Lang rolt, een bol van klank, de knal van 't schot,
Lang rolt, een bol van klank, de knal van 't schot,
bonzend van wand tot wand, 't gebergte rond:het dier, door 't vals onzichtbare gewond,
kruipt, om de rand, in scheef verlichte grot;
en pijnlijk trekt hij met verbrijzeld bot,
hinkend, een smal rood streepje over de grond;
diep, ver van 't bos, waar hij zijn voedsel vond,
daar gaat hij dood in 't donker; en verrot
Hem, die vol toekomst zwerft door wildernis
van jong gevoel, treft soms, die zeker is
van 't goed gemikte woord, in tere plek:
voor 't ongeluk, dat in zijn leven viel,
vlucht hij naar 't ondergrondse van zijn ziel,
en kan niet meer naar boven; en wordt gek.
J. A. Dèr Mouw (1863-1919), Volledig dichtwerk, G.A. van Oorschot , Amsterdam 1986
Het prentje: William Michael Harnett (1848-1892), The Faithful Colt,1890
Geen opmerkingen:
Een reactie posten