woensdag 28 mei 2008

Op de markt


Als een school nieuwe schoolboeken wil kopen dan moet ze dat, conform de Europese regels, doen op basis van een stappenplan (De Volkskrant, 27.05.08). Ga er even voor zitten:

1. De school wijst een team aan van een aantal leraren, met daarbij een inkoopdeskundige, dat de aanbesteding begeleidt;
2. Dat lerarenteam schrijft een draaiboek: wat moet wanneer gebeuren:
3. Het lerarenteam schrijft een bestek: wat willen ze en welke criteria gaan ze hanteren bij de beoordeling van de mogelijke aanbieders;
4. Dan maken ze een beoordelingsdocument: wat vindt het lerarenteam belangrijk bij de beoordeling van de criteria;
5. De aanbesteding wordt gepubliceerd;
6. Op school wordt een inlichtingenbijeenkomst georganiseerd: aanbieders komen langs, leraren geven toelichting;
7. Het lerarenteam geeft een gunningsadvies: wat vinden ze de beste koop;
8. Het schoolbestuur beslist en ondertekent de overeenkomst met de uitverkorene;
9. Daar komen de boeken!

Dat is een mooi voorbeeld van het soort winkeltje spelen waartoe publieke instellingen steeds meer veroordeeld lijken. Het gevolg van een verkeerd begrepen invoering van de marktregels. Laten we die scholenmarkt competitief maken, denkt Europa. Gedaan met vriendjespolitiek en handjeplak. Gedaan met uitgevers die directeurs en leraars een fijn cadeau geven in ruil voor een lucratieve deal. Transparantie! Lagere prijzen! Gelukkiger consumenten! Betere scholen!

Is dat zo? Bart Nooteboom, hoogleraar innovatiebeleid in Tilburg, schreef vorige week in de krant een knappe analyse over marktwerking in de publieke sector (NRC, 24.05.08). Er is een verschil, aldus Nooteboom, tussen soorten producten. Je hebt zoekproducten -auto's, wasmachines- waarvan je de kwaliteit voorafgaand aan de aankoop kan bepalen. Je hebt ervaringsprocucten -een concert, restaurant- waarvan je de kwaliteit pas tijdens de consumptie bepaalt. Je hebt geloofsproducten -bezoek aan de arts, onderwijs- waarvan je ook na consumptie de kwaliteit niet kan bepalen.

Marktwerking, meent Nooteboom, wordt moeilijker naarmate je bovenstaand rijtje afloopt. Ziekenzorg en onderwijs zijn meer een kwestie van geloof en vertrouwen, dan van meetbare resultaten. Artsen proberen geval per geval uit te zoeken wat de beste behandeling is. Vaak lukt dat, soms ook niet. Onderwijs is zo mogelijk nog ingewikkelder. Leerlingen denken dat ze het niet moeten weten, ouders denken dat ze het beter weten, leraars weten het soms en soms ook niet. Als alle partijen een beetje vertrouwen op elkaars goede wil lukt het wel eens, in andere gevallen niet.

De markt binnenbrengen waar hij niet thuishoort is om problemen vragen. In de ziekenzorg en het onderwijs leidt marktwerking alleen maar tot bureaucratie, wantrouwen en ontevredenheid. Behandelingspraktijken worden op allerlei manieren evalueerbaar gemaakt? Dokters gaan er dan primair over waken dat ze toch vooral de regels volgen en niemand ze iets kan verwijten. Aan risicovolle behandelingen wagen ze zich niet. Pech voor de patiënt die er baat bij had kunnen hebben.

Zelf voor de kost jonge mensen onderwijzend kennen we dat. Het permanente geëvalueer -een poging om kwaliteit te bepalen- maakt dat mensen zich in eerste instantie proberen in te dekken. Ze zullen vooral, en na verloop van tijd zelfs nog uitsluitend, hun energie stoppen in die dingen waarop ze worden geëvalueerd. De rest? Jammer.

Bovendien -en hier komen we terug bij dat stappenplan voor de aankoop van schoolboeken- wordt die hele marktwerking vooral ook als een teken van wantrouwen ervaren. Omdat er hier en daar wel eens iemand de kantjes afloopt of sjoemelt wordt een gigantisch bureaucratisch apparaat in werking gesteld.

Vroeger kon je er van uitgaan dat de meeste leraars en schooldirecteuren, op basis van hun ervaring, bij benadering wel wisten wat een goed schoolboek was. Nu is het signaal: eigenlijk kunnen jullie dat niet, eigenlijk zijn jullie voor geen haar te betrouwen. Zonder stappenplan worden jullie in de luren gelegd door geslepen verkopers of gooien jullie er maar met de pet naar. Het resultaat? Bureaucratie, wantrouwen, ontevredenheid.

De markt is een fantastisch instrument om vraag en aanbod op elkaar af te stemmen. Maar je hebt goederen in soorten. En voor sommige werkt de markt beter dan voor andere.

Geen opmerkingen: