zondag 31 maart 2013

Paaskonijn


Opmerkelijk genoeg is het in deze streken de paashaas die de eieren rondbrengt en in de Angelsaksische landen het paaskonijn. Maar, verneem je op wikipedia, de verwarring is nog groter in de Duitstalige gebieden: "In plaats van een haas is er een haan in Beieren, een kip in Tirol, een vos in Thüringen en in Westfalen en een koekoek in Hannover".

Ogata Gekko (1859-1920), Konijn, 1910.

zaterdag 30 maart 2013

Flierefluiten


Van  2 tot en met 9 april vindt in het Finse Turku het wereldkampioenschap flierefluiten plaats."Onze sport heeft haar naam niet mee", zucht Noël Willemssens (links op het prentje), erevoorzitter van de Belgische Flierefluitbond. "En nochtans heeft flierefluiten -fluiten op een uit vlierenhout gesneden blaasinstrument- helemaal niets van doen met lapzwansen en slampampen"."Het is topsport, wat zeg ik: kunst", voegt echtgenote Brenda (rechts op het prentje) er aan toe  

Het flierefluiten omvat vier disciplines, legt Noël uit: kunstfluiten, fluiten vrije stijl, ambachtelijk fluiten en humoristisch fluiten. Die laatste discipline is eigenlijk maar nep, oordeelt Brenda: het werd ingevoerd door de internationale flierefluitfederatie in de hoop de jeugd voor de sport te winnen. "Het gaat er om rare geluidjes met je instrument te maken. Vooral de Duitsers zijn er dol op.". Het kunstfluiten, vernemen we, wordt dan weer helemaal gedomineerd door de Noord-Koreanen. Brenda vertelt met duidelijk afgrijzen over ware flierefluitfabrieken waar kindjes van hooguit drie jaar voor het topfluiten worden klaargestoomd en hun kleine vingertjes blauw oefenen op sonates van Brahms. Zelf beoefent Brenda nog altijd het fluiten vrije stijl, een sporttak waarin ze haar persoonlijkheid helemaal kwijt kan, vertrouwt ze ons toe. Met hulp van nichtje Naomi Devolder wordt de repertoirekeuze up to date gehouden: zo brengt Brenda tegenwoordig onder meer hits van Shakira en Beyonce ten gehore op de vlierfluit.

Bij het ambachtelijk fluiten, ten slotte, moeten de deelnemers zich in de kortst mogelijke tijd zelf een vlierfluit snijden en er vervolgens een door de jury opgelegde melodie, bijvoorbeeld het volkslied van het organiserende land, mee ten gehore brengen. Het is de moeilijkste discipline, besluit Noël. "Niet zozeer het snijden, want met wat oefening doet iedereen dat in minder dan vijf minuten. Maar wel die nationale hymnes. En nu in Finland. Man, dat wordt geen lachterje."

Een vlierfluit maken in minder dan vijf minuten? In dit educatief verantwoorde filmpje wordt stap voor stap uitgelegd hoe dat moet. En hier is het Finse volkslied, voor wie zich wil meten met de topfluiters (filmpje) Onmogelijk om je tijdens de komende paasvakantie te vervelen.

Het prentje: via Dancing Fish.

vrijdag 29 maart 2013

Gramofoonplaat


Toe, opa, vertel nog eens van hoe ze gramofoonplaten maakten. Wel nu, lieve kleinen, opa gaat daartoe een fijn filmpje tonen, helemaal uit 1941. Toen werd een nieuwe plaatopname van The Ramblers aangegrepen om te tonen hoe dat in zijn werk gaat. Merk op: de uitstekende kwaliteit van film en belichting en de glasheldere dictie van de commentaarstem. En uiteraard, het fijne muziekje: het uit het leven gegrepen "'k Heb een keukentje" (filmpje).

The Ramblers waren een geweldig swingend dansorkest dat in de jaren 1930 en de eerste helft van de jaren 1940 razend populair was (zie prentje). Daarna kwam de bebop en toen werd het mode neer te kijken op de als ouderwets ervaren dansorkesten. The Ramblers kregen in het rechtlijnige na-oorlogse Nederland ook regelmatig voor de voeten geworpen dat ze tijdens de oorlog gewoon waren blijven muziek maken. Tja, bakkers hielden ook niet op met broodbakken. Trouwens: toen dansorkesten geen joodse muzikanten meer mochten tewerkstellen, hielden The Ramblers bij optredens uit protest steeds twee zitjes in de orkestbak leeg, ter herinnering aan Sam Nijveen en Sal Doof, die door het beroepsverbod waren getroffen. De resterende muzikanten bleven tijdens de oorlog systematisch een deel van hun loon afstaan aan hun uitgesloten joodse collega's. De vraag is of hoeveel van die na de oorlog zo rechtlijnige Nederlanders dat tijdens de oorlog ook deden.

donderdag 28 maart 2013

De Generaal


Winston Churchill won de Nobelprijs Literatuur met zijn oorlogsmemoires, maar wellicht was Charles de Gaulle de betere stylist. H.L. Wesseling sluit zijn uitstekende biografie* van de Generaal af met een citaat uit diens memoires, waarin de auteur, die zich voor de zoveelste keer heeft teruggetrokken heeft in Colombey-les-Deux- Eglises (de Fransen hadden hem wéér eens niet begrepen), vanuit het perspectief van de eeuwigheid naar zichzelf en zijn huis kijkt:
"Dit is mijn woning. In het tumult van mensen en gebeurtenissen was de eenzaamheid voor mij altijd een verlokking. Nu is zij mijn vriendin. Stilte vult mijn huis. Vanuit de hoekkamer, waarin ik de meeste uren van de dag doorbreng, zie ik de verten van het westen. Vijftien kilometers ver is geen gebouw te zien. Over de vlakte en de bossen volgt mijn blik de lange glooiingen, die afdalen naar de vallei van de Aube, daarna de hellingen ertegenover bestijgen. Vanaf een hooggelegen punt in de tuin overzie ik de wilde diepten, waar de gronden worden ingesloten door het bos, gelijk een kaap door de zee. En als ik hierop naar de sterren zie, dringt zich de onbeduidendheid der dingen aan mij op. Dan doortrekt mij een geheimzinnige vertroosting. Omdat alles opnieuw begint, zal hetgeen ik heb gedaan vroeger of laat een bron zijn van nieuwe ijver, nadat ik zal zijn verdwenen", (Charles de Gaulle, Mémoires 1940-1946, Deel drie: Het Heil, 1944-46, Ned. vert. S.A.A. Maas, Amsterdam 1963). 
*. H.L. Wesseling, De man die nee zei. Charles de Gaulle, 1890-1970, Amsterdam, Bert Bakker, 2013.

woensdag 27 maart 2013

Festival


Geen idee wat er dit jaar zoal op het programma staat, maar ze hebben alleszins voor een wondermooie affiche gezorgd. Festival van Cannes: al uw punten.

dinsdag 26 maart 2013

Vreselijk ongeluk


Evenwichtigheid dragen we hoog in het vaandel. Na het Fietsmanifest van enkele dagen terug, vandaag toch ook een kritische noot. Ook fietsen is niet zonder risico's. In september 1895 vond een vreselijk ongeluk plaats: George Herbert Shaw en Bertrand Russell knalden met de fiets tegen elkaar. Het scheelde ontzaglijk weinig of de westerse cultuurgeschiedenis had er helemaal anders uitgezien. Maar goed, geen gespeculeer. De feiten en niets dan de feiten:
"The two spindly intellectuals set off on their bicycles through the rolling hills of Monmouthshire. Before long, Bertrand Russell, slightly out in front, stops his bike in the middle of the road in order to read a direction sign and work out which way they should head. Shaw whizzes towards him, fails to keep his eyes on the road, and crashes right into the stationary Russell.
Shaw is hurled through the air and lands flat on his back “twenty feet from the place of the collision,” in Russell’s empirical estimation. Following his normal practice, Shaw picks himself up, behaves as though nothing is wrong, and gets back on his bicycle, which is, like him, miraculously undamaged.
But for Russell, it is a different story. “Russell, fortunately, was not even scratched,” Shaw tells a friend, adding mischievously, “But his knickerbockers were demolished.” Russell’s bicycle is also in a frightful state, and is no longer fit to ride. Russell says of his assailant: “He got up completely unhurt and continued his ride. Whereas my bicycle was smashed, and I had to return by train”, 
(meer hier).
Fietsen is, we herhalen het, ook niet zonder risico's.

(Het verhaal van het ei zo na gruwelijke en wereldgeschiedenis bepalende fietsongeluk komt uit Craig Brown, Hello Goodbye. A Circle of 101 Remarkable Meetings. Een veelbelovend boek.)

maandag 25 maart 2013

Wereldmuziek


Soms vragen mensen zich wel eens af wat de cowgirls deden terwijl de cowboys het vee over de prairie jakkerden en de indianen lastig vielen. Het was een enigszins andere wereld, zich dat afvragende mensen: mannen en vrouwen leidden grotendeels gescheiden levens.

De cowgirls trokken op met de cowgirls. Die hielden zich overigens niet bezig met het naar het slachthuis vervoeren van koeien of het over de kling jagen van de oorspronkelijke bevolking. De koemeisjes waren volstrekt vegetarisch. En multicultureel. En ze speelden 's avonds bij het kampvuur wereldmuziek en geloofden in vrije lichaamsexpressie en naturisme (prentje). Dat laatste vonden de koejongens best wel interessant, maar die wereldmuziek en de tofuburgers waren er teveel aan. Vandaar dat de meeste mannen dan maar het bestaan van de lonesome cowboy, far away from home beoefenden.

Wereldmuziek, je bent er voor of je bent er tegen.

Het prentje: via If Charley Parker.

zondag 24 maart 2013

Honderd triljoen


Zimbabwe heeft niet zo verschrikkelijk veel om trots op te zijn. Dat ze wereldrecordhouder inflatie zijn, misschien*. In 2008 werden briefjes van 100.000.000.000 Zimbabwaanse dollar gedrukt. Honderd triljoen, inderdaad. In november 2008 bedroeg het dagelijkse inflatiepercentage wellicht 98%. Zoals te verwachten was hadden mensen tegen die tijd al lang opgehouden de officiële munt te gebruiken. De overheid volgde. Begin 2009 bestond er eenvoudigweg geen Zimbabwaanse dollar meer, tot de overheid later dat jaar een nieuwe dollar introduceerde. Hoe die het doet is een beetje gissen. In het buitenland wordt sindsdien immers geen Zimbabwaans geld meer aanvaard en dus worden er ook geen wisselkoersen meer berekend.

Met wat geluk worden de 100 triljoen bankbriefjes ooit nog wel wat waard. Op amazon betaal je vandaag 0.89 Amerikaanse dollar voor een biljet (hier).

*. Meestal lees je dat de Zimbabwanen in de hyperinflatierecordlijst nog vooraf worden gegaan door de Hongaren. De Hongaarse munt, de pengo, bereikte in juli 1946 zelfs een dagelijks inflatiepercentage van 207%. Terwijl de Zimbabwaanse dollar in diens recordmaand zijn waarde volledig verloor in 24,7 uur, had de pengo daar toen maar 15 uur voor nodig. Baas boven baas.

zaterdag 23 maart 2013

Fietsmanifest


Niet dat we niets meer te vertellen hebben -hou ons tegen!- maar omdat Judith Vanistendael het zoveel beter en treffender formuleerde: het Fietsmanifest. Jammer genoeg voorlopig alleen nog voor kopers en abonnees van De Standaard. Dus alleen maar een klein stukje er uit, het vierde punt om precies te zijn:
"Een fiets maakt geen lawaai. In deze tijden van niet aflatend gemotoriseerd geronk en gedigitaliseerd gebliep, vind ik elk voorwerp dat geruisloos werkt en zich bijgevolg niet aan je opdringt een zegen. Het een onmisbaar wapen in de strijd tegen de terreur van lawaai in onze samenleving.
En daar is geen woord van gelogen. Wel enigszins ironisch was dat toen er geruisloze, elektrische wagens op de markt verschenen, het nodig bleek ze zo uit te rusten dat ze wél herrie maakten (meer hier). Zo niet stapten mensen, gewoon als ze waren aan wagens die je van ver hoorde afkomen, het voetpad af, pardoes onder de geluidloze wagens.

En dat zegt dan weer iets over het enerzijds wonderbaarlijke vermogen van mensen om zich aan te passen aan alle omstandigheden en met ongeveer alles te leren leven en over anderzijds hoezeer de auto baas over ons is geworden. Hij toetert, wij springen in het gelid. Niet fraai.

Het prentje: sommige dingen zijn, toegegeven, dan weer moeilijker met de fiets te vervoeren. En op tram, trein of bus staan ze evenmin te juichen als je na een bezoek aan de olifantenwinkel met je nieuwe aankoop huiswaarts keert. In die gevallen, zullen we afspreken, mag je met de auto. Dat is wel redelijk lijkt ons.

vrijdag 22 maart 2013

Ricky Shayne


De Britse mods keken van de Italianen de fijne kledij, de scooters en de koffiebars af. En vervolgens keken de Italiaanse mods dat allemaal weer af van de Britse. En het merkwaardige is: een Britse mod liep er in regel beter gekleed bij dan een Italiaanse. Ergens ging er blijkbaar iets verloren in dat heen en weer vertalen.

Uit 1966: Italië's bekendste mod Ricky Shayne met Uno dei Mods (filmpje).

donderdag 21 maart 2013

Kosmisch


Uiteraard trekt clubliefde zich niets aan van rationaliteit; welke liefde doet dat wel? Uiteraard is een club, zoals alle dingen, vergankelijk. Het grootste deel van de voorbije tijd bestond de club waarop de liefhebber zijn (of haar) gevoelens projecteert niet en het grootste deel van de nog komende tijd zal ze dat ook niet meer doen. Veel meer dan een zuchtje in het licht van de eeuwigheid is het allemaal niet. En dat geldt, bij uitbreiding, voor elke liefde.

En toch zal iedereen die het object van zijn liefde kwijt raakt niet zo verschrikkelijk veel hebben aan dat relativerende kosmische perspectief, van waaruit alles even veel en dus niets waard blijkt. Dat is ten aanzien van clubliefde niet anders. Je weet dat favoriete clubs sportief hoogdagen net zozeer als rampjaren kunnen beleven, dat hoort er bij. Maar dat het plots eenvoudigweg om het naakte overleven gaat, om het existentiële zijn of niet langer zijn, dat calculeert de liefhebber niet in. En dat raakt hem/haar meer dan hij/zij wellicht verwachtte.

Veel is daar niet aan te doen. Je kunt hopen op alsnog een schimmige financier die zijn zwart geld aan de club overmaakt. Je kunt elkaar wijsmaken dat het allemaal vanzelf nog goed komt. Je kunt de kansen overwegen dat, in het slechtste geval, de supporters zelf het zaakje overnemen of dat er een samengaan komt met een andere zieltogende club. Je kunt zoveel.

Kein geloel, füsball spielen, was het ordewoord van de legendarische trainer Ernst Happel (prentje). Laten we het daar maar bij houden.

woensdag 20 maart 2013

Kattenpost


Nogal wat kattenvrienden waren niet opgezet met de wijze waarop hun favoriete dier eerder deze week werd geportretteerd. Beste kattenvrienden, vandaag wiedergutmachung. Katten, moet het gezegd, zijn eh, ook geweldige dieren. Die over talenten beschikken die het verdienen onder de aandacht te worden gebracht. Zo zijn katten, wellicht meer nog dan duiven, geschikt zijn om post te bestellen. Dat hadden onze negentiende eeuwse voorouders al ontdekt. Meer nog, dat hadden wij Belgen ontdekt: According to a 19th century article in the New York Times, around 1877 the Belgian Society for the Elevation of the Domestic Cat tested 37 cats for the task by taking them far from the city of Liege where they "promptly proceeded to 'scat.'" Within 24 hours, they had all returned home.

En omdat we iets goed te maken hebben citeren we in extenso voort uit die bron: This result has greatly encouraged the society, and it is proposed to establish at an early day a regular system of cat communication between Liege and the neighboring villages. Messages are to be fastened in water-proof bags around the necks of the animals, and it is believed that, unless the criminal class of dogs undertakes to waylay and rob the mail-cats, the messages will be delivered with rapidity and safety.

Het prentje: katten zijn overigens voor nogal wat andere beroepen geschikt. Het verkennen van de ruimte bijvoorbeeld, zoals bovenstaande postzegel uit de Comoren in herinnering. Meer katten naar de maan! En dat is uiteraard positief bedoeld, beste kattenvrienden. (Het verhaal over de kattenbrievenbestellers hebben we hier gehaald.)

dinsdag 19 maart 2013

Vaststelling


Een vaststelling waar je moeilijk omheen kunt: als mensen praten over dingen die ze kennen, benadrukken ze steeds weer dat het allemaal niet zo eenvoudig is, dat het best wel over complexe zaken gaat en je de waarheid dus geweld aandoet door te denken dat er simpele oplossingen bestaan. Maar diezelfde mensen hoor je wel zonder enige scrupules over dingen waar ze niets of veel minder van afweten, beweren dat het allemaal niet zo ingewikkeld hoeft te zijn, dat de antwoorden voor de hand liggen en er geen twijfel bestaat over wat er moet gebeuren.

Montaigne, die leefde in de tijd van de godsdienstoorlogen, kwam al vroeg tot dezelfde vaststelling. "De volgende heel alledaagse overweging heeft mij gesterkt in mijn standpunt en mij zelfs in mijn jonge jaren, toen ik nog overmoedig was, in toom gehouden: laat ik niet de zware last op mijn schouders nemen mij als deskundige op te werpen in zo'n belangrijke wetenschap* en bij zoiets precairs mijn nek uitsteken, terwijl ik dat nooit zou hebben gewaagd in de veel gemakkelijker taken van de wetenschap waarin ik ben onderwezen en waarin het totaal geen kwaad kan een onbezonnen oordeel te vellen." ('Over gewoontes en dat je eenmaal aanvaarde wetten niet zomaar veranderen moet', De Essays.)

* Montaigne bedoelt de theologie.

Het prentje: sommige dingen zijn natuurlijk wel gewoon poepsimpel. Je eigen nucleaire onderzeeboot bouwen bijvoorbeeld. Kinderspel. Gewoon het bouwpakket bestellen.

maandag 18 maart 2013

Fantastisch cadeau


Wat honden zoveel leuker materiaal maakt voor stripverhalen en cartoons dan katten, is dat honden ook maar gewone sufferds zijn, net als wij mensen. Katten schrijven we, omdat we nooit echt hoogte van ze krijgen, ondoorgrondelijkheid en andere gesofistikeerde gevoelens toe. Mogelijk zijn katten gewoon contactgestoord. Of hebben ze gewoon niets uit te drukken. Honden daarentegen. Die doen domme dingen. Die lijken het soms ook allemaal niet meer te weten. Net mensen. En daarom uitstekend geschikt voor stripverhalen en cartoons.

Bij The New Yorker hebben ze een traditie als het over getekende en geschilderde honden gaat. In een onwerkelijk dik boek hebben ze een klein miljoen van die boeken lezende, over hun baas zeurende, zich existentiële vragen stellende, door katten beetgenomen wordende honden bij elkaar verzameld. Samen met essays en kortverhalen en gedichten over onze naaste dierlijke verwant. Dat moet een fantastisch cadeau zijn.

zondag 17 maart 2013

Verontwaardiging


Verontwaardiging is een overschatte emotie. Mensen die zich voorstaan op hun vermogen "nog verontwaardigd" te kunnen zijn, proberen dan ook best veel nuttiger emoties tot ontwikkeling te brengen, als daar zijn: afstand kunnen nemen, vriendelijkheid, humor.

De tegenwerping is natuurlijk: als mensen niet af en toe verontwaardigd zouden zijn geweest, zou er nu nog slavernij bestaan en hadden we geen algemeen stemrecht of pensioen. Twee dingen: dat soort nobele verontwaardiging is het excuus met behulp waarvan veel dagelijkse onbeschoftheid en kleinzieligheid zich een aureool van heldhaftigheid verschaft. Twee, met verontwaardiging schaf je de slavernij niet af, net zo min als je er het algemeen stemrecht mee afdwingt of het pensioenstelsel mee op poten zet. Wie drijft op verontwaardiging is meestal niet goed geplaatst om het lange en gedurige werk te ondernemen -"het geduldig gaten boren in hard hout", met de woorden van de socioloog Max Weber- waarmee je maatschappelijke verandering tot stand brengt. Verontwaardiging is als een steekvlam: hard en hevig en zo weer uit. Om het vuur brandend te houden heb je meer aan afstand kunnen nemen, vriendelijkheid, humor.

Het prentje: via Wires in the Wall.

zaterdag 16 maart 2013

Holland


Holland

De hemel groots en grauw.
daaronder het geweldig laagland met de plassen;
bomen en molens, kerktorens en kassen,
verkaveld door de sloten, zilvergrauw.

dit is mijn land, mijn volk;
dit is de ruimte waarin ik wil klinken.
laat mij één avond in de plassen blinken
daarna mag ik verdampen als een wolk.


Hendrik Marsman, Verzameld Werk, 1960.

Het prentje: Johannes Vermeer (1632-1675), Gezicht op Delft, 1660-1661.

vrijdag 15 maart 2013

Wat als?


In de reeks De Geschiedenis Had Er Helemaal Anders Uit Kunnen Zien Als, vandaag: als de Beatles er effectief voor gekozen hadden zich steevast als troubadours uit te dossen.

De Cardin-pakjes die manager Brian Epstein uiteindelijk uitkoos bleken daarentegen wel een schot in de spreekwoordelijke roos. Nog een uitermate intrigerende wat als-vraag wordt opgeworpen in Ian MacLeod's kortverhaal Snodgrass, dat aan de basis ligt van een binnenkort op de Britse commerciële zender SkyArts te vertonen TV-film. Wat als Lennon in 1962 uit de Beatles was gestapt? Hoe was John's leven dan verlopen? Waren de Beatles dan net zo succesvol geweest? Hadden de jaren '60 er dan anders uit gezien? Had de jongerencultuur zich op dezelfde manier ontwikkeld? Hoe zou de popmuziek hebben geklonken? Ja, wat als?

donderdag 14 maart 2013

Ontgoocheld


De redactie belde met een duidelijk behoorlijk aangeslagen Armand Pletinckx, pauswatcher en voorzitter van de Vlaamse afdeling van de International Pope Watchers Association (IPWA),

"Ja, ik ben ontgoocheld, ik steek het niet weg." Is er dan iets mis met deze paus, Armand? "Het gaat niet over de persoon; die mens zal zijn best wel doen, daar gaat het niet over. Ik ben ontgoocheld in het hele pausconclaaf." Hoezo, Armand? "Zo'n pausconclaaf is één van de hoogtepunten uit het pauswatchersbestaan. Jaren bereiden wij ons hierop voor. We studeren kerklatijn, leren de biografieën van pausen uit het hoofd, leggen databestanden aan met nieuwtjes over kardinalen. Jaren werk. En dan sturen ze ons na een dag of twee al weer naar huis. Ontgoochelend, zeg ik." Maar ze moeten zo'n conclaaf toch niet langer rekken dan nodig? "En waarom niet? Wie neemt de katholieke kerk nog ernstig? Niemand. Behalve de pauswatchers. Wij offeren onze vrije tijd, ons familieleven, ons beroep, op aan het pauswatchen. Gratis, belangeloos. En als de kerk dan één keer iets kan terugdoen voor ons, voor de enige groep die die hele santenkraam nog ernstig neemt, dan laat ze ons al na twee dagen in de de steek. Bijzonder teleurstellend allemaal..."

Hou de moed er in, Armand! Hoe is overigens het weer nog in Rome? "Wat kan mij in godsnaam het weer in Rome nog schelen. Morgen zit ik weer bij moeder de vrouw in Stekene. Verdomme toch. Twee armzalige dagen en ze hebben een paus. Zeer ontgoochelend..."

woensdag 13 maart 2013

De eerste dag


Exclusief voor de lezers van deze site zal Armand Pletinckx, pauswatcher en voorzitter van de Vlaamse afdeling van de International Pope Watchers Association (IPWA), regelmatig achtergrond en duiding geven bij het pausconclaaf dat gisteren in Rome is begonnen.

Viel er die eerste dag al wat te beleven, Armand? "De eerste dag is altijd een beetje als de eerste dag op vakantie. De kardinalen pakken hun valies uit, passen hun nieuwe habijt dat ze speciaal voor deze gelegenheid hebben gekocht, zoeken uit welke vriendjes er deze keer weer bij zijn, kopen postkaartjes om aan achtergebleven bischoppen, priesters en diakens te sturen en verkennen de buurt." Heb je al interessante berichten opgevangen over de pausverkiezing? "De eerste dagen zijn vaak wat misleidend. Wie nu bijvoorbeeld collega's-kardinalen leuke adresjes bezorgt van restaurants of mijterwinkels, die scoort geheid de eerste dagen in de stemmingen. Maar dat soort dingen slijt snel af. Na twee weken verveelt zelfs de Italiaanse keuken en na een paar nieuwe mijters of miskelken en wijwatervaten verliest ook het shoppen zijn glans. Dan begint het echte werk." Wat kan je in deze fase als kardinaal met pausambities dan maar best doen? "Je enigszins op de vlakte houden. Als je zo lang met elkaar samenleeft, ontstaan gemakkelijk irritaties. Een vervelende hoest, een te luide lach of zelfs te nadrukkelijk beleefd zijn: al dat soort dingen is genoeg om je collega's te ergeren en dus je pauskansen tot nul te herleiden. Na een week of vier is diegene het meest populair die het minst op de zenuwen werkt. Je in het begin een beetje discreet opstellen, dus."

Hartelijk dank Armand! Hoe is overigens het weer nog in Rome? "Een graad of twaalf en buiig  Nog niet echt pausweer."

dinsdag 12 maart 2013

Maartse sneeuw


Het kan altijd erger. In september 1901 werden in Vielsalm en Houffalize de eerste vriestemperaturen opgemeten. Het daaropvolgende najaar was ongemeen koud en somber. Dat werd er niet beter op toen de winter zijn intrede deed. In januari 1902 scheen de zon slechts 25 uur, terwijl dat normaal 53 uur is. Op 10 februari lag er 35 centimeter sneeuw in Ukkel, de dikste sneeuwlaag ooit gemeten in de voorbije eeuw. Nog merkwaardiger was dat dit sneeuwtapijt het resultaat was van één uitzonderlijk hevige sneeuwbui die het land teisterde tijdens de namiddag en de avond van 10 februari. Net zo opmerkelijk was dat die sneeuw blééf liggen. Maandenlang. Op 7 mei 1902 leek het einde in zicht: pas dan waren officieel de laatste resten wintersneeuw allemaal gesmolten.

Groot was dan ook de verbazing toen het op 14 mei 1902 -inderdaad: veertien mei- opnieuw begon te sneeuwen: 4 cm in Hestreux, 6 cm in Libramont en 11 cm in La Roche: de meest laattijdige sneeuw die we in dit land ooit mochten meemaken. Mei 1902 gaat sowieso de geschiedenis in als de koudste meimaand ever: de gemiddelde temperatuur bedroeg slechts 8,5°, terwijl we normaal op 12,8° mogen rekenen. En nog was het niet gedaan: ook op 11 juni 1902 bleef de minimumtemperatuur in Colfontaine onder het vriespunt.

Dat beetje maartse sneeuw van vandaag is, met andere woorden, niets. In 1902 konden ze met recht en reden zeggen dat het weer enigszins tegenzat: dat jaar bleek later trouwens het koudste jaar van de twintigste eeuw. En dan wisten ze nog niet eens dat ze in 1903 ook nog eens de natste lente uit de geschiedenis stond te wachten.

(Al deze wonderlijke, een mens met het leven en het weer verzoenende gegevens werden ontleend aan een standaardwerk dat in geen enkele huisbibliotheek zou mogen ontbreken: "Weer of geen weer. Een eeuw natuurgeweld in België", een boekwerk van het KMI, in 2004 door Van Halewyck uitgegeven.)

Het prentje: niet denken in termen van problemen, maar in termen van kansen! Dankzij de late winteropstoot kun je al die fijne mutsen en truien, die je in de koopjesperiode voor een zacht prijsje verwierf, eindelijk ook een keer uit de kast halen.

maandag 11 maart 2013

William IV


J.R.R. Tolkien liet zich wel eens ontvallen dat zijn favoriete politieke systeem het anarcho-monarchisme betrof. Die voorkeur had te maken met zijn diepe overtuiging dat je nog het best af was met een nutteloze, machteloze en door niemand ernstig genomen vorst, omdat principieel niemand geschikt was om baas te spelen over anderen:
Not one in a million is fit for it, and least of all those who seek the opportunity. At least it is done only to a small group of men who know who their master is. The mediaevals were only too right in taking 'nolo episcopari' as the best reason a man could give to others for making him a bishop. Grant me a king whose chief interest in life is stamps, railways, or race-horses; and who has the power to sack his Vizier (or whatever you dare call him) if he does not like the cut of his trousers. And so on down the line. But, of course, the fatal weakness of all that—after all only the fatal weakness of all good natural things in a bad corrupt unnatural world—is that it works and has only worked when all the world is messing along in the same good old inefficient human way.
Het prentje: een grotendeels machteloze, nutteloze en door niemand ernstig genomen vorst krijgt soms toch opmerkelijk veel gedaan. Zo onder meer de Britse koning William IV  (hier ca. 1800 afgebeeld door Sir Martin Shee), die onder meer de charmante gewoonte had gewoon door Londen te kuieren en -belangrijk!- voorbijgangers vriendelijk te groeten, waarbij hij, zoals het beschaafde heren past, telkens even de hoed van het hoofd nam. Nul kloof met de burger onder zijn bewind.

zondag 10 maart 2013

O roder dan


Song

O ruddier than the cherry!
O sweeter than the berry!
O nymph more bright
Than moonshine night,
Like kidlings blithe and merry!
Ripe as the melting cluster!
No lily has such lustre;
Yet hard to tame
As raging flame,
And fierce as storms that bluster!


John Gay. 1688–1732

En met muziek erbij geeft dat: Georg Friedrich Händel, uit Acis en Galathea, de aria 'O ruddier than the cherry' (muziekje).

Het prentje: Fede Galizia (1578-1630), Kersen in een zilveren schaal, 1602.

zaterdag 9 maart 2013

Pauswatchers


Wat niet zoveel mensen weten is dat niet iedereen zich zomaar pauswatcher mag noemen. Armand Pletinckx, voorzitter van de Vlaamse afdeling van de IPWA (The International Pope Watchers Association) is formeel: "het volstaat niet theoloog of kerkjurist te zijn. Je mag je alleen pauswatcher noemen als je beschikt over je geaccrediteerd IPWA-certificaat." Om kandidaat-pauswatchers de kans te geven zich alsnog in regel te stellen vooraleer het pauselijke conclaaf  volgende week van start gaat, worden nu overal te lande extra certifiërings- en accrediteringsmomenten ingericht, zoals gisterenavond in feestzaal Het Dorp in Hulshout (zie prentje). "Een paar redelijke kandidaten gezien", verklaarde na afloop Armand Pletinckx, "maar we gaan nu ook niet plots onder de tijdsdruk de lat lager leggen. Daar bewijzen we de samenleving ook geen dienst mee".

Goed dat er nog iemand de standaarden bewaakt.

vrijdag 8 maart 2013

Niets doen


“People say nothing is impossible, but I do nothing every day.”

A.A. Milne, Winnie-the-Pooh, 1926

Het prentje: Andy Warhol doet niets. Lijkt eenvoudiger dan het is, niets doen. Niet zoveel mensen kunnen dat, niets doen. Zoals alle vaardigheden eentje waar je jezelf in moet trainen. Eerst een klein beetje niets doen, dan een beetje meer niets doen om tot slot uiteindelijk gewoon helemaal niets te doen. Vraagt jaren lang hard en gedisciplineerd werk voor je dat kunt, helemaal niets doen.

donderdag 7 maart 2013

In/uit de doos


Je hoort voortdurend de uitdrukking dat er out of the box moet worden gedacht. Los van de onvermijdelijk daarmee gepaard gaande clichés over creativiteit en innovatie en de dooddoener dat onze grijze cellen onze belangrijkste grondstof zijn en dat soort dingen*, is de metafoor van het in/uit de doos denken niet onzinnig. Het is inderdaad opmerkelijk hoe vaak, achteraf bekeken, je merkt dat op de drempel van nieuwe technologische of wetenschappelijke uitvindingen, mensen verbazend lang het nieuwe, waar ze al een flauw vermoeden van hebben, steeds weer proberen te vangen in de vertrouwde denkkaders. Of daar een voorbeeld bij kan?

Kijk naar het prentje. In de loop van de negentiende eeuw begon het te dagen dat de technische evolutie de belofte van nieuwe vervoersmiddelen inhield. En dan zie je mooi hoe mensen eerst nog een hele tijd in termen van de oude vervoersmiddelen denken. Vermits we ons sinds mensenheugenis te paard voortbewogen, leek dat paard ook de meest voor de hand liggende manier waarop je dat zou doen als je nieuwe technieken ter beschikking had. Het prentje toont één van de voorlopers van de trein: iemand kwam op het lumineuze idee om sporen te leggen en daarop wagons te zetten die mensen en goederen konden vervoeren. En hoe werd die voorvader van de trein voortbewogen? Door een paard dat je in de eerste wagon op een rolband zette die de wielen aandreef. Achteraf denk je dan: bijna goed. Nog even duwen tegen het deksel en de doos gaat open.

Het prentje: via Futility Closet.

*. En waarom dat een dooddoener is? Omdat je je geen menselijke activiteit -ook niet steen kappen of putjes scheppen- kunt voorstellen waarbij je je grijze cellen niet moet gebruiken. Daarom.

woensdag 6 maart 2013

Turdus viscivorus

‘s Morgens

Voor Mai

Het was half vijf ’s morgens in April
Ik liep, en floot de St. Louis Blues
Maar ik floot die op mijn eigen wijze
Al fluitend dacht ik: mocht mijn fluiten
gelijken op de zang van de grote lijster
En waarlijk, na enige tijd geleek mijn
fluiten van de St. Louis Blues
Op de zang van de grote lijster:
turdus viscivorus


Jan Hanlo, Verzamelde Gedichten, Van Oorschot, 1989.

Het prentje: inderdaad, de turdus viscivorus. En daar hoort een liedje bij: Bessie Smith in St. Louis Blues (filmpje).

dinsdag 5 maart 2013

Vraag en aanbod


Waarom jongens op een bepaalde leeftijd de literatuur de rug toekeren? Misschien is het ook een kwestie van het verkeerde aanbod. De leraar Engels die dit soort boeken (zie prentje) op de literatuurlijst zet, kan zelfs de boekbesprekingen van de leerlingen van het Vijfde Handel met vertrouwen tegemoet zien. Dat soort boeken lezen opgroeiende jongens wat graag. Het probleem, durven we stellen, ligt in dit geval dus niet bij de vraag.

maandag 4 maart 2013

Fietserssnobisme


Waar wij fietsers ons ook wel eens schuldig aan maken is snobisme jegens de autobezitters. En dan gaat het niet alleen over de uiterlijke tekenen: bijvoorbeeld het opzichtig aan het fietszadel bengelende plaatje, waarop we ons er op voorstaan dat er dankzij onze zorg voor mens en planeet toch maar weer mooi een auto minder rijdt. Het gaat ook om de niet uitgesproken minachting waarmee we de autobezitter van een gebrek aan geestelijke diepgang verdenken.

Een voorbeeld? Het is zondagmorgen. Om halfnegen begint Buurman met het tweewekelijkse ritueel. De auto wordt afgespoeld, ingezeept, afgespoeld, ingezeept, afgespoeld, afgedroogd met een zeemvel, met één product bewerkt, met een ander product ingewreven, geolied, ingevet, opgeblonken, met een zacht doekje bewerkt, met een nog zachter doekje bewerkt. Het is ongeveer elf uur en Buurman is klaar. Neen, er toch nog eens met een ultra-superfijn doekje over.

Dan denken wij fietsers: in die tijd heb je een goed boek gelezen en een debatprogramma op de radio over maatschappelijk relevante thema's gevolgd en een macrobiotische taart gebakken. Wij dwalen. Eén, Buurman heeft iets meer dan twee uur rustig tijd voor zichzelf gehad. Twee, Buurman heeft met alle voorbijgangers een praatje gemaakt. En wij? Wij hebben de wereld verbeterd. Zo zijn wij fietsers. Toch wel een beetje snobs.

Het prentje: ook iets dat een stuk minder leuker is als je het met de fiets moet doen. Met je favoriete vervoersmiddel de badkuip in.

zondag 3 maart 2013

Liefdestrouw


Een zeer opmerkelijke en volledig correcte observatie afkomstig uit het zoals altijd geweldig interessante meest recente nummer van het voetbalblad When Saturday Comes:
"You don't have to go too far these days to meet someone who's gone through a divorce, or converted from one faith to another, or left their job for a new career in an entirely different profession. Yet you rarely hear of someone announcing they've split from the football team they grew up supporting." (Kevin O'Donnell, 'Codes of conduct: Changing allegiance', When Saturday Comes, 313, maart 2013).
Het gebeurt inderdaad vrijwel nooit dat iemand zijn favoriete voetbalclub inruilt voor een andere. Wie weet hoe dat komt, mag het ons uiteraard uitleggen.

zaterdag 2 maart 2013

(Leeftijd)


Eén van de vreemde kenmerken van het nieuwsgenre van het fait divers, is dat het blijkbaar altijd nodig is de leeftijd te vermelden van de mensen waarover het gaat. In Florida wordt een man opgeslokt door een reusachtig gat dat plots onder zijn huis verscheen. Maar zelfs zo'n bericht is maar pas volledig als er ook wordt vermeld wat de leeftijd is van die man. Dat wordt zelfs zo essentieel geacht dat die leeftijd al in de titel van het bericht opduikt. Alsof het, wanneer je door de gigantische leegte wordt opgezogen, enig verschil maakt of je 25, 54, 73 of, zoals in dit geval, 36 bent.

Waarom moeten of willen we weten hoe oud zo'n man is? Maakt die minimale vorm van personalisering zo'n bericht menselijker? Bizar toch, want leeftijd is zo ongeveer het meest anonieme persoonlijkheidskenmerk dat je kunt bedenken. Wordt het bijvoorbeeld niet nog veel persoonlijker en dus aangrijpender als je zou vermelden dat het over een vioolspeler of een hengelaar of een getuige van Jehova gaat? Maar wellicht is dat dan net weer teveel informatie. Elk van deze persoonlijkheidskenmerken roept mogelijk een te concreet beeld op. Wie violisten sowieso al vreemde mensen vindt, wie niet begrijpt waarom iemand zo nodig vis wil vangen in plaats van zoals iedereen naar de viswinkel te stappen, wie Jehova-getuigen nog het liefst naar een andere planeet ziet verhuizen, wordt misschien net minder aangegrepen door een in die mate gepersonaliseerd bericht.

Neen, dan lijkt leeftijd inderdaad nog niet zo'n gekke keuze. Dat hebben we allemaal met elkaar gemeen. Door de leeftijd mee te geven geef je net genoeg informatie opdat het bericht persoonlijk wordt en net niet teveel opdat je er te snel zou overheen gaan. Het fait divers: dat zit goed in elkaar, dat genre.

Het prentje: William Roberts (1895-1980), Newspapers, 1926.

vrijdag 1 maart 2013

Sociologische fiets


Hoe lang duurt het voor de wetenschap veranderingen in het dagelijkse leven registreert? Wanneer hebben bijvoorbeeld sociologen ontdekt dat er werd gefietst? Wanneer duikt de eerste vermelding van fietsen of fietsers op in de sociaal-wetenschappelijke literatuur? Wie vroege verwijzingen tegenkomt, mag dat altijd laten weten.* Voorlopig is de oudste vermelding van de hand van Max Weber. Na zijn dood verschenen in 1922 de door echtgenote Marianne Weber verzamelde nagelaten essays over samenleving en economie. In die, vermoedelijk tussen het einde van de Eerste Wereldoorlog en Weber's dood in 1920 geschreven stukken, duikt de voorlopig vroegste sociologische fiets op.

Weber -een enthousiast defineerder en klasseerder- probeert het verschil tussen gedrag en sociale handeling en tussen  sociale handeling en betekenisvolle sociale handeling uit te leggen. Hoesten is een vorm van gedrag: een fysiologische reactie. Je hand voor je mond houden als je hoest -nog steeds een goed gewoonte overigens- is een sociale handeling. En nu komt de fiets. Als twee fietsers tegen elkaar botsen, dan is dat het gevolg van sociale handelingen. De discussie die er vermoedelijk op volgt levert ons dan weer betekenisvolle sociale handelingen op.

Zo maakte de fiets zijn intrede in de sociologie. Tenzij iemand een vroegere referentie vindt.

*. Ook andere vroege vermeldingen van fietsen en fietsers - in romans en essays, in filosofische verhandelingen, in politieke traktaten- zijn altijd welkom. Zeer.

Het prentje: Will Robertson of the Washington Bicycle Club riding an American Star Bicycle down the steps of the United States Capitol in 1885.