vrijdag 29 november 2013

Rijnlands


Wat we nooit zullen weten: hoe Marx eigenlijk klonk. Onwillekeurig schrijf je Karl Marx een stem toe die past bij diens Oud-Testamentische uitstraling. Bij zo'n profetenbaard hoort een stem als een bronzen klok: diep, warm, sonoor. Een stem die moed geeft, die massa's in beweging brengt, die de zekerheid van de eigen overtuiging en van de revolutionaire eindzege uitdrukt. Dat soort stem.

Maar dat zullen we dus nooit weten.

In een recente biografie brengt historicus Jonathan Sperber de nogal ontluisterende boodschap: Marx was geen goed spreker. Sperber, die alles heeft gelezen wat Marx schreef en wat de tijdgenoten over hem schreven, concludeert dat Marx en petit comité weliswaar heel erg overtuigend en meeslepend kon zijn, maar in grotere gezelschappen niet zo'n beste indruk maakte. Marx werd daarbij niet geholpen door zijn stemgeluid. Marx lispelde. Bovendien sprak Marx met een zwaar Rijnlands accent.

Misschien hadden we dat liever niet geweten.

Het prentje: Marx en echtgenote Jenny von Westfalen, vrolijk op stap met kleine Jenny en met -uitblazend op de bank- oom Friedrich Engels. En dan denk je aan dat gelispel en dat Rijnlandse accent en is de lol er af.

Geen opmerkingen: