donderdag 26 juni 2008

Puntenkoers der naties


Waar we heel erg moe van worden is die puntenkoers der naties waarmee ze ons voortdurend om de oren slaan. Luxemburg steekt België voorbij inzake spuitwaterverbruik! Zwitserse bejaarden kunnen, bewijst onderzoek, langer op één been rondspringen dan hun Belgische leeftijdgenoten! In Letland eten de kinderen vroeger bloemkool dan bij ons! Deense loketbedienden snelste pakjesmakers van de Europese Unie! Dat soort dingen.

Absolute flauwekul. Het enige wat dat internationale getel en gevergelijk oplevert is rusteloosheid en dadendrang. Editorialisten schrijven verontwaardigde stukken in de krant. Waarom worden de Belgische stroopwafelfabrikanten afgetroefd door hun collega's uit Finland en Moldavië? Hoe komt het dat Hongaarse driejarigen veel beter vingerverven dan onze kleuters? Wat zegt de minister daarop?

En wat doet zo'n politicus dan? Die belooft beleid. Cijfers verzamelen. Statistieken. Een inhaaloperatie. Maatregelen.

Als je begint te vergelijken kan je alleen maar ongelukkig worden. Altijd is er wel iemand die op één of ander criterium beter scoort. Ongeveer het eerste wat we onze kindjes leren: het is niet omdat Gijsje in het water springt dat jij dat ook moet doen. Logisch toch? Behalve, blijkbaar, wanneer het over naties gaat: dan is vergelijken goed voor ons. Dat houdt ons scherp. Flauwekul. Zenuwachtig: dat worden we er van.

De Standaard vergelijkt al een hele week Vlaanderen en Nederland. Vandaag bleken ze onbedoeld grappig. Op het ene blad lees je waarom de Nederlandse universiteiten zoveel beter zijn. Omdat ze niet hiërarchisch zijn, omdat kritisch denken wordt gewaardeerd, omdat je buiten de vakjes mag kleuren. Op het volgende blad leggen ze uit dat het Vlaamse secundaire onderwijs superieur is. Waarom? Omdat er hier hiërarchie heerst, omdat we namen van koningen en hoofdsteden van provincies moeten van buiten leren, omdat er discipline wordt bijgebracht.

Herlees die laatste zinnetjes. Inderdaad: de verklaring voor de zogeheten achtersstand van Vlaamse universiteiten ligt, yep, in de manier waarop we ons secundair onderwijs organiseren.

Okee. Dat geven we dan onmiddellijk toe: een enkele keer is vergelijken best wel leuk. Een enkele keer.

Geen opmerkingen: