maandag 24 maart 2008

Postjes en politiekers


Hoe weet je dat je het debat bijna hebt gewonnen? Als je opponent steeds meer jouw definitie van het probleem begint over te nemen en mee begint te redeneren in termen van de oplossingen die jij voorstaat. In de politiek is dat niet anders. De Italiaanse communist Antonio Gramsci bedacht daarvoor het woord hegemonie. Hegemonie verwerf je als je er in slaagt jouw visie op de zaken door anderen als gezond verstand te doen aanvaarden.

Vanuit dat perspectief zijn de populisten aan de winnende hand. In groeiende mate merk je dat niet alleen de media, maar ook de politici, over politieke functies en posities in termen van postjes beginnen praten. Postjes, moet het nog worden uitgelegd, is een uitermate suggestieve term. Het gebruik van een verkleinwoord drukt uit dat het om iets minderwaardigs gaat. Ernstige mensen, mensen uit één stuk, doen aan politiek omwille van idealen, niet om voor zichzelf één of ander profijt te verwerven, is de boodschap.

Dat populisten in die termen over politieke posities praten is begrijpelijk. Als je per definitie politici voor onbetrouwbaar houdt en er steeds van uit gaat dat ze op het punt staan te bezwijken voor de verlokkingen van de macht, tja, dan kan je alleen maar denken dat het in de politiek uitsluitend om de postjes gaat.

Erger is het wanneer ook de media die terminologie beginnen te hanteren. Meer en meer gebeurt dat zonder dat men zich nog bewust lijkt van de populistische herkomst en suggestieve bijbetekenis van het woord. Politiek gaat over postjes: dat is de boodschap die je de hele tijd leest en hoort. Als je zo naar de politiek kijkt, zie je natuurlijk ook alleen maar dingen waar je cynisch van wordt en bevestig je ook voortdurend dat beeld bij je publiek.

Nog veel erger is het wanneer politici die beter zouden moeten weten, ook die termen in de mond nemen. De Man van Achthonderdduizend Voorkeursstemmen doet dat bijvoorbeeld de hele tijd. Hij benadrukt steeds weer dat het hem niet om de postjes te doen is -de anderen dus wel- en dat zijn regering geen postjesregering is: andere regeringen dus wel.

Nog zo één: tot voor kort hoorde je het woord politieker alleen maar van mensen die geen hoge pet op hadden van de staatszaken. Een politieker was iemand die zich met de publieke zaak bezighield om er zelf beter van te worden. Vandaag lees je de term in de krant steeds vaker wanneer ze eigenlijk bedoelen politicus. Maar zo sluipt wel weer de suggestie binnen: zakkenvullers, stuk voor stuk.

Uiteraard zijn politici ook maar mensen en zijn er nogal wat bij die zich vermoedelijk in eerste instantie laten leiden door de afweging of ze er persoonlijk beter van worden. Het is populisten er evenwel niet om te doen mensen daarvoor te waarschuwen en ze kritische zin bij te brengen. Populisten geven de hele tijd de boodschap: de anderen zijn corrupt, maar wij niet, volg ons!

En net daarom vinden we het behoorlijk eng wanneer de nieuwe premier steeds maar weer herhaalt dat het hem niet om de postjes is te doen en dat hij helemaal niets te maken heeft met de anderen, met de politiekers.

Volg ons, volg ons, volg ons, is dan eigenlijk wat je de hele tijd hoort.

(Op de foto: het graf van Antonio Gramsci, in Rome)

Geen opmerkingen: