woensdag 10 december 2008

De normale verdeling


Dit prentje, dat er vanop afstand uitziet als een ouderwets torengebouw, is de grafische uitbeelding van, per jaar, de opbrengsten op de beurs in vergelijking met het vorige jaar. Helemaal rechts de absolute topjaren, uiterst links de bijzonder slechte jaren. Yep, 2008 (helemaal aan het linkeruiteinde) is behoorlijk uitzonderlijk: de beurzen hebben gebloed en niet zo'n klein beetje: min vijftig procent tegenover het vorige jaar.

Wat ons evenwel nog meer interesseert is dat ook deze grafische uitbeelding weer een zo goed als perfecte Gausscurve vormt. Welk verschijnsel je ook bedenkt -de verdeling over een bevolkingsgroep van het IQ, van de lichaamslengte, de borstomvang, de loopsnelheid, de politieke voorkeuren- steeds weer krijg je, als je de waarnemingen telt en grafisch uitbeeldt, de zogeheten normale verdeling. Je vindt niet zoveel waarnemingen aan de uiteinden, het gros zit in het midden. Zo krijg je de gekende klokvormige frequentieverdeling.

Is dat niet vreemd? Zou je op zo'n moment niet aan het bestaan van Hogere Krachten, van een Goddelijk Plan, een Hemelse Bedoeling beginnen denken? Je begrijpt op dat moment iets beter dat onze landgenoot, de grondlegger van de wetenschap van de statistiek, Adolphe Quételet enigszins tilt sloeg toen hij, netjes de maten van Franse dienstplichtigen en Schotse soldaten turvend, steeds weer diezelfde Gausscurve tegenkwam. Dus moest er, besloot Quételet, iets zijn als de Normale Mens. De mens die niet zomaar het statistische gemiddelde vormde, maar daadwerkelijk ook de Norm.

Quételet, ook de bedenker van de body-mass index, eindigde in 2005 op de zesentachtigste plaats bij de verkiezing van de Grootste Belg. Quételet moest ondermeer Tom Lanoye (84), Jean Marie Pfaff (53), Arno (34), Kim Clijsters (14) en Jan Decleir (13) laten voorgaan. Wat meteen ook weer duidelijk maakt dat het gemiddelde en de norm twee verschillende dingen zijn.

Merk ook: dat 2008 zo dramatisch slecht is, komt ook omdat 2007 vrij goed was. Vergeleken met dat jaar gaan we geweldig achteruit. Vergeleken met andere jaren is de daling, per definitie, minder scherp. Proberen te onthouden, te midden van alle onheilstijdingen dezer dagen.

Je probeert je aan alles op te trekken.

1 opmerking:

Anoniem zei

'Dikke uiteinden' -- Mooie grafiek, maar let op de dikke uiteinden links en vooral rechts. De verdeling van financiële opbrengstvoeten heeft doorgaans een grotere spreiding en is dus wat platter dan de normale verdeling. De beeldrijke term hiervoor in het Engels is 'fat tails' ('dikke staarten' of 'dikke uiteinden'). Voor een referentie zie bijvoorbeeld pp. 16, 480 van Campbell, J.Y, Lo, A.W., & MacKinlay, A.C. (1997). Financial Econometrics. Princeton: Princeton UP. Zie ook de populair-wetenschappelijke boeken van Nassim Nicholas Taleb over 'black swans.'