dinsdag 10 juni 2014

Gelijk waardig


"Wij waren allemaal ambachtslieden en gelijkwaardig aan elkaar.

Maar sommigen van ons konden meer. Ook zaken die geen economische waarde vertegenwoordigden. Bijvoorbeeld het verleiden van vrouwen. Zij konden dat heel goed, omdat ze een natuurlijke aantrekkelijkheid bezaten.

Zo waren er vrouwen die bijzonder aantrekkelijk waren, en anderen die bijvoorbeeld een deel van hun gebit misten of geen borsten hadden wat wij mannen een beetje vervelend vonden.

De Aantrekkelijken hadden in alles een voordeel en waren absoluut niet gelijkwaardig aan ons. (Uit deze zin moge blijken tot welke groep ik behoorde.)

Het viel ons trouwens op dat De Lelijken van veel zaken de schuld kregen waarvoor nou net De Aantrekkelijken verantwoordelijkheid droegen.

Zonder het ooit uit te spreken voelden we dat er sprake was van onrechtvaardigheid. Wie mooi was, kreeg meer kansen dan wie lelijk was.

Omdat er over Schoonheid niet te twisten viel, beseften we destijds al dat we met de situatie en onze onaantrekkelijke lichamen genoegen moesten nemen. De Mooisten zwermden om de Leider heen die om ons eronder te houden grossierde in marxistische oneliners waarbij je alleen maar kon knikken.

Het voordeel van de aantrekkelijkheid zal altijd een gegeven zijn waar je economisch niets voor kunt bedenken."

Uit: Opheffer, Gelijk waardig, De Groene Amsterdammer, 4.06.2014.

Het prentje: Raquel Welch, poserend op de kast. Lelijke mensen op de kast poserend heet gewoon belachelijk. Mooie mensen op de kast niet. Weinig aan te doen.

Geen opmerkingen: