dinsdag 6 augustus 2013

Oogstmaand


Oogst

Scherp snijdt het zwoegend ijzer der gedachte
Door d' akker van den geest de lange voren,
Diep laat de hoef van os en paard zijn sporen
Erin getrapt: de duisternis der nachte
En 't zonlicht gaan er over, wisslend zachte
En teistrende getijden, scherp gevroren
Of gloênde droogt', en woeste vlagen storen
Zich aan geen zaaiers dankbre vreugd of klachte.
Dan wekt van binnen 't splijten, kiemen, groeien,
Tot weer de akker leven gaat en bloeien;
Gedachtenoogst bedekt de vruchtbre kluiten.
Maar wat de zangerige vogelkoren
Er hupplend tsjielpten in de zwarte voren,
Dat komt als oogst van liedren er onstpruiten.


Uit: Carel Vosmaer (1826-1888), Gedichten, 1882.

Het prentje: Simon Bening (1483-1561), Augustus, minitiatuur uit een Vlaams Getijdenboek, eerste helft zestiende eeuw.

Geen opmerkingen: