zondag 30 november 2008

Zelf held worden


Jonge mensen hebben vandaag wel andere dingen aan het hoofd. Maar wij vroegen ons destijds af hoe wij en de mensen die we kenden het er in de oorlog zouden vanaf hebben gebracht. Wie zou gecollaboreerd hebben? Bij wie zou je onderdak kunnen krijgen als je door de Duitsers werd gezocht? Wie zou in het verzet stappen? Wie zou doorslaan onder tortuur? De Tweede Wereldoorlog als morele lakmoesproef.

Hoe word je held? Of beter: is er een bepaalde karaktertrek of persoonlijkheidskenmerk die mensen voor het heldendom voorbestemt? Is het een kwestie van opvoeding, van idealen, van milieu?

De sociaal-psychologen Samuel en Pearl Oliner deden onderzoek naar wat ze altruïstische persoonlijkheden noemen. Ze interviewden mensen die tijdens de oorlog joden verborgen. Is er iets dat die mensen kenmerkt? Het antwoord stelt een beetje teleur: het zijn in regel nogal gewone mensen. Net zoals collaborateurs of oorlogsmisdadigers, overigens.

Vrijdag bespraken ze in de krant een biografie van Pim Boellaard, een Nederlandse verzetsheld (Volkskrant, 28.11.08). De recensent, Bart van der Boom, citeert een passage uit de dagboeken van Boellaard en geeft er interessant commentaar bij, die we zo meteen even parafraseren.

Even situeren: Pim Boellaard leidt een verzetsnetwerk. Hij wordt opgepakt en gemarteld en uiteindelijk ter dood veroordeeld. Maar Boellaards onverschrokken houding maakt indruk op de Duitsers. Wanneer Himmler Nederland bezoekt wil die ook wel eens zo'n verzetsleider in levende lijve zien. Himmler is al evenzeer onder de indruk van Boellaards beginselvastheid en laat de doodstraf omzetten in deportatie naar een concentratiekamp. In het citaat blikt Boelaard terug op zijn verblijf in de dodencel. Hij beschrijft hoe hij zijn eigen executie oefende:

"Vreemd gevoel ineens, om voor een vuurpeloton te moeten staan. Eigenlijk heel eenvoudig. Stilstaan en wachten. Kun je dat? Ik ga in de houding staan. Twee meter vanaf het kijkgat in de deur en kijk er naar. Denk je in dat het de loop van een geweer is, kun je je beheersen en 'Leve de koningin' roepen? Ik zeg hardop tegen mijzelf: 'Ja ik kan het'."

Drie dingen kenmerken Boellaard. Eén, een soort van standsbesef. Bepaalde dingen doe je gewoon niet: vrienden verraden, je beulen smeken en vleien, je onwaardig gedragen. Je gaat sterven, maar dat kan je net zo goed doen zonder jezelf te moeten verlagen. Twee, distantie. Boellaard is, zelfs in de dodencel, in staat afstand te nemen, naar zichzelf te kijken als naar een ander, en zijn kalmte te bewaren. Drie, zelfvertrouwen. Gebaseerd op ervaring: je mogelijkheden goed leren inschatten, weten wat je kunt en niet kunt.

Standsbesef, distantie, zelfvertrouwen. Het recept om zelf held te worden. Niet alleen nuttig voor als de Duitsers alsnog beslissen nog eens langs te komen. Maar vooral ook voor het leven van elke dag. Deugden die, denken we, niet van god of de natuur zijn gegeven, die je ook niet meekrijgt van ouders of milieu, maar die je zelf, net als Doellaard overigens deed, elke dag kunt oefenen.

Een hoopvolle gedachte.

(Het prentje: Jolande Withuis, Weest manlijk, zijt sterk. Pim Doellaard (1903-2001), het leven van een verzetsheld. De Bezige Bij, 2008)

Geen opmerkingen: