maandag 26 januari 2009
Hoeveel raadsels telt de jazz
Eén van de betere uitvindingen der mensheid is het recyclagepark. In het recyclagepark in de gemeente waar wij wonen kan je zelfs met je oude boeken terecht. Die kan je liefdevol achterlaten in een daartoe speciaal ingerichte container. En als je exemplaren ziet liggen die door anderen zijn achtergelaten maar waarover je je wilt ontfermen, mag je ze zomaar adopteren. Hartverwarmend!
Zaterdag was het weer feest. Drie grote volle tassen weggegeven en in ruil bijzonder fijne trouvailles: bijvoorbeeld twee exemplaren van Die Neue Merkur uit 1921 en 1922, met daarin ondermeer essays van Coudenhove-Kalergi, Anton Tsjechow, Ernst Bloch en Martin Buber. Je vraagt je onwillekeurig af wie de man of vrouw was die, bijna negentig jaar geleden, in onze gemeente dat soort dingen las. En ook nog, uit 1964, Jazz. Muziek van Onze Tijd, van Jan Geysen.
De strijd is gestreden! De hartstochtelijke bewonderaars van de jazz hebben gezegevierd; de gelederen van de tegenstanders zijn uitgedund. De jazz is een onmisbaar stuk van de taal geworden, waarin de moderne mens zich uit; een stuk van de atmosfeer waarin hij zich beweegt. Dingen die vanzelfsprekend geworden zijn, verliezen hun polemisch karakter en wanneer een kunstvorm volwassen geworden is, komt hij -zoals in elk leven- pas tot volle ontplooiing. Er is geen moderne muziek meer denkbaar zonder de rol en invloed van de jazz.
Maar hoeveel raadsels telt de jazz nog voor de Westeuropese luisteraar? Welke vragen rijzen er niet overal? Daarom is het verheugend een goed en boeiend boek over de aard en de geschiedenis van de jazz aan de jeugd te kunnen aanbieden.
En dat is dan nog maar de achterflap.
PS. Wie graag eigenaar wordt van de twee Neue Merkurs: laat maar iets weten.
(Het prentje: Inventions and Dimensions, Herbie Hancock, Blue Note Records, 1963)
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
2 opmerkingen:
Hier is alvast een kandidaat!
Verkocht!
Een reactie posten