zaterdag 7 juni 2008

Genetica gaat langer mee


Naties, leren historici, zijn een grotendeels negentiende eeuwse uitvinding. Als je verder gaat in de tijd stelt bijvoorbeeld de hele notie Vlaanderen niet zoveel voor. Mensen identificeerden zich met hun stad of dorp. Wat er vijftig kilometer verder gebeurde, kon zich net zo goed op een ander continent afspelen. Als je het over die tijden hebt, is spreken over iets als de Vlaamse natie een anachronisme.

Dat zal ongetwijfeld wel zo zijn. Maar wat opmerkelijk is, is dat de mensen die vier- of vijfhonderd jaar geleden in deze streken leefden als twee druppels lijken op nogal wat van de mensen die hier vandaag wonen.

Neem zelf de proef op de som. In het Brusselse Museum voor Schone Kunsten hebben ze een deel van de schilderijencollectie van de Britse koningin te leen. The British Royal Collection toont een vijftigtal doeken, uit de Zuidelijke Nederlanden, uit een periode die loopt van Memling tot Teniers, met werken van ondermeer Metsys, Breugel en Van Dyck.

Veel mooie dingen te zien. Een schitterend rariteitenkabinet van Frans Francken de Tweede, bijvoorbeeld. Maar het opmerkelijkste is die herkenbaarheid. Kijk naar een doek, draai je om en overschouw je medebezoekers: daar zie je zo'n zuinig Memlingmondje, daar een vlezige Rubenskop, daar de blozende konen van Jordaens. Geschiedenis is vluchtig, genetica gaat langer mee.

Is het ook een mooie tentoonstelling? Zeker weten. Het feit dat er slechts een beperkt aantal doeken hangt maakt het ook erg overzichtelijk. Je hebt niet dat opgejaagde gevoel van monstertentoonstellingen: ojee, nog tien zalen te gaan. Je kunt rustig op je schreden terugkeren en, wat zeker bij de Breugels loont, wat langer blijven kijken.

Mensen houden, merk je, nog het meest van schilderijen met flink veel details. Kijk, daar een hond! Kijk, daar gooien ze met sneeuwballen! Kijk, daar staat er één tegen de kerk te plassen! Mensen geven graag hun ogen de kost. Mensen vinden het leuk een verhaal bij de plaatjes te verzinnen. Daarom wordt het ook nooit iets met de niet-figuratieve schilderkunst.

Mevrouw pst. stelde bij het buitengaan een pertinente vraag: zou de Britse koningin af en toe door haar paleis wandelen en haar schilderijen bekijken? Als we mogen voortgaan op de geweldige film The Queen van Stephen Frears zou dat wel eens kunnen tegenvallen. De koningin is wellicht meer een natuur- dan een kunstmens: gezellig de rubberlaarzen aan en de honden uitlaten.

Ook leuk natuurlijk.

(Het prentje: deze hangt ook op de tentoonstelling. Een statieportret van de misschien toch wel een beetje trotse eigenares van de collectie, door Richard Stone geschilderd: Her Majesty Queen Elizabeth II, 1992.)

Geen opmerkingen: