dinsdag 15 juli 2014

Drijfhouten huis


Drijfhouten huis

In zijn gevecht tegen de bierkaai
bouwt hij zijn huis, plank na plank
dag na dag, met wat de zee hem bracht

Latwerk, zelden waterpas, houdt het vensterglas
zo’n beetje vast, de treden op hun plaats,
geen timmerman die het hem na zou doen
zo schots,
zo scheef

Zijn huis is een verslag over hoe het gisteren was
met een mogelijke uitbouw naar vandaag,
spijkers glinsteren in het gras

De dagelijkse oogst aan drijfhout bepaalt
hoe het verder gaat en hoe het morgen staat
een brandtrap of een nieuw hiaat

Want soms breekt hij iets af omdat het
anders gaat en drijfhout, eenmaal opgeraapt
en meegenomen, moet worden ingebouwd.


Uit: J. Bernlef, Alles teruggevonden/Niets bewaard. Gedichten, Querido, Amsterdam, 1982.

Het prentje: Philip Mechanicus, J. Bernlef bij beeld van Joost van den Vondel, z.j.

Geen opmerkingen: