donderdag 25 december 2008

Rastajoden en islampunks


De gelovigen nooit onderschatten! Vroeger hanteerden ze als regel: als het leuk is, mag het niet. Dat was overzichtelijk. Zowel voor de gelovigen als voor de ongelovigen.

Fijne liedjes bijvoorbeeld, die waren per definitie heidens of des duivels. Het gevolg was een duidelijke taakverdeling. Saaie muziek: voor het gelovige volksdeel. Opwindende deuntjes: de ongelovigen.

Maar de gelovigen kregen door dat het niet zo slim was de beste melodieën aan de duivel te laten. En daardoor krijg je vandaag merkwaardige mengvormen. In de New York Times hadden ze het onlangs over islampunks: jonge moslimamerikanen die proberen tezelfdertijd goede moslims en goede punks te zijn. En wat te denken van deze leukerd? Matisyahu, een orthodoxe jood die zich van reggae en rap bedient om de goede boodschap te brengen (filmpje).

Waar blijven de ongelovigen? Wanneer begint het Humanistisch Verbond een boysband? Welke atheïstische hiphopper maakt in het binnenkort van start gaande Darwinjaar iets wervends over de evolutietheorie? Kunnen eventuele agnostische gitaargroepjes een teken van leven geven?

Dan maar iets uit overzichtelijker tijden. Roy Wood met de ultieme kerstsingle: I Wish It Could Be Christmas Everyday (filmpje). Zoals je merkt was er, in 1973, nog geen sprake van een wapenbestand tussen gelovigen en ongelovigen. Zowel de presentator van het programma in kwestie als Roy Wood, zien er uit alsof ze door de duivel zelf betaald werden om onschuldige kinderzieltjes in het verderf te storten. Wat vermoedelijk daadwerkelijk ook het geval was.

Met Roy Wood, één van de helden uit onze jeugd, is het overigens allemaal nog goedgekomen. In januari 2008 kreeg hij zowaar een eredoctoraat van de Universiteit van Derby als "one of the most significant British musicians of post rock and roll popular music history, contributing to Glam Rock, Rock, Progressive Rock, and Psychedelia" (einde citaat).

En op zijn officiële website lees je ook dat Roy nu jingles maakt voor het zoutjesmerk Pringles. Iemand moet het doen, zullen we maar denken.

Geen opmerkingen: