dinsdag 23 december 2008
Tafelbier
Zondag werd Romanie Pollet uit Ganshoren honderdentien (Gazet van Antwerpen, 23.12.08). Geweldig natuurlijk voor Romanie. En zoals het in die gevallen altijd gaat, informeert de reporter van dienst dan uitvoerig naar de eet- of drankgewoonten van de jarige.
Romanie Pollet drinkt nog elke dag twee biertjes, vernemen we. “Geen pils, maar licht tafelbier”, zet rusthuisdirecteur Philip Callewaert de puntjes op de i. “Wij voeren haar zeker niet dronken. Romanie praat niet meer, ze kan niet meer stappen, ze zit in haar zetel naar de radio te luisteren. Maar voor de rest is haar gezondheid nog prima. Romanie komt toe met twee pilletjes per dag en ze eet altijd met veel goesting frieten en filet américain.”
Tafelbier. Wordt dat eigenlijk, behalve in rusthuizen, nog gedronken? Aan dat soort dingen merk je dat je uit een andere tijd komt. Toen wij een jaar of acht waren dronken we, bij het avondmaal, tafelbier mee met de volwassenen. En dat was geenszins uitzonderlijk. Dat ging toen gewoon zo bij ons soort mensen. Iedereen dronk tafelbier. Grote beugelflessen, bijvoorbeeld van Piedboeuf. Donker of lichtbruin. Het donkere was het zoetste, dus dat kregen de kinderen.
De gewoonte om tafelbier te drinken in volksere middens was vermoedelijk nog een overblijfsel uit een ver verleden, toen iedereen de hele dag, bij de maaltijden, licht bier dronk. Water was in die tijden sowieso een gevaar voor de volksgezondheid, dus zat je met bier veilig. En gegeven het uitermate lage alcoholgehalte moest je ook niet vrezen dat iedereen er de hele dag redelijk teut bij liep. Vandaar.
Als je vandaag vertelt dat je als achtjarige al vrolijk mee bier drinkt, worden je ouders aangeklaagd voor kindermishandeling en wordt je de rest van je jonge leven van de ene therapeut naar de andere welzijnswerker gesleept. Toen was dat normaal.
Er werd, laten we maar even chargeren, vroeger minder hysterisch gedaan over drank. Nu schiet iedereen in een kramp wanneer het over minderjarigen en alcohol gaat. En net dat hysterische gereageer maakt a) alcohol alleen maar aantrekkelijk voor de snotneuzen en b) bereidt ze slechter voor op een normale omgang er mee.
Geloof ons: als je op je achtste aan het tafelbier gaat, eindig je niet, op je dertiende, vodka lurkend in de goot. Alcohol wordt integendeel iets waarmee je normaal leert omgaan. Rond de tijd van je Plechtige Communie mocht je vroeger mee aperitieven. Een klein glaasje van iets zoets, iets wat ze ook oma's en bejaarde tantes voorschotelden, bijvoorbeeld. En rond die tijd werd er ook voor jou, bij huwelijken en gouden bruiloften, wel eens een glaasje wijn geschonken. En als je met de ooms mee voetbal ging kijken, mocht je af en toe van iemands pint proeven.
Dat maakt dat je, tegen je zestiende, als je begon uit te gaan, je niet als een radeloze op de alcohol stortte. Alcohol was immers niet zo bijzonder. Meestal zelfs niet speciaal lekker, had je proevenderwijs geleerd.
Verbied opgroeiende jongens en meisjes met elkaar om te gaan en ze denken geheid de hele dag aan niets anders. Maak ze bang voor alcohol en van zodra ze de kans zien gieten ze zich vol.
Zo ingewikkeld zitten jonge mensen nu ook weer niet in elkaar. Tafelbier, daar worden ze groot van.
(Het prentje: twee heren van stand, mijmerend bij, misschien, een glaasje tafelbier.)
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten