"Liefdadig en edelmoedig, buitengewoon werkzaem van aerd en vernuftig in uitvindingen. Ook zyn zy spaerzaem, doch niet gierig; zeer vrolyk, doch bedaerd, en sterk gehecht aan voorvaderlyke zeden en gebruiken. Om zyne openhartigheid, zynen vriendelyken en ongekunstelden omgang, wordt den Gentenaer door den vreemdeling zelven den eernaem gegeven van vrymoedigen en rondborstigen Gentenaer."Het prentje: "Gezichten in Holland en België, naar teekeningen op de plaats zelve vervaardigd, door W.H. Bartlett, met historische en plaatselijke beschrijving van N.G. van Kampen", Amsterdam, G.J.A. Beijerinck, circa 1840.
Judocus Jan Steyaert, Volledige Beschryving van Gent, Gent 1838.
donderdag 2 december 2010
De Gentenaar
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten