen en een hond. Voor de hond in kwestie hond duurde het stilzetten duidelijk net iets te lang.

Dat zie je nooit meer: trotse collega's, samen met de werkhond. Nochtans vermoedelijk bijzonder goed voor de sfeer, zo'n hond. Altijd iemand om mee te grapjassen, om boterhammen te voederen, om achter de bal te laten aanrennen. Dat vrolijkt de werkplek op en dat schept ook een band tussen de collega's. Dan heb je er geen behoefte aan om met z'n allen te gaan paintballen of rotsklimmen om te teambuilden.

Ook opmerkelijk: vroeger was ongeveer elke hond, zoals de sloeber op het prentje, een kruising van meerdere soorten hond. Vandaag zie je alleen nog maar rashonden.

Logisch ook. Vroeger kwam je overal honden tegen. En die honden kwamen vanzelfsprekend ook andere honden tegen. En daar kwamen dan weer andere honden van. Meerdere soorten hond.

(Het prentje: Harris & Ewing Collection, glass negative.)

maandag 2 maart 2009

Oppuurs, Sint-Amands


Vroeger was een uitwedstrijd, zelfs in België, een avontuur. Als je als Vlaamse club naar de Walen moest -of, uiteraard, omgekeerd- was je voor dag en dauw de baan op en kwam je pas terug thuis in je dorp als iedereen al lang weer sliep.

Je reisde met de trein, op houten banken, of in bussen zonder het minste comfort. Je dronk koffie uit een thermos in blik, die 's morgens heel even gloeiend heet was en vanaf dan onafwendbaar steeds kouder werd. Boterhammen nam je van huis mee. Na de wedstrijd was er friet, aan het station. Een uitwedstrijd was een avontuur.

Europese uitwedstrijden waren expedities. Je hoorde soms wel eens van voetbalploegen die Het Vliegtuig Hadden Genomen. Man, als dat maar goed afliep. Soms deed het dat effectief ook niet: het beste elftal dat Manchester United ooit had, kwam in 1958 om in vliegtuigcrash nabij Munchen.

In regel gingen voetbalploegen met de trein naar het buitenland. Heroïsche afscheidstaferelen in het station. Supporters die op het perron de ploeg bleven uitzwaaien, desnoods tot een halfuur na de afvaart. Onze jongens naar het buitenland! En dan, na een treinreis van twee dagen, in den vreemde op hotel. Met vier op een kamer. Vreemd eten! En dat voor jongens die nog nooit op vakantie waren geweest, die eten met mes en vork al een hele belevenis vonden, die vaak zelf nog nooit een restaurant hadden bezocht.

Kort samengevat: een uitwedstrijd was een avontuur. Geen wonder dat uitwedstrijden steevast werden verloren. Dat hoorde er nu eenmaal bij. Als na een lange treinreis de jongens weer terugkeerden, stond het perron opnieuw vol. Komt dat zien: die gasten zijn in het buitenland geweest! Die hebben Vreemd Gegeten! En de meesten van hen lijken toch nog te leven! Ongelooflijk!

Voetbalstatistici berekenden dat dertig jaar geleden, in het seizoen 1977-78, slechts 17,5 procent van de UEFA-Cupwedstrijden eindigden met een overwinning van het bezoekende elftal. Vandaag is dat 33,3 procent (De Volkskrant, 26.02.09). Wat is er gebeurd? De globalisering.

Reizen is niets meer. Een Europese wedstrijd doe je gewoon op een dag. Als het langer duurt, zit het bezoekende team in een vijfsterrenhotel. Het concept vreemd eten bestaat niet meer. Overal eet je Modern Internationaals. En dus is er niets bijzonders meer aan een uitwedstrijd en hebben binnenkort bezoekende elftallen evenveel kans op de overwinning.

Onze jongens trokken gisteren naar Oppuurs. Oppuurs, deelgemeente van Sint-Amands. Geen wereldstad, dat moet gezegd. Oppuurs heeft een oppervlakte van 4,73 km² en telt 2028 inwoners.

Toch een verplaatsing van bijna 15 kilometer. Uiteraard zijn de wegen van hier naar Sint-Amands al verhard, spreken ze ginder ongeveer dezelfde taal en eten ze dingen die wij ook lusten, maar het blijft nog altijd een uitwedstrijd.

In dat licht is het doelpuntloze gelijkspel van gisteren, tegen een ploeg die weliswaar wat lager staat geklasseerd, misschien geen slechte zaak.

Volgende week weer gewoon op eigen veld.

(Het prentje: het station van Oppuurs. Vermoedelijk enige tijd geleden: toen de vrouw van de stationschef de was nog gewoon te drogen hing op het perron.)

zondag 1 maart 2009

Stenen Tijdperks in Vijf Lessen


Het zal je maar overkomen, plots in één of andere time warp terechtkomen en, hopla, naar een ander tijdperk te worden geflitst. Ridder Kevin (prentje) kan er vermoedelijk boeken over schrijven. Gesteld althans dat Ridder Kevin a) zijn avontuur heeft overleefd en b) zou kunnen schrijven.

Maar wat wanneer je zelf in een vergelijkbare situatie terechtkomt? Je struint vrolijk een wijsje fluitend door bos of hei, je neemt even een verkeerde afslag en, bingo, plots sta je tussen woest uitziende, berenvellen en knotsen dragende oermensen. Tussen holbewoners die dan mogelijk wel rechtstreekse familie zijn, maar waarvan je vreest dat ze zich vermoedelijk niet onmiddellijk van hun sympathiekste zijde zullen leren kennen. Kende je nu maar Neanderthals of Stenen Tijdperks...

Wetenschappers van de Universiteit van Reading hebben zich over het probleem gebogen en een oplossing bedacht, lezen we in The Times.

Op basis van computervergelijkingen van de verschillende Indo-Europese talen zijn ze er in geslaagd de oervormen te onderscheiden van een aantal voor het dagelijkse leven in het Stenen Tijdperk bijzonder handige woorden: Stenen Tijdperks in Vijf Lessen, als het ware. Jammer genoeg kunnen we voorlopig nog geen gebruik maken van deze uitermate nuttige woordenlijst. De website van de betrokken onderzoeksgroep blijkt plat te liggen. En dat terwijl we in het door de universiteit verspreidde persbericht over deze fundamentele doorbraak in het onderzoek nog trots konden lezen:

The IBM supercomputer at the University of Reading, known as ThamesBlue, is now one year old. Before it arrived, it took an average of six weeks to perform a computational task such as comparing two sets of words in different languages, now these same tasks can be executed in a few hours.

Of zoals onze voorouders in het Stenen Tijdperks zouden zeggen: ja, ja.