zondag 31 mei 2009
zaterdag 30 mei 2009
Het lot van dictators
Jozef Stalin -de minzaam geschenken in ontvangst nemende opa op het prentje- wantrouwde alles en iedereen. Hij huldigde het principe dat je maar beter de ander een mes in de rug kan steken voor hij dat bij jou doet. En dus schakelde Stalin preventief iedereen uit die potentieel ooit een bedreiging voor hem kon vormen.
Volgens Stalin-biograaf Isaac Deutscher is paranoia het lot van dictators. Interessant is echter dat, volgens Deutscher, dictators daarom helemaal niet gek hoeven te zijn. Hoe rationeler de dictator, hoe groter de kans. Zo ook Stalin:
"The more realistic, sober, and sound the view he took of the men around him, the more acute became his distrust and fear of them. The more he was free from self-delusion, the worse were the nightmares he saw.
Did men like Molotov, Krushev, Malenkov, Kaganovich, Berya, and Mikoyan not mind the execution of Rudzutak, Kossior, Postyshev, and Eikhe, who had been their closest comrades? If they did not mind it, they were scoundrels without a shred of conscience - how, then, could Stalin count on their loyalty? If they did mind, then, no matter how carefully they concealed their feelings, they could not but nurture a deep resentment and a hatred of their heartless master. In either case, Stalin could not take their obedience at its face value. He had to distrust them, watch them, and be on their guard aganist them."
Isaac Deutscher, Stalin. A political biography, 1966.
Als je er over nadenkt is wat Deutscher over Stalin opmerkt universeel van toepassing. Waar mensen macht hebben en hun handen vuil maken, treedt het bovenstaande mechanisme in werking. Ofwel zijn hun medestanders, net zoals zijzelf, zonder scrupules en dus te vrezen. Ofwel hebben die wroeging en dan kan je ze ook al niet betrouwen.
Macht doet vreemde dingen met mensen.
vrijdag 29 mei 2009
Het wonder van wikipedia
Eén van de beste argumenten tegen paternalisme is wikipedia. Paternalisten geloven dat de meeste mensen, zonder deskundige begeleiding, toch maar in hun ongeluk lopen. Daarom is het maar best dat er experten zijn die voor die mensen beslissen wat goed voor ze is.
En wat heeft dat met wikipedia te maken? Dat zit zo. Op wikipedia is in principe iedereen en dus niemand expert. Iedereen kan berichten maken en andermans berichten aanpassen. Paternalisten denken dan: dat loopt in de kortste keren helemaal fout. Als jan en alleman zich met alles en nog wat kan bemoeien, dan heerst onvermijdelijk anarchie. Dan staat wikipedia vol baarlijke nonsens en dan kan niemand nog waar van onwaar, fout van verkeerd en waarheid van verzinsel onderscheiden.
Dat valt in de praktijk nogal mee, leert een nieuw boek over wikipedia: The Wikipedia Revolution, door Andrew Lih. Inderdaad: in de begintijd liepen de dingen soms wel eens uit de hand. Maar het duurde niet zo vreselijk lang of het wikipedia-principe van veralgemeend vrij onderzoek - iedereen kan berichten maken en andermans berichten aanpassen - had een zelfregulerend effect. Wie baarlijke nonsens schreef, kon er van op aan dat die nonsens door anderen zou worden weerlegd. Wie de waarheid naar zijn hand wou zetten, ontdekte dat anderen onvermijdelijk de nodige correcties aanbrachten.
En zo groeide en groeit wikipedia: uitvoeriger en vollediger dan welke encyclopedie ooit. En zelfs aanvankelijke sceptici -inderdaad: bijvoorbeeld uw dienaar, de immer alle nieuwe dingen wantrouwende pst.- moeten nu toegeven: het zit niet slecht in elkaar, dat wikipediagedoe. Maar wat is precies het geheim? Waarom liep het uiteindelijk goed af?
Drie dingen zijn cruciaal gebleken. Eén, er heerst geen anonimiteit. Twee, berichten hebben een lange looptijd. Drie, er lopen scheidsrechters rond.
Een. Wie op wikipedia schrijft moet nergens zijn naam achterlaten. Maar toch laat je een spoor na dat onvermijdelijk naar jouw computer leidt. Een spoor dat bovendien altijd blijft bestaan. Blijkbaar is die minimale vorm van identificatie voldoende. Dat schrikt de idioten en gekken af die de internetpagina's van de kranten onveilig maken met hun anonieme verdachtmakingen en onbeschoftheden.
Twee. Wie op de internetpagina van de krant een mening ventileert, weet dat er na twee dagen niemand meer komt kijken. Dat maakt dat er geen remmingen bestaan. Wie op wikipedia schrijft, weet dat berichten altijd kunnen worden herlezen en herschreven. Blijkbaar werkt dat voldoende afschrikwekkend en disciplinerend. Blijkbaar is dat voldoende om ons tegen onze slechtste eigenschappen te beschermen. In het licht van de eeuwigheid letten we een beetje op wat we schrijven.
Drie. Niet vergeten: op wikipedia lopen scheidsrechters rond. Enerzijds zijn dat de gebruikers zelf, die kunnen aangeven of berichten al dan niet neutraal zijn. (Dat is, samen met de verplichting je beweringen met bronnen te staven, overigens de enige standaard die op wikipedia geldt: berichten moeten neutraal van toon zijn.) Anderzijds is er een klein groepje mensen dat professioneel nakijkt wat er verschijnt en dat, waar narigheid wordt geconstateerd, een waarschuwend signaal achterlaat.
Eigenlijk is wikipedia zo ongeveer wel het allermooiste dat de mensheid in de recente geschiedenis is overkomen. De oude droom van de Verlichting, de Volledige Bibliotheek van Alle Kennis van de Mensheid Binnen Ieders Handbereik, is dichterbij dan ooit. En het beste is: dat gebeurt allemaal spontaan, vrijwillig en zonder de minste dwang. Dat gebeurt in volle vrijheid.
Wikipedia vormt het beste bewijs dat paternalisten ongelijk hebben. De mensen zijn soms beter dan ze denken.
Een bijzonder interessante bespreking van Lih's boek: in de London Review of Books.
donderdag 28 mei 2009
Leeftijd en schoenmaat
Allerlei fantastische mensen worden dit jaar vijftig. Waaronder, vorige week, ook Morrissey. En uiteraard heeft die daar een gefundeerde mening over:
"Age shouldn't affect you. It's just like the size of your shoes - they don't determine how you live your life! You're either marvellous or you're boring, regardless of your age."
De prentjes: onze held, voor (boven) en na (onder). Irish Blood, English Heart (filmpje.)
woensdag 27 mei 2009
De koekoeksklok
“In Italy for 30 years under the Borgias they had warfare, terror, murder, and bloodshed, but they produced Michelangelo, Leonardo da Vinci, and the Renaissance.
In Switzerland they had brotherly love - they had 500 years of democracy and peace, and what did that produce? The cuckoo clock.”
Harry Lime in The Third Man, Carol Reed, 1949.
Het prentje: Orson Welles, (Harry Lime), overlegt nog even met regisseur Carol Reed. Zo meteen beginnen de opnames van de fabuleuze achtervolgingsscène door de riolen van Wenen. Wie nooit The Third Man zag: naar de videotheek, de dvd halen.
dinsdag 26 mei 2009
maandag 25 mei 2009
De crisis beu
"Consumenten zijn de overdaad aan berichtgeving over de kredietcrisis beu. Ruim de helft van de Nederlandse bevolking vindt dat er op televisie te veel aandacht is voor de crisis, een derde vindt dat dagbladen er te veel over schrijven." (De Standaard, 24.05.09)
Een Nederlands psychotherapeut, ene Rob Vellekoop, meent dat de slechte berichten de crisis verergeren. Daarom begon hij een website, www.lakaandecrisis.nl, die mensen waarschuwt voor een negatieve denkspiraal als gevolg van de voortdurende blootstelling aan slecht nieuws.
"De crisis bestaat vooral in onze hoofden. Het is pure angst", stelt Vellekoop. Van zijn site kan je een mooie poster afladen, die je vervolgens voor je raam kunt hangen, in de hoop zo het slechte tij te keren.
Dat is inderdaad één manier. Een andere lijkt ons de bovenstaande. Lekker buiten eten vandaag. Profiteren van het leuke weer.
Crisis? Welke crisis?
zondag 24 mei 2009
Met Elsschot naar bed
Weldenkende mensen houden niet zo van realisme in de schilderkunst. Dat vinden ze een beetje te gemakkelijk. Niet zozeer het schilderen, dan wel het waarderen ervan.
Een realistisch schilderij, dat kan iedereen begrijpen en dus zal het wel niets zijn, gaat het vooroordeel. Neen, dan zo'n modern abstract non-figuratief doek: als je daarvan houdt, geef je meteen jezelf een brevet van bekwaamheid. Want, het bewijs: domme mensen houden daar niet van. Die zeggen dingen als: "dat kan mijn vijfjarig neefje ook".
Tja.
In de marge van de modernistische hoofdstroom zijn her en der schilders stug blijven voortwerken in de figuratieve traditie. Eén van hen is de Nederlander Kik Zeiler. Van 19 mei tot en met 6 september 2009 loopt er een retrospectieve van zijn werk in het Drents Museum in Assen.
Het prentje: "In slaap gevallen", uit 1989. De schilder geeft in de krant (NRC, 22.05.09) toelichting bij dit schilderij waarop zijn vrouw, Bernardien, is afgebeeld:
"Ze sluimert, ze is bezig in slaap te vallen. Ze heeft net in haar lievelingsgedichten van Elsschot gelezen. Het is daarom ook een muzisch moment. Ze is opgegaan in die poëzie en nu gaat ze op in de slaap. Het boek ziet er in werkelijkheid anders uit, ik heb het dikker gemaakt omdat wij, Bernardien en ik, zouden willen dat hij meer gedichten had gemaakt."
zaterdag 23 mei 2009
De oude Europese hoffelijkheid
Theodor Adorno was een Duits marxistisch filosoof die in de jaren dertig voor Hitler moest vluchten, naar de Verenigde Staten uitweek en daar aan Amerikaanse universiteiten verbleef. Na de oorlog kwam Adorno terug en doceerde aan de universiteit van Frankfurt.
Toen daar, in de jaren 1960, de studentenrevolte losbarstte was Adorno niet mee. Het radicaliserende jonge volkje, dat begrip had verwacht van de oude marxistische filosoof, maakte hem daarom tot mikpunt van hun acties. Rüdiger Safranski, auteur van een hele reeks filosofenbiografieën, vertelt over een merkwaardig incident waarbij hij aanwezig was (De Volkskrant, 22.05.09):
"Dat was in Berlijn waar Adorno een voordracht hield in het auditorium van de Freie Universität. Over Iphigeneia van Goethe. Stel je voor, het was in de hoogtijdagen van de studentenbeweging. Benno Ohnesorg was doodgeschoten door een agent, we wilden graag horen wat Adorno te zeggen had, maar Iphigeneia was niet het onderwerp waarnaar wij reikhalzend uitkeken. Tja, typisch Adorno: de kunst als toevluchtsoord, nietwaar? De Kommune 1, zoals een van die groepen heette, had een happening voorbereid; midden in zijn toespraak zou een studente Adorno, die door zijn vrienden Teddy werd genoemd, een levensgrote teddybeer aanbieden. Tegelijkertijd zouden er balonnen worden opgelaten. Enfin, die studente springt met een teddybeer het podium op. Op dat moment staat op de eerste rij een student op die Adorno te hulp wil schieten. Maar Adorno, die niet helemaal volgde wat er gaande was, zag alleen dat een studente werd lastig gevallen door een jongeman. En als echte gentleman verdedigt hij dan de studente die hem wil beledigen tegen de student die hem in bescherming wil nemen. De oude Europese hoffelijkheid..."
De oude Europese hoffelijkheid.
(Het prentje: Adorno, zelfportret. In 1969 staakte Adorno zijn colleges aan de universiteit nadat hij, tijdens een les, belaagd werd door met ontblote borst protesterende studentes. Later dat jaar overleed de filosoof op vakantie in Zwitserland. Aan een hartaanval, nadat hij tegen het advies van zijn arts, geprobeerd had een 3000 meter hoge berg te beklimmen.)
vrijdag 22 mei 2009
Grote ogen
"In het begin van de jaren veertig volgde ik de jazz niet meer zo op de voet. Er gebeurde haast niets meer. Nog altijd was de Swing aan bod met orkesten als die van Harry James, Glenn Miller, Benny Goodman en Tommy Dorsey.
Maar hun muziek kon de jazzliefhebbers niet meer bevredigen. Enkele van mijn vrienden verklaarden zelfs pertinent dat de jazz dood was. 'Het einde was nabij' verzekerden ze me. 'Het is een fijne tijd geweest, maar al met al is de jazz toch niet zo'n belangrijke muziek geweest als wij eerst dachten, vermits hij niet weerstond aan de slijtage'.
Ik kon het niet geloven. Een muziek die op zo'n korte tijd zo'n fantastische uitbreiding had genomen, kwam niet plots tot een einde. Ik vermoedde dat er ergens iets broeide. Het bleek inderdaad zo te zijn. In de orkesten van Cab Calloway en van Jay Mc Shann zaten enkele jongeren die opvielen door hun gedurfd spel. Trompettist Dizzy Gillespie was het 'enfant terrible' bij Cab Calloway.
Op een avond was ik dit orkest gaan beluisteren en het viel me op dat Dizzy enigszins verveeld meewerkte aan de Swing van deze big band.
Na afloop vroeg ik hem of mijn indruk juist was.
'Natuurlijk verveelde ik me', antwoordde hij, 'dat is geen muziek meer, dat is een omnibustrein, je valt er gewoon bij in slaap. Wil je echte muziek horen, dan moet je met me meekomen naar Minton's. Daar zal je grote ogen opzetten'.
Ik ging mee."
Jan Geysen, Jazz. Muziek van onze tijd, De Standaard Boekhandel, Antwerpen, 1964.
Wat Jan zag en hoorde moet mogelijkerwijs een vroege versie hiervan zijn geweest: Dizzy Gillespie (prentje) en Charlie Parker in 1952 met Hot House (filmpje).
Minton's, voluit Minton's Playhouse, was een club in Harlem. De jongere generatie muzikanten, die de kost verdiende in de grote orkesten, hield er, als hun betaald werk er op zat, geregeld jam sessions. Dat was overigens buiten de muzikantenvakbond gerekend. Die vond dat ongeorganiseerd samenspelen maar niets. Henry Minton, die de club uitbaattte, was echter zelf vakbondsafgevaardigde voor de American Federation of Musicians. En dus lieten ze Minton en wie er kwam met rust.
Dizzy Gillespie en Charlie Parker fungeerden zo'n beetje als de officieuze leiders van het gebeuren. Ze nodigden muzikanten op het podium om mee te spelen. En als ze je, nadat je een solo ten beste had gegeven, vriendelijk toelachten, kon je blijven.
Probeer je dat voor te stellen. Een hele zaal vol grote muzikanten, hopend dat ze op het podium worden gevraagd en, vooral, dat ze er vervolgens geen potje van maken.
En Jan Geysen maakte dat allemaal zomaar mee. Een jongen van bij ons.
donderdag 21 mei 2009
Dat valt tegen
Dacht je dat je aanstaande een nette liberale was of een zorgzame christendemocrate of, waarom niet, een het hart op de goede plaats dragende groene.
En dan blijkt, tijdens je huwelijksnacht, dat ze voor de nationalisatie van de banken is en voor een vermogensbelasting en een planeconomie. Als ze in haar slaap dan ook nog Stalin, Stalin prevelt, dringt zich onvermijdelijk de conclusie op: I Married a Communist. Dat valt tegen. Nameless, Shameless Woman!
Ondanks de veelbelovende titel en dito affiche, blijkbaar toch geen meesterwerk: "The sterling cast can make no headway against cartoon characters, a fatuous script that defies belief, and an enveloping sense of hysteria."
Dat valt tegen.
woensdag 20 mei 2009
Allebei fantastisch
Joanna Lumley -Patsy in Absolutely Fabulous- doet dezer dagen geweldig veel goeds voor de Gurkha's. Dat zijn van huisuit Nepalese soldaten die dienst namen in het Britse leger. En ondanks het feit dat ze zo ongeveer Her Majesties Most Loyal Servants zijn gebleken, hebben ze toch geen recht op een permanente Britse verblijfsvergunning.
Lumley, zelf in India geboren als dochter van een majoor van een Gurkha-regiment, vindt dat -terecht- bollocks en bezorgt premier Gordon Brown, voor wie het leven sowieso al geen lolletje is, regelmatig hoofdpijn door bij elk publiek evenement waarop ze aanwezig is, de zaak van de Gurkha's onder de aandacht te brengen.
In de marge van Lumleys campagne wordt altijd weer verwezen naar haar oorspronkelijke claim to fame, het feit dat ze in de jaren zeventig, als Purdey (prentje bovenaan), deel uitmaakte van het fabuleuze New Avengers-team.
Maar dat mag ons niet doen vergeten dat in de allereerste versie van de Avengers -op de BRT destijds als De Wrekers vertaald, op de RTBF geprogrammeerd als het waanzinnig sexy klinkende Chapeau melon et Bottes de Cuir- niemand minder dan de één en al uit jongensfantasieën opgetrokken Dianna Rigg de vrouwelijke hoofdrol, Emma Peel, speelde (prentje onderaan).
Voor wie er niet bij kon zijn, jongens en meisjes: het verschil tussen de jaren zestig en zeventig? Dianna Rigg en Joanna Lumley.
Allebei fantastisch, daar niet van.
dinsdag 19 mei 2009
Koopjes
Ook de Amerikaanse overheid zet de tering naar de nering. Wat overtollig is, wordt verkocht. En dus kan je koopjes doen.
Wat te denken bijvoorbeeld van deze fraaie kistenhoezen? Als Amerikaanse soldaten op het slagveld sneuvelen worden ze plechtig met de nodige militaire eer begraven. De kist, met daarin de stoffelijke resten, wordt tijdens die plechtigheid verstopt onder een kartonnen hoes, met daarop de Amerikaanse vlag en het Amerikaanse wapenschild.
En die kistenhoezen kan je nu voor een prikje kopen. Je moet ze wel per honderd afnemen. Voorlopig staat het bod op 150 dollar. Geen geld.
LOT (APPROX 100)CASKET CARRYING CASE AMERICAN FLAG CARDBOARD TOP WITH DEPARTMENT OF DEFENSE LOGOS ON EACH END, ASSEMBLED DIMENSIONS 36" X 84" X 23", WOOD BOTTOM DIMENSIONS 32" X 87" X 4"
Of ze nieuw zijn dan wel gebruikt, is niet helemaal duidelijk.
maandag 18 mei 2009
Aloud gebruik
Niet voor gevoelige zielen. Jaarlijks vieren ze in het Spaanse Castrillo de Murcia van 11 tot 15 juni El Colacho. En wat doen ze dan ondermeer? Mannen verkleed als duivels springen over babytjes die in het midden van de straat worden gelegd (Daily Telegraph, 17.05.09).
Mannen verkleed als duivels springen over babytjes die in het midden van de straat worden gelegd? Inderdaad. Aloud gebruik.
En niet komen zeuren. Of ze houden je ondersteboven met je hoofd boven een emmer mortelspecie. Aloud gebruik.
zondag 17 mei 2009
Zondagsrust
Goed dat nog iemand de zondagsrust in acht neemt. Als je op zondag surft naar de website van het Nederlandse Reformatorisch Dagblad dan verschijnt er onderstaand bericht:
Fijn dat u belangstelling hebt voor refdag.nl, de nieuwssite van het Reformatorisch Dagblad.
Vandaag is het zondag. We wijden deze dag in het bijzonder aan de dienst van God. Wij beschouwen de zondag als een rustdag, een opdracht van God en een geschenk, waar we dankbaar voor mogen zijn. Om die reden actualiseren we onze site vandaag niet.
Staat het nieuws dan stil op zondag? Nee, dat niet - we leven in een jachtige tijd waarin het verschil tussen zondagen en werkdagen helaas steeds kleiner wordt.
Morgen brengen we u graag weer op de hoogte van de dagelijkse gebeurtenissen, voorzien van achtergronden, commentaar en opiniërende artikelen. Zoals u dat van ons gewend bent.
Hoofdredactie Reformatorisch Dagblad
Het Reformatorisch Dagblad, behoort tot de zogeheten bevindelijk gereformeerde fractie binnen het gereformeerde protestantisme. Deze groep vormt ook de trouwe achterban van de Staatkundig Gereformeerde Partij (SGP). Een Nederlandse politieke partij die, wat er ook gebeurt, altijd twee zetels behaalt en in peilingen nooit vooruit of achteruit gaat. De SGP haalt soms wel eens het nieuws omdat ze openlijk de theocratie voorstaat en omdat de vrouwelijke SGP-leden geen vertegenwoordigende of bestuurlijke mandaten mogen bekleden.
Overigens: in de Nederlandse bijbelgordel doet de partij het meer dan behoorlijk. In nogal wat gemeenten in Zeeland en Gelderland haalt de SGP traditioneel scores rond en boven de zestig procent.
Gewoon bij wijze van gedachtenexperiment. Stel een orthodoxe moslimpartij, die voorstander is van de theocratie en die vrouwen uitsluit van politieke mandaten, doet mee aan de verkiezingen en haalt in Rotterdam, Borgerhout of Molenbeek zestig procent van de stemmen. Beschrijf in je eigen woorden de ophef die dit in eigen land en ver daarbuiten zou veroorzaken.
Maar niet vandaag. Vandaag houden we de zondagsrust in ere.
zaterdag 16 mei 2009
De oorlogsjaren van Robbedoes
Niet zoveel mensen weten dat eigenlijk Kwabbernoot verantwoordelijk is voor het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog. Wie Robbedoes. Het dagboek van een fantast heeft gelezen, wel. En wie dat album las is natuurlijk ook verguld met het verschijnen van Piccolo in veldgroen, waarin de daarop aansluitende oorlogsjaren van Robbedoes en Kwabbernoot worden gedocumenteerd.
(Wie echt helemaal van niets weet: onmiddellijk naar de stripboekhandel. Koop willekeurig oude exemplaren van Robbedoes en Kwabbernoot. Let op: begin met de alleroudste albums, getekend door Franquin. Wie van nog minder weet en ook Franquin niet kent: koop en lees onmiddellijk alle Guust Flaters. Daarna spreken we elkaar nog wel.)
Robbedoes, dus. Meneer Dupuis, de uitgever van alle Robbedoezen (lezers van Guust kennen hem maar al te goed), zette enkele jaren geleden een reeks op waarin getalenteerde striptekenaars en scenaristen van vandaag aan de slag mogen met de historische personages van Robbedoes en Kwabbernoot. (De Marsupilami, inmiddels hoofdpersoon van een eigen stripreeks, viel buiten de deal.) Sindsdien verschenen er dus een aantal meer experimentele Robbedoezen. Met wisselend succes. Zelfs volstrekt onkritische lezers, zoals wij, moeten toegeven dat sommige albums, zacht gezegd, eh, niet goed waren.
Maar helemaal in de roos was dan weer het hogervermelde Robbedoes. Het dagboek van een fantast door Emile Bravo. Een sterk scenario, een aangrijpend verhaal. Helemaal in de sfeer van de oude Kuifjes, de sfeer van het Brussel van vóór Vanden Boeynants en de massacre van de Noordwijk, van Kwik en Flupke, van de Marolliens. Een ideaal geschenk om uit te delen aan bezoekende buitenlanders, overigens. Als ze dat album hebben gelezen begrijpen ze iets meer van dit rare land en zijn bewoners.
En hoe is de opvolger, Piccolo in veldgroen? Het album werd deze keer gemaakt door Schwartz en Yann. Het is mooier getekend, in de authentieke Franquinstijl uit de beginjaren. Geweldig veel leuke trouvailles: andere stripfiguren doen een gastoptreden, historische personages passeren de revue, er wordt al eens smakelijk Brussels gesproken. Het scenario is goed, maar de ontknoping had toch wel iets scherper gekund.
Los daarvan: mensen moeten vaker stripverhalen kopen. En vooral ook uitdelen aan de jongere generaties. Die kennen alleen debiele afkooksels als Kiekeboe en besluiten op basis daarvan dat klassieke strips verloren tijd zijn. En dan lezen ze maar een Amerikaanse graphic novel of een Japanse manga. Zonde.
Jongens en meisjes: leg je eigen basiscollectie onontbeerlijke strips aan. Zorg dat je de klassiekers bij de hand hebt: Nero's, Asterixen, Lucky Luke's, Guust Flaters.
En de Robbedoezen natuurlijk.
vrijdag 15 mei 2009
Een mooie dag in Minsk
Ook een wetmatigheid: hoe onderdrukkender het regime, hoe vrolijker het er op de foto's aan toe gaat.
Het prentje: een mooie dag in Minsk, hoofdstad van de laatst overgebleven Sovjetrepubliek Wit-Rusland.
(De generaal op de foto lijkt trouwens verdacht veel op één van onze schoonbroers. Die heeft op het volgende familiefeest wel wat uit te leggen.)
donderdag 14 mei 2009
Handig voor onderweg
Computerspelletjes zijn zóóóó passé. Alleen Oudere Jongeren, die zich niet bij hun leeftijd willen neerleggen, houden zich daarmee nog onledig. Hippe coole kids van vandaag vragen zo'n fijne meeneemtrein-in-een-valies aan ouders of grootouders. Handig voor onderweg.
Wat dezer dagen ook ongelooflijk megasupercool is, beste jongeren, is Om Ter Langste Stilzitten. Of Om Ter Meeste Boeken Lezen. Of Om Ter Vriendelijkst Zijn Tegen De Oudere Medemens.
Ja, oompje pst. is helemaal mee met de moderne tijd.
woensdag 13 mei 2009
Geen mening
"There's reasons for that and reasons for this.
I can't think of any just now, but I know they exist."
Bob Dylan, My Wife's Hometown.
Het prentje: François Vercruysse uit Rijmenam. De enige Vlaming die geen mening heeft. Noch over Tom Boonen, noch over het loon van de politici, noch over het Eurovisiesongfestival, noch over de voetbalscheidsrechters, noch over de files, noch over de belastingen, noch over de stemplicht, noch over het weer, noch over het koningshuis, noch over de benzineprijzen.
dinsdag 12 mei 2009
De houten brug van Sneek
Het is maar een ideetje, hoor. Maar kan iemand bovenstaande fraaie houten brug onder de aandacht brengen van de Antwerpse stadsbestuurders?
In het Friese Sneek ontwierp het architectenbureau Onix deze tot de verbeelding sprekende constructie, die de bijzonder dichterlijke naam Akkerwinde meekreeg. Kunnen we er niet ook zo ééntje bestellen in plaats van zo'n Lange Wapper- of Oosterweelding?
Hieronder de brug, van concept tot verwezenlijking. De fotootjes zijn hier en daar bij elkaar gegoogled. Het onderste prentje komt van de site van ene Tuininga, free-lance fotograaf uit de streek. Bij hem vind je nog meer kiekjes van de houten brug van Sneek.
maandag 11 mei 2009
Bang van Lippens
Eén van de prettigere neveneffecten van de crisis is dat de economische krantenpagina's plots een stuk leesbaarder worden. Geen esoterische beurspraat meer, maar doorleefde human intereststories. In zak en as zittende bankiers die diep in hun ziel kijken. Verarmde verzekeringsmakelaars die nu blijken te dromen van een bestaan als meubelmaker of bejaardenhelper. Jammerende graven en baronnen.
Over die laatste categorie willen we het hebben. In De Standaard laten ze dit weekend ene baron Bernard 't Serstevens aan het woord. Behorend tot de fine fleur van de Belgische adel en nu, zoals blijkbaar nogal wat edele vrienden en kennissen, veel centjes kwijt. Dat is natuurlijk het leven en dat hoort bij de beurs. Dat is allemaal niet zo interessant.
Boeiender wordt het wanneer ze 't Serstevens laten vertellen over hoe het allemaal is kunnen foutlopen. "Wij waren bang van de jonge Maurice Lippens", laat de baron zich ontvallen. Dat verklaart veel. Misschien niet zozeer over de beurs, maar vooral over waarom de adel vandaag zo'n zielige indruk laat.
Mannen van adel die bang zijn voor zo'n bankiersventje? Hun voorouders lieten die centenman toch gewoon door hun knecht afranselen? Die hadden de voorouders van Lippens toch eenvoudigweg in de kerker gegooid of geradbraakt of, wat dat precies ook moge zijn, over de kling gejaagd, zoals ze dat in de stripverhalen altijd noemen.
Het probleem met de Belgische adel is dat het geen adel meer is. Wie werd in het verleden geridderd? Wie zich op het slagveld had onderscheiden. Wie brutaler, vechtlustiger en avontuurlijker was dan de anderen (zie prentje). Wie maken ze vandaag baron of graaf? Wie goede werken heeft gedaan, of een mooie film gemaakt over een priester, of iets stichtends heeft geschreven over het samenleven van Vlamingen en Walen. Kunnen we van dat soort nieuwe edellieden iets verwachten? Zie je die heren en dames onze troepen aanvoeren? Niet te verwonderen dat die het in hun fluwelen wambuis doen als ze Lippens tegenkomen. Mietjes!
Wie zouden ze vandaag moeten adelen? De zware jongens die met pitbulls de pleintjes in Kuregem of Molenbeek terroriseren. Die doen eigenlijk niets anders dan wat de verre voorouders van de gevestigde adel deden. Mensen pesten en de duvel aandoen, zodat die hun centjes afgeven.
En wat gebeurde er in het verleden nadat ze die boeven adelden? Die voelden zich plots belangrijk en verantwoordelijk en huurden in de kortste keren iemand in om ze goede manieren bij te brengen en met de juiste visvork te leren eten. In geen tijd oppassende burgers, die je bovendien kon inzetten om andere boeven te vangen.
Dus: als we binnenkort weer horen dat het Onze Vorst behaagd heeft gewone burgers in de adelstand te verheffen: hopen dat het deze keer geen bleekneuzige schrijvers of zichzelfwegcijferende ziekenverzorgers zijn.
Handtasdieven, carjackers en beurzensnijders: daartussen zit de nieuwe adel! Met dat soort volk kan je naar het front. Lippens zet het op een lopen als zo'n nieuwe graaf of baron even met pitbull of baseballbat dreigt.
Bang van Lippens! Wat gaan we nog allemaal lezen in de economische pagina's van de krant.
zondag 10 mei 2009
Baas in eigen neus
Toen ze de Britse filosoof en wielerkenner John Stuart Mill (1806-1873) naar zijn mening vroegen over Tom Boonen en de substanties die Boonen, een volwassen mens in het bezit van zijn volle geestelijke vermogens, in zijn vrije tijd, buiten de koers, neusgewijs tot zich neemt, moest Mill (prentje) niet lang nadenken:
"De schade die iemand de maatschappij toebrengt door een gedrag dat geen duidelijk aanwijsbare verplichting schendt, of enig aanwijsbaar individu kwetst behalve zichzelf, is een ongemak dat de samenleving zich wel kan veroorloven, in ruil voor het veel grotere goed van de menselijke vrijheid."
Dat lijkt zo ongeveer wel het enige en meteen ook het meest zinnige dat over de hele kwestie kan worden gezegd. Maar als Mill eenmaal op zijn praatstoel zit, is het moeilijk hem er weer af te krijgen. En dus ging Mill nog even door:
"De enige reden waarom men rechtmatig macht kan uitoefenen over enig lid van een beschaafde samenleving, tegen diens zin, is de zorg is dat anderen geen schade wordt toegebracht. Iemands eigen welzijn, hetzij fysiek, hetzij moreel, is geen voldoende rechtsgrond. Men kan iemand niet met recht dwingen om iets te doen of te laten, omdat het beter voor hem zou zijn als hij dat deed, omdat het hem gelukkiger zou maken, of omdat anderen het wijs of zelfs rechtvaardig zouden vinden als hij dat deed. Dit zijn goede redenen om iemand raad te geven, of om met hem te redetwisten, of te proberen hem over te halen, of hem te smeken, maar niet om hem te benadelen als hij iets anders doet."
Iedereen baas in eigen neus, dus.
zaterdag 9 mei 2009
Afgunsteling! Jaloerzigaard!
Laat me raden: je bent weer eens gaan vissen.
Inderdaad. En deze reuzenvis heb ik aan de haak geslagen. En nu ga jij weer proberen me op stang te jagen door te beweren dat het maar een piepklein visje is of zo.
Helemaal niet. Stevige vis. Ik ken hem.
Hoe dan?
Ik had hem daarstraks in de viswinkel bijna zelf gekocht. Maar toen rook ik er aan en erg vers bleek ie niet te zijn. Je hebt hem vermoedelijk voor een prikje gekregen van de visboer?
Leugenaar! Judas! Ik heb hem helemaal zelf gevangen!
Wel opletten: van bedorven vis kan je flink ziek worden.
Afgunsteling! Jaloerzigaard!
Toch niet.
Toch wel.
vrijdag 8 mei 2009
Volkswijsheden en gezegden
"Als de melk overkookt, stinkt de stoof".
Herman De Croo, volkskundige uit Brakel, De Standaard, 7.05.09.
donderdag 7 mei 2009
Het laatste varken van Afghanistan
Om onduidelijke redenen hebben de moslims het niet zo op varkens begrepen. Volkomen onterecht natuurlijk. Varkens zijn bijzonder slimme, vriendelijke en attente dieren. Sommige van onze beste vrienden zijn etc.
In Afghanistan loopt vandaag welgeteld één varken rond (zie prentje). In de dierentuin van Kaboel. En dat varken moet nu in quarantaine omwille van de varkensgriep. Het helpt niet mensen uit te leggen dat varkens niets met de griep hebben te maken: "bezoekers raakten in paniek toen ze het varken zagen, uit angst voor besmetting", citeren ze de dierentuindirecteur in de krant.
Lees vooral ook wat de krant verder nog weet over het laatste varken van Afghanistan:
"In 2002 kreeg Afghanistan twee varkens van China om de dierentuin weer wat leven in te blazen. De dieren hadden hier zwaar geleden onder de burgeroorlog: beesten waren omgekomen door kogels en granaten, of opgegeten door strijders. De varkens kregen samen twee biggetjes, maar deze werden, net als één van de volwassen varkens, gedood door een aanval van een beer. Desondanks is het ‘laatste varken’ niet eenzaam. Hij is volgens de directeur bevriend geraakt met een geit".
Als ze in Hollywood nog verlegen zitten om een onderwerp voor een kaskraker: dringend verfilmen dat leven. Het laatste varken van Afghanistan: meteen al een sterke titel.
woensdag 6 mei 2009
Jezus is overal
Jezus is dezer dagen overal. Enkele berichten die we onze lezers vooral niet willen onthouden.
In het Russische dorpje Boguslavka hebben wetenschappers het gelaat van Jezus ontdekt op een meteoriet die er honderd jaar geleden neerstortte. Bij de botsing met de aarde, lezen we in de immer goed geïnformeerde Gazet van Antwerpen (hier), brak de meteoriet in tweeën en op één van de twee helften verscheen op die wijze het gelaat van Onze Lieve Heer. De meteoriet wordt, voor wie het wonder met eigen ogen wil aanschouwen, nu bewaard in het Geologisch Museum van Moskou.
Diezelfde Gazet van Antwerpen (hier) heeft blijkbaar een rechtstreekse lijn met de allerhoogste, want de krant brengt ook dit bericht: in Nederland heeft een man, vermoedelijk niet toevallig op Goede Vrijdag, de afbeelding van het gezicht van Jezus ontdekt in een KitKat-reep (zie prentje).
"Vanmorgen op mijn werk schrok ik me rot. Ik nam een hap van een chocoladereep en vervolgens zag ik een gezicht in de reep. Nu zijn er de afgelopen jaren heel veel Christusverschijningen geweest, en die vind ik allemaal nogal ver gezocht. Dus eerst kon ik het niet geloven, maar twee collega's van mij beaamden dat ik het goed zag".
Lezers van de website waarop de foto werd geopenbaard zagen er niet alleen Jezus in. Ook Buffalo Bill, Darth Vader en Frank Zappa werden genoemd. Overigens: de krant laat niet na op te merken dat het niet is geweten of de man na het nemen van de foto's de reep verder verorberde.
Over naar Maaseik waar, weerom volgens de alweer bijzonder bijdehandse Gazet van Antwerpen (hier), een man het ultieme bewijs voor het bestaan van God heeft gevonden. Het is een beetje ingewikkeld, maar dat maakt het alleen maar geloofwaardiger, natuurlijk.
De Maaseikenaar, die liever anoniem blijft, meldt op zijn website dat hij, met behulp van Google Earth, de beeltenis van Jezus in de berg Sinaï ontdekte. Maar veel meer wil hij voorlopig niet kwijt.
“Ik heb de precieze plaats van de berg Sinaï in Saoedi-Arabië kunnen lokaliseren op basis van een uitgebreide literatuurstudie. De rest wees zichzelf uit. Op een plaats van 7 op 7 mijl heeft de natuur in de voorbije tienduizenden jaren een landschap geboetseerd, waarin verschillende religieuze beeltenissen te zien zijn. Dat kán geen toeval zijn. Daarin zie ik de hand van God. Het kán toch niet dat de diadeem op het hoofd van Jezus zich volgens Google Earth precies op een hoogte van 7.777 voet bevindt? Aangezien ik dit geloof, ga ik er dus ook van uit dat God wist dat Jezus ooit zou bestaan. En dat er satellieten zouden komen, die het mogelijk zouden maken om dit te zien.”
Of het mogelijk misschien niet om Jezus, maar bijvoorbeeld om Buffalo Bill, Darth Vader of Frank Zappa gaat, hebben ze de Maaseikenaar niet gevraagd.
PS. Ook een beetje een godsbewijs: we gaven dit stukje als titel mee "Jezus is overal". En toen plakten we er het prentje uit de krant onder. En wat staat daar boven dat prentje? "Waarom ook niet". Dat spreekt boekdelen, denken we.
dinsdag 5 mei 2009
Saai/niet-saai
Wat opvalt is hoe vaak vandaag in publieke en private conversaties het ultieme argument tegen iets of iemand wordt dat de persoon of het ding in kwestie saai is, vervelend, boring.
En omgekeerd: de vreemdste mensen, voorwerpen en activiteiten krijgen respect toebedeeld, enkel en alleen omdat ze alleszins voor wat opwinding of entertainment zorgen.
Is dat altijd zo geweest? Is dat nieuw? Heeft het iets te maken met de waanzinnig grote rol die televisie in onze levens speelt? Of zoals Rob Dreher het formuleert:
By its very nature, television technology teaches us to experience the world as a series of fragmentary images. It trains us to prize emotion and stimulation over logic and abstract thought. We are conditioned to expect quick resolutions to problems, and to develop evanescently short attention spans. We expect the world to be entertaining if it is to hold our attention; eventually we learn to judge the world by essentially aesthetic criteria. For the man who gets his metaphysics from televison, boredom is the root of all evil.
maandag 4 mei 2009
Mexicaanse prentjes
Sergeï Eisenstein is vooral bekend als cineast. In vroegere tijden, toen mensen nog bijzonder onder de indruk waren van de romantiek van de revolutionaire Sovjetcinema, vormde Pantserschip Potemkin één van de klassiekers die elke weldenkende filmliefhebber had gezien.
(Strikt genomen volstond het als je de de klassieke kinderwagenscène -filmpje- kon navertellen.)
In 1928 liet Stalin Eisenstein naar Europa vertrekken om daar propaganda te maken voor de Sovjet-Unie en om de nieuwste filmtechnieken te bestuderen. Wat als een kort tripje was bedoeld, groeide echter uit tot een halve emigratie. Zeker toen in 1930 de Paramount Studios Eisenstein naar Hollywood lieten overkomen. Of hij voor hen geen mooie film wou draaien.
Maar dat bleek niet zo goed te lukken. Eisenstein werkte opmerkelijk traag en dacht niet in commerciële termen. Twee aanbevelenswaardige eigenschappen, maar waar in Hollywood niet zo gek veel vraag naar was. Via het echtpaar Sinclair -Upton Sinclair was een in die dagen in de VS en de USSR gevierd socialistisch schrijver- werd een nieuw filmproject bedongen, deze keer in Mexico.
Mexico was toen een beetje wat Cuba in de jaren 1960 was: een exotisch tweede verblijf voor linkse mensen. Het Mexicaanse regime, erfgenaam van de revolutie van 1910, stond geweldig sympathiek tegenover linkse intellectuelen en kunstenaars. En die intellectuelen en kunstenaars vonden Mexico op hun beurt geweldig. Vooral de Mexicaanse attitude tegenover leven en dood, die een wonderlijke mix van aardsheid en mystiek opleverde, sprak tot de verbeelding. Dat in combinatie met het schitterende weer en de lage levenskost, natuurlijk.
Van Eisensteins Mexicaanse filmproject is niet zoveel gekomen. Eisenstein schoot kilometers film, maar een verhaal zat er niet in. En toen kwam vanuit de Sovjet-Unie bericht van Stalin dat het welletjes was geweest: terugkeren of als deserteur worden gebrandmerkt. Terug, dan maar.
Maar dat was minder eenvoudig dan gedacht. De Amerikaanse douane vond Vuile Tekeningen in Eisensteins bagage. Prentjes waarin Gelachen werd met Jezus en waarop Naakte Dames stonden. Aan dat soort Vuiligheid hadden ze in de VS geen behoefte. No way, Sergeï. Meer dan een maand kampeerde Eisenstein aan de grensovergang. Pas dan kreeg hij een transitvisum om via New York naar de Sovjet-Unie af te reizen.
Die Vuile Tekeningen -vandaag bekend staande als zijnde The Mexican Drawings- kan je nu zien in Extra City - Centrum voor Hedendaagse Kunst in Antwerpen. Zeker de moeite waard. Fijne illustraties bij het verhaal van Macbeth (zie prentje onderaan), bij dat van Salomé, bij Jezus aan het Kruis. In een stijl die bij momenten zowel aan Willy Vandersteen, pre-Columbiaanse kunst als Jean Cocteau doet denken. En je krijgt er ook de kans om te zien wat er van Eisensteins Mexicaanse film, Que Viva Mexico (zie prentje bovenaan) is bewaard gebleven.
En je komt ook eens in Antwerpen-Noord. Ook een belevenis. (Bij warm weer: hou tevens halt bij het helemaal gerestaureerde art déco zwembad in de Veldstraat. Hier probeerde men kleine pst. -dik tegen zijn goesting, waar toen overigens volstrekt geen rekening mee werd gehouden- de beginselen van de zwemsport bij te brengen.)
zondag 3 mei 2009
Vrolijke vrienden
Van alle wereldreligies lijkt de boeddhistische nog de meest tolerante. En van alle vormen van boeddhisme is de Thaïse variant vermoedelijk de meest breeddenkende. Dat verklaart wellicht waarom er in de boeddhistische kloosters in Thailand ook nogal wat mannen zijn te vinden die van mannen houden.
Maar, vinden andere Thaïse boeddhisten, het moet nu ook weer niet te gek worden. Meer traditionele monniken klagen wel eens over het gedrag van hun homoseksuele medebroeders. Het probleem zit hem dan in: "wearing revealingly tight robes, carrying pink purses and having effeminately-shaped eyebrows", aldus de BBC.
Daarom komt er nu een etiquetteregels voor kloosterlingen. Het gaat daarbij om richtlijnen met betrekking tot bijvoorbeeld "smoking, drinking alcohol, walking and going to the toilet properly". En "effeminate activities among novices", natuurlijk.
In The Freethinker laten ze over de kwestie ook een abt aan het woord. Dat monniken homo zijn, is geen probleem. Maar ze moeten zich natuurlijk wel aan het celibaat houden.
Voor de sfeer in de kloosters, laat vader abt weten, zijn de homoseksuele broeders alleszins geen slechte zaak, daarom wil niemand ze ook kwijt: "they are often clever at arranging flowers, speak nicely to people, and can help senior monks putting on functions".
Vrolijke vrienden, die kloosterlingen.
zaterdag 2 mei 2009
In/uit de New York Times
Waar we niet helemaal redelijk in zijn, is onze verhouding tot de media. Als het op radio of TV komt, als het in de krant staat, moet het ook juist zijn. Dan moet je er kunnen van uitgaan dat de journalist in kwestie zijn of haar huiswerk heeft gemaakt. Dat de feiten kloppen.
Met het ouder worden leg je de lat lager. God ja, wat kan je verwachten van de ongetwijfeld brave jongens en meisjes die de Vlaamse media bevolken. Dus als er daar al eens met de natte vinger wordt bericht, wordt dat in huize pst. hooguit op enig gevloek onthaald. Maar de internationale kwaliteitskrant: dan moeten de details kloppen.
Wie schetst onze verbazing -zijn er kandidaten die een poging willen wagen?- toen we gisteren de New York Times raadpleegden. Op de boekenpagina, een kemel van formaat. In een interview met de schrijver Geoff Dyer vraagt de journalist van dienst:
What are you working on?
En staat er als antwoord:
Just finishing an introduction to the forthcoming U.K. reissue of John Cheever’s journals. Contemplating writing a short book on Trotsky’s great film, “Stalker.”
Op zo'n moment komt de nerd in ons boven. DAT KLOPT NIET! En voor we het goed en wel wisten hadden we een weerwoord gepost. Maar dan duurt het een hele tijd voor je weet of je repliek ook door de redactie wordt aanvaard. En ziet, om 9u26, Amerikaanse tijd, verscheen dit bericht (zie ook prentje bovenaan):
“Trotsky’s great film, ‘Stalker.’” A man of many talents the Russian revolutionary, the leader of the Fourth International. And in his spare time he probably wrote musicals as well.
Surely, you mean Tarkovski’s great film ‘Stalker’. Which, incidentally, is not all that great.
I wonder though how Trotsky would have done, directing Stalker. One of life’s unanswerable questions, no doubt.
pst.
Geweldig trots op onszelf: we haalden de pagina's van de New York Times. Maar er is altijd nerd boven nerd. Precies vijf minuten vroeger, om 9u21, postte ene Davin zijn gelijklopende repliek.
Niettemin: vanaf nu wereldberoemd, dachten we. Kijk, daar loopt pst., gekend van de New York Times. Voor gehandtekende foto's, boekingen voor winkelopeningen, optredens bij huwelijken of communiefeesten: gelieve zich te wenden tot zijn manager. Zij onderhandelt met Hollywood over de filmrechten, hebben we horen zeggen.
Dachten we althans.
Want, deze morgen: nieuw onrecht! In het artikel op de website hebben ze geschiedenisvervalsing gepleegd. In de tekst staat nu correct: Tarkovsky's great film "Stalker". Zonder enige toelichting. Zodat het voor de rest van de wereld lijkt het alsof Davin en pst. zomaar wat uit hun nek kletsten. Het is een schande.
Het schone Vlaamse gezegde indachtig: het is kwaad kersen eten met de hoge heren. Tegen de perfiditeit van New York Times kunnen wij niet op.
Falsarissen! Onze manager beraadt zich over gerechtelijke stappen. Dit krijgt nog een staartje. Meester Modrikamen is al op de hoogte.
vrijdag 1 mei 2009
Dag van de Lezende Arbeider
Vragen van een lezende arbeider
Wie bouwde het zevenpoortige Thebe?
In de boeken staan de namen van koningen.
Hebben de koningen de rotsblokken aangesleept?
En het meermaals verwoeste Babylon
Wie heeft het zoveel keren opgebouwd? In welke huizen
Van het goudglanzige Lima woonden de bouwvakkers?
Waarheen gingen op de avond toen de Chinese muur af was
De metselaars? Het grote Rome
Staat vol triomfbogen. Wie richtte ze op? Over wie
Triomfeerden de Caesars? Had het veelbezongen Byzantium
Alleen paleizen voor zijn inwoners?
Zelfs in het legendarische Atlantis
Schreeuwden in de nacht toen de zee het opslokte
De verzuipenden om hun slaven.
De jonge Alexander veroverde Indië.
Alleen hij?
Caesar versloeg de Galliërs.
Hij had niet op zijn minst een kok mee?
Philips van Spanje weende, toen zijn vloot
Was vergaan. weende anders niemand?
Frederik de Tweede zegevierde in de zevenjarige oorlog.
Wie zegevierde buiten hem?
Elke bladzijde een zege.
Wie kookte het zegemaal?
Om de tien jaar een grote man.
Wie betaalde de kosten?
Zoveel verhalen.
Zoveel vragen.
Bertolt Brecht, 1898-1956.
(Vertaling: Geert van Istendael)
Abonneren op:
Posts (Atom)