Gisteren overleden, Wislawa Szymborska, Nobelprijswinnaar literatuur 1996, vooral gekend als dichteres. Haar mooiste werk -althans voor liefhebbers van het boek in al zijn verschijningsvormen- is wellicht dit: Onverplichte lectuur, oorspronkelijk in het Pools verschenen in 1975 en in 1998 in het Nederlands vertaald door Gerard Rasch. Korte besprekingen van alle mogelijke soorten boeken: klassiekers, kunstboeken, geschiedenisboeken. Maar ook boeken die normaal nooit worden besproken: een handleiding voor het bouwen van een terrarium, een leerboek voor wie zelf zijn kamer wil behangen, het Poolse statistische jaarboek.van 1969. En in één van die besprekingen lees je dit fijne eerbetoon aan het edelste tijdverdrijf, het lezen van boeken:
"Heel ouderwets vind ik het lezen van boeken het mooiste vermaak dat de mensheid heeft uitgevonden. De homo ludens danst, zingt, gebaart en poseert, hij dost zich uit, zit aan bij de feestdissen en voert ingewikkelde ceremonieën uit. Het gewicht van deze vermaken onderschat ik niet - zonder deze zou het mensenleven voorbijgaan in een onvoorstelbare monotonie en zonder enige samenhang. Maar dat zijn allemaal gemeenschappelijke handelingen, waaromheen een meer of minder voelbaar zweem van collectieve exercitie hangt. De homo ludens met het boek is vrij. In elk geval zo vrij als hij kan zijn. Hij maakt zelf de spelregels, gehoorzaam en alleen aan zijn eigen nieuwsgierigheid. Hij mag zowel wijze boeken lezen waaruit hij iets leert, als domme boeken, want die vertellen ook iets. Het staat hem vrij het ene boek niet uit te lezen, en met het andere aan het eind te beginnen en achteruit te gaan naar het begin. Hij mag zitten giechelen bij passages waar dit niet de bedoeling was of opeens stilhouden bij woorden die hem zijn hele leven zullen bijblijven. En tenslotte staat het hem vrij -wat geen enkel vermaak hem biedt - te luisteren naar wat Montaigne betoogt of even een duik te nemen in het Mesozoïcum."
Geen opmerkingen:
Een reactie posten