zondag 6 september 2009

Vrije liefde


Toen de mensheid leerde fietsen, schreven we eerder, werd er van het rijwiel de wonderlijkste dingen verwacht. Maar ook gevreesd. Zo gewoon met je poep, met je edele delen, op zo'n smal zadel, de hele tijd je benen op en neer bewegend: zeg nu zelf, dat moest toch wel voor enige fysische opwinding zorgen? Zou al dat gefiets niet tot permanent geëxciteerde mensen leiden? Tot onvruchtbaarheid, hysterie, ja zelfs tot zedenverwildering?

"De schrijver Maurice Leblanc (de bedenker van de fameuze gentleman-dief Arsène Lupin) speelde in 1898 onderhoudend in op deze angst met zijn zoman 'Voici des aigles', waarin hij een fietstocht van twee jonge stellen beschrijft. Op de eerste dag merkt een van de mannen op dat niets een sterker gevoel van snelheid geeft dan het gesuis van banden over het wegdek: het verscherpt de zintuigen van de fietser waardoor een nieuwe ervaring van het landschap mogelijk wordt. Intussen beginnen de vrouwen de bovenste knopjes van hun blouse los te maken. Op de tweede dag hebben de vrouwen hun korset afgedaan en op de derde dag trekken ze hun blouse helemaal uit en rijden ze als eigentijdse Amazones door het platteland. Ten slotte laten beide paren alle conventies varen en komt het tot een orgie van vrije liefde."

Philipp Blom, De Duizelingwekkende Jaren. Europa 1900-1914, Amsterdam, De Bezige Bij, 2009.

Verhoudingsgewijze is het allemaal toch nog goed gekomen. Zelden wordt je aan kruispunten opgewacht door zich de kleren van het lijf scheurende wielrensters, die je uitnodigend tot een kort verblijf in de bosjes proberen te bewegen.

Heel erg zelden.

Geen opmerkingen: