donderdag 30 oktober 2008

Eind goed, al goed?


Er moet een moment geweest zijn waarop de man uit onderstaand bericht (De Standaard, 29.10.08) doorhad: dit gaat niet goed.

In mentaal enigszins oververhitte toestand leek het de man in kwestie wellicht wel wat: je meest private deel door een metalen ring wurmen, onderwijl, nemen we aan, de verbeelding de vrije loop latend. Alleszins een nieuwe ervaring. En wie weet -wij zijn absolute leken in die materie- gaf dat in het begin ook wel wat. En dan het moment waarop de man besloot: héhé, dat hebben we dan ook weer gehad. En vervolgens de schok: shit, dat rotding wil er niet meer af.

Wat doe je dan? Insmeren met bruine zeep? Er koud water op gieten? De metalen ring proberen te verwarmen zonder je deel in de fik te steken? Wellicht besluit je na de eerste aanvallen van radeloosheid even te temporiseren. Beetje geduld oefenen: we zijn enigszins over onze toeren. We proberen het straks gewoon opnieuw en dan zal het wel lukken. Ons ding is er in gegaan, dus moet het er ook weer uit kunnen.

Sigaretje roken, even televisiekijken, plantjes water geven. Idee! Misschien helpt een frisse douche! Daar worden mannelijke delen altijd wat schuchter van. Verdommeverdommeverdomme. Ook dat helpt niet. Wat nu? Zo kun je toch niet onder de mensen te komen? Hoe kan je in godsnaam tegen een hulpverlener of dokter zeggen: euh, mijn ding zit klem, kan u het er even uithalen?

En dan begin je te merken dat je toch iets zal moeten doen. Je mannelijk deel begint namelijk vreemde kleuren te krijgen en op een rare manier te pulseren. Help! Op sommige plaatsen wordt het zelfs enigszins zwart en gevoelloos. Dit is helemaal geen goed teken. En dan toch maar alle moed bijeen verzamelen en telefoneren naar de hulpdiensten. En met een klein stemmetje uitleggen wat het probleem is en het beste hopen.

Dat, lezer, ging er, denken we, om in het hoofd van de niet nader gespecifieerde 73-jarige man uit het Amerikaanse Newburgh, die de brandweer belde om zich uit een wel heel ongewone, maar daarom niet minder oncomfortabele situatie te redden. Onze ondernemende bejaarde had -geen detail wordt ons bespaard- 'een stalen ring van 2,5 centimeter lang rond zijn penis geschoven, met een diameter van 3 centimeter en een dikte van 6 millimeter'.

Eerst reden ze met hem naar het plaatselijke ziekenhuis. Maar daar konden ze niet helpen, omdat er geen geschikt gereedschap voor handen was. Omdat de penis al vervaarlijk begon te zwellen werd, ten einde raad, de brandweer erbij gehaald. Die gebruikte, dit laten we graag brandweercommandant Scott Mandoske deskundig uitleggen, 'een pneumatische zaag, waarmee normaal slachtoffers uit autowrakken worden bevrijd'.

In de krant sluiten ze het bericht als volgt af: 'Het duurde negentig minuten om de ring beetje bij beetje door te knippen. Even werd gevreesd dat de man zijn orgaan zou verliezen doordat de bloedcirculatie te lang onderbroken was, maar de 73-jarige kwam helemaal ongeschonden uit het avontuur'.

Eind goed, al goed?

Geen opmerkingen: