vrijdag 27 december 2013

Huldufólk


Interessant stuk in The Atlantic over de IJslanders die geloven in het bestaan van elven en trollen, ter plaatse Huldufólk of "verborgen volk" genoemd (hier). Blijkbaar vormt dat geloof in elven en trollen de kracht waaruit de IJslanders een groot milieubewustzijn putten. Moeten we, als we de wereld in stand willen houden, dan ook maar best in het verborgen volkje beginnen geloven? We vroegen het aan Reimonda Grijspeerdt (prentje), verpleegster in ruste.

Reimonda, geloven in elven en trollen om de wereld te redden, een goed idee? 
Het is sympathiek, maar toch twee tegenwerpingen. 
Laat horen.
Hoe doe je dat: bewust beginnen geloven in iets waar je eigenlijk niet in gelooft. Je kunt betreuren dat je niet gelooft en je kunt heel erg wensen dat je gelooft, maar tegen je verstandelijke vermogens in bewust besluiten in iets te geloven: niet makkelijk. Ik zie het dus niet op grote schaal gebeuren.
En je had nog een tweede tegenwerping?
En waarom zou het geloof in elven en trollen alleen maar fijne dingen tot gevolg hebben? Stel dat de ene of de andere beweert dat de elven en trollen hem influisterden dat, ik zeg maar wat, alle allochtonen het land uit moeten of dat vrouwen ondergeschikt zijn aan mannen.
Ojee, niet goed. Dan maar zonder het verborgen volkje?
Mensen bedienen zich nu een paar eeuwen, met vallen en opstaan, van de wetenschappelijke methode. Mensen hebben ook veel andere dingen geprobeerd: traditie, geloof, ideologie. Als je ze met elkaar vergelijkt, dan toch liever wetenschap. Mag ik eindigen met een citaat? 
Doe gerust. 
Het komt van de Franse Verlichtingsdenker Destutt de Tracy. Die beschreef in 1802 de wetenschappelijke methode als volgt: “la méthode consiste à observer les faits avec le plus grand scrupule, à n’en tirer des conséquences qu’avec pleine assurance, à ne jamais donner à des simples suppositions la consistence des faits, à n’entreprendre de lier entre elles les vérités que quand elles s’enchaînent tout naturellement et sans lacune, à avouer franchement ce qu’on ne sait pas, et à préférer constamment l’ignorance absolue à toute assertion qui n’est que vraisemblable”. 
Wijze woorden, Reimonda.
Dacht ik ook.

Geen opmerkingen: