maandag 7 april 2008
Eerste etappe: Luik
Vandaag de eerste etappe van onze Ronde van Wallonië. Even de regels overlopen: we gaan met de trein, we bezoeken twee ver uit elkaar liggende plekken in de stad, we verplaatsen ons ter plaatse met het openbaar vervoer, we nuttigen een dagschotel in een bescheiden restaurant. Eerste etappe: Luik.
Aankomen in Luik is behoorlijk spectaculair, in het nieuwe station van Liège-Guillemins, ontworpen door de Spaanse architect Santiago Calatrava (zie foto hieronder). Calatrava heeft al wel meer fraais op zijn naam, bijvoorbeeld The Turning Torso, een flatgebouw in het Zweedse Malmö. Het nieuwe Luikse station had eigenlijk al een poosje klaar moeten zijn, maar er zit flink wat vertraging op de afwerking. Wat er voorlopig staat is evenwel indrukwekkend.
Het ziet er bijzonder fraai uit, maar is het ook wat het moet zijn: een praktisch station? Dat valt voorlopig nog wat tegen. Het eigenlijke stationsgebouw is er bijvoorbeeld nog niet. Voorlopig moet je voor je kaartjes terecht in een tijdelijke containerconstructie. We geven onze Luikse vrienden, wat dit aspect betreft, het voordeel van de twijfel.
We bezochten, met de bus, twee plekken in de stad: het Quartier Saint Léonard en de universitaire campus Sart Tilman. Saint Léonard heeft niet zo'n beste reputatie. Een paar jaar geleden werden er bijvoorbeeld twee meisjes vermoord. Het is een uitgewoonde uit de negentiende eeuw daterende volkse buurt, met vandaag veel leegstand. Maar het is ook een buurt waar een aantal goedwillende bewoners, met de steun van het Waalse Gewest, iets van wil maken. Hier en daar zie je wat het zou kunnen worden. Er is bijvoorbeeld het fraai aangelegde plein op de plaats waar vroeger een gevangenis stond.
Maar nog meer gecharmeerd werden we van wat er achter het plein, helemaal aan de uiterste rand van de wijk, op de heuvels gebeurt. Daar wordt een park gemaakt. Er staan ook huizen die, dat is wel bijzonder, je niet met de wagen, maar alleen via een spoorwegbrug (zie foto) kan bereiken. Wie daar woont doet dat, althans tegenwoordig, uit overtuiging. De bewoners, van het veeleer alternatieve type, knappen op eigen houtje de huizen op en brengen leven in de brouwerij. Als we in Luik woonden, dan graag daar. Achter je een park, voor je een uitzonderlijk zicht op de stad en nooit last van auto's.
We gingen in het van langsom steeds sympathieker wordende Quartier Saint Léonard op zoek naar een dagschotel. Een Spaans café-restaurant had een portet van Che Guevara op de gevel, wat onze medereiziger km een goede reden leek om daar te middagmalen. Goede keuze, bleek achteraf. Gebakken stukje vis, met slaatje erbij en frietjes. Zeer geslaagde frietjes, overigens. Duidelijk handwerk en twee keer gebakken. Alle punten qua dagschotel voor Luik.
In de namiddag trokken we naar Sart Tilman. We namen een valse start door de bus in de verkeerde richting te nemen. Dat gaf ons evenwel de gelegenheid om ook het openbaar vervoer aan nadere inspectie te onderwerpen. Bussen hebben een hoge frequentie, zijn ruim en proper. Chauffeurs en ander dienstpersoneel: behulpzaam. Niets op aan te merken.
Sart Tilman ligt een eind buiten de stad. Een héél eind, blijkt gaandeweg. De bus gaat omhoog en omhoog en omhoog. Hoera: het Ardennengevoel! De campus zelf was op een bepaalde manier een afknapper: hij is niet voorzien op mensen zonder wagen. De gebouwen staan erg ver uit elkaar en langs de centrale verbindingsweg zijn ze de voetpaden vergeten. We bezochten de gebouwen van de architectuurafdeling. Het hoofdgebouw doet nog het meest denken aan een grote metalen schuur. Binnen veel glas en beton, maar mooie, sobere ruimtes. Best aangename werkomgeving, vooral ook dankzij het omringende groen. Maar géén campus, meer een industrieterrein.
Luik is, ontdekten we terugkerend van Sart Tilman, het allermooist uit de verte, vanop de heuvels. Waanzinnig grote staalfabrieken naast vriendelijke kleine huisjes. Brutale jaren zestigarchitectuur -de foeilelijke Cite Administrative!- die uittorent boven middeleeuwse straatjes. Stuk voor stuk prachtige bruggen over de Maas en verwaarloosde kaaien. Het stadion van Standard, in de berm van de autostrade. Luik is een rommeltje.
Maar op een bepaalde manier wel weer erg aantrekkelijk.
(De prentjes haalden we respectievelijk hier, hier, hier, hier en, tot slot, hier.)
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten