vrijdag 23 november 2007
De laatste twee sprekers van het Ayapan
Het moeilijkste aan congressen is, voor enigszins schuchtere mensen zoals wij, hoe je de momenten tussen de bedrijven doorkomt. Daar sta je dan, een glas wijn drinkend met mensen die je verder van haar noch pluim kent. Je kunt de presentaties die je die dag hebt gehoord samen overlopen. Je kunt proberen gemeenschappelijke kennissen te vinden waar je over kan roddelen. Met wat geluk vind je allebei X behoorlijk overroepen of Y lang niet meer wat hij is geweest: dat vult al gauw een minuut of tien.
Maar op een bepaald moment kan je niets meer bedenken waarmee je de conversatie nog gaande kan houden. Paniek. Hell is twee mensen die op een receptie tot elkaar zijn veroordeeld en geen gespreksstof meer vinden.
Maar nog erger is wat de laatste twee sprekers van het Ayapan, een variant van de Zoquetaal uit Mexico overkomt. "De twee bejaarde mannen zeggen geen woord meer tegen elkaar", lazen we in de krant (De Standaard, 22.11.07). Ze hebben ruzie en dus dreigt hun taal volledig uit te sterven. Het Mexicaanse Instituut voor de Oorspronkelijke Talen heeft een oplossing: "Het hoopt de taal van de Ayapan te redden door de mannen teksten te laten inspreken op de band, zodat latere generaties daarop kunnen terugvallen".
Dat biedt ook perspectieven voor schuchtere congresgangers. Iedereen brengt zijn bandopnemertje mee en laat die tegen elkaar praten. Onderwijl kunnen de baasjes van de apparaten dan rustig met een glas wijn in een hoekje gaan zitten en een boek lezen. Veel makkelijker.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
3 opmerkingen:
Dat is nu net één van de voordelen van een roker te zijn. Je staat a) samen in de kou/zon (het weer als gespreksonderwerp; kunt zagen over b) de prijs van de sigaretten, c) het ***** rookverbod, d) het feit dat je toch wel had gehoopt dat de laatste spreker korter had gesproken want dat je nicotinepeil aan het zakken was... En ga zo maar door!
Wat denk je: breng ik binnenkort een pakje sigaretten mee?
Roken was effectief ook een houvast voor schuchtere mensen. Als je niets meer wist kon je altijd nog een nieuwe sigaret opsteken.
Mooi trouwens hoe er overal nieuwe gemeenschappen van rokers onstaan. Het rookverbod brengt mensen van alle rangen en standen samen. Je ziet de chauffeur en de directiesecretaresse, de computernerd, de personeelsdirecteur en de kuisvrouw, broeder- en zusterlijk verenigd, kou en regen trotserend, aan de inkom van gebouwen samentroepen rond asbakken.
Roken: vandaag wellicht één van de weinige écht democratische activiteiten. De overheid zou rokers moeten subsidiëren!
Een bijkomend alternatief dat al meermaals (en ook nog gisteren) succesvol bleek te zijn is de zogenaamde "hit 'n run"-stijl. Je zorgt ervoor dat je beschikt over een telefonisch bereikbare handlanger in het congrescentrum. Je peilt en plant wanneer de voor jou relevante sessie er is, en zorgt dat je 5 minuten voor spreektijd toekomt. Iedereen is blij om je toch nog te zien, maar niemand heeft dan tijd.
En uiteraard hou je het bij fruitsap en verdwijnt na de obligate 10 minuten om een boekje in het zonnetje op een bankske te lezen (als het weer het toelaat), of in het dichtstbijzijnde café. Een goed-werkend excuus is dat je voorbereidingstijd nodig hebt voor de volgende sessie. De aanwezigheid van een Ikea in de buurt van een congrescentrum kan ook stimulerend werken trouwens.
Mocht je toch last blijven hebben van plakkende plakkers, dan kan je steeds je toevlucht zoeken tot de "humming" strategie, hier ten lande bijna-geïntroduceerd door H.S. Thompson. Je negeert de andere compleet en zorgt voor negatieve vibraties (door een variant van de boedhistische "Ohm" te neuriën) die je compleet onzichtbaar maken. Zeker het proberen waard.
Een reactie posten