vrijdag 17 januari 2014

Zesdaagse


Het voordeel van opgroeien in de socialistische zuil was dat je de betere muziek meekreeg. Van huis uit christelijke lezers zullen nu inbrengen dat de christenen toch maar mooi Bach hadden en al die fijne gregoriaanse gezangen. Laten we wel wezen, christelijke vrienden: daar merkte je opgroeiend niet zo verschrikkelijk veel van. Het gaat om de liedjes waarmee je binnen de jeugdbeweging aan de slag ging. Veel verder dan het voor zich sprekende Potteke-met-vet leek het nooit te gaan, als je onderweg al eens jonge christelijke bewegers tegenkwam. Vermoedelijk brave mensen, maar geen gevoel voor muziek.

Neen, dan wij. Wij zongen, zonder dat we het beseften, Kunst. Het (weliswaar vertaalde) wonderschone Solidaritätslied bijvoorbeeld, dat later van Hans Eisler en Bertold Brecht bleek te zijn. Eat that, christelijke vrienden: (muziekje).

De versie van het Solidariteitslied die je hier hoort is de oerversie uit 1931, gezongen door Ernst Busch, de allerbeste Brecht-Weill-Eisler vertolker ooit. Als je deze uitstekende Ernst Busch-verzamelaar tegenkomt: kopen. Kunst!

Nog eentje daaruit: Sechtstagenrennen (muziekje). De linkerzijde vond zesdaagsen destijds het symbool van de vervreemde arbeid: zes dagen rondjes rijden, und kein Einzger weiß, warum!*

Het prentje: de Zesdaagse van Berlijn, februari 1932.

* (Om eerste te eindigen en de koers te winnen, tiens!)

Geen opmerkingen: