zondag 28 september 2008
De palenkraker komt
Soms is lelijk zo lelijk dat het weer bijna mooi wordt. Op bovenstaand prentje (foto: ANP) worden noeste werkzaamheden op de Nederlandse Maasvlakte afgebeeld. Wat de betrokken werknemers doen is niet zo duidelijk, maar volgens het bijschrift bouwen ze aan de fundering voor een nieuwe elektriciteitscentrale. Daarbij maken ze gebruik, lees je nog, van de grootste palenkraker van Europa. Helemaal niets te zien en toch blijf je kijken.
Modder, putten en plassen, gevlochten ijzer, roestig staal. Graaiende grijpklauwen, zand en grint. Weinig goeds voorspellende wolken. En zo meteen ook nog de palenkraker. Vaders, hou je dochters binnen. Sluit ramen en deuren, laat de luiken neer. Haal de honden van de ketting. De palenkraker komt er aan.
Zullen we nog even in de sfeer van de werktuigenpoëzie blijven? Een stukje uit een gedicht van H.H. -toen nog onder de pennaam Habakuk II De Balker- Ter Balkt:
Oud Gereedschap, Mensheid Moe.
Oud gereedschap ver van huis
bedenkt geen rondeel om te klagen
Oud gereedschap huilt niet in het donker
lange weg, lange lange weg,
en zingt geen blues want heeft geen stem.
Vlashekel, wan, geen achterban
van dichtkunst, geen plantage, borst
van essehout om aan te rusten.
Oud gereedschap mensheid moe, eeuwen
van huis, zoekt geen plankier
van zangen, van stof, van twist.
Lange weg, lange lange weg
oud gereedschap zingt niet de blues.
Regen geen rum slijpt zijn lemmet en steel,
zijn afgeklapte spaak die hakkelt.
Zo is het maar net. Werktuigenpoëzie.
(Oud Gereedschap Mensheid Moe, Uitgeverij de Harmonie, Amsterdam, 1976. En wat is een wan? Een platte mand die gebruikt wordt om het kaf van het koren te scheiden. De wanner schudt de wan, zodat het kaf opvliegt en weg waait. Voila: het landleven heeft geen geheimen voor ons.)
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten