zondag 22 juni 2008

Het leven, een ambacht


Een mooie gedachte in een mooi tweegesprek in de krant van gisteren (De Standaard, 21.06.08). Bart De Wever interviewt Marc Reynebeau. En die laatste ontwikkelt daarin ondermeer volgend idee:

Ik lijk nog altijd bevangen te zijn door het puberale idee: later, als ik groot ben, zal ik dit en dat doen. Maar dat is een overspannen verwachting, die ik tegelijkertijd wil temperen. We worden een beetje gek gemaakt door de veronderstelde nood aan een heroïsch, boeiend en spannend leven. Ik zal de Tour niet winnen en de kernfusie niet uitvinden. Het is misschien goed om als kind zulke ambities te hebben, maar je moet ze op tijd kunnen laten varen. Ik ben bang dat mensen zich ongelukkig maken door te grote ambities te koesteren, en niet na te denken over de situatie waarin ze echt verkeren.

Is die ongelukkig makende gedachte waarover Reynebeau het heeft universeel, des mensens? Is het een erfenis van de romantische tijd: het leven als kunstwerk, de mens als unieke persoonlijkheid? Is het een gevolg van het christendom: het leven dat we leiden is datgene waarop we in het licht van de eeuwigheid zullen worden beoordeeld? Feit is alleszins dat de gedachte sterker is dan onszelf: we willen aan alles zin en betekenis geven, zelfs aan het eigen leven. We stellen ons het leven voor als een project, waarin alles zijn plaats krijgt in functie van de te verwezenlijken doelstellingen.

En dat vloekt. Met het dagelijkse rommelen en prutsen, het onvoorspelbare, het willekeurige, het inerte, het tragische en het komische, het eindige en het beperkte, die ook deel uitmaken van het leven. En dat maakt ongelukkig.

Leven is geen kunst, hooguit een ambacht. Geen roeping, veeleer een beroep. Stielkennis bestaat er in dat door te hebben. Nog Reynebeau:

Een zeker gevoel van onvrede is niet slecht. Maar ik ben een voorstander van cut your losses. Op een bepaald moment moet je beseffen dat het er echt niet meer van zal komen. Maar de herinnering aan gemiste kansen blijft wel hangen. Fatalisme heeft te maken met de aanvaarding van de mislukking. Ik verzet mij niet tegen het falen, het is gebeurd. Dat is een vorm van energiebesparing: ik ga mij niet meer opwinden over zaken die ik niet meer kan winnen.

Wel grappig dat de zelfverklaarde progressief Reynebeau dat moet uitleggen aan de zelfverklaarde conservatief De Wever.

Goed gesprek. Moesten ze eens vaker doen.

(Het prentje: de start van Tour de France van 1954 in Amsterdam. Die hebben we ook al niet gewonnen. Collectie AHF / Ben van Meerendonk - IISG, Amsterdam)

Geen opmerkingen: