De enige reden waarom je een
Bazooka uit de automaat draaide was omdat je er vrij indrukwekkende kauwgombellen mee kon blazen. Voor de rest was alles aan Bazooka immers redelijk tegenvallend. Het rechthoekige kauwgomtablet zag er zelfs naar jongensmaatstaven ongezond roze uit, de structuur was veeleer brokkelig en kreeg pas na veel kauwen de voor het blazen benodigde soepelheid, de smaak was verwant aan die van vloeipapier. (Elke schooljongen wist destijds hoe vloeipapier smaakte: de beste proppen -die, zoals de bedoeling was, tegen muur of plafond van klaslokaal bleven kleven- kauwde je op basis van vloeipapier. Vandaar)
Alles viel dus tegen aan Bazooka: zelfs de bij de kauwgom geleverde
Bazooka Joe prentjes -in vieren geplooid, gedrukt op een soort boterhammenpapier- leken nergens op. Niet mooi getekend, slecht gedrukt, lelijke kleuren, geen duidelijk verhaaltje vertellend, geen herkenbare grap, gewoon
stom.
Honderd jaar later krijg je per toeval die Bazooka Joe-prentjes opnieuw onder ogen. Die eertijds
stomme prentjes geven nu blijk van een soort absurde humor waarmee je zelfs vandaag nog onder de mensen kunt komen. Bazooka Joe: welgemeende excuses.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten