donderdag 10 januari 2008

Het wonder van de winkelwagentjes


Vijftig jaar geleden opende de eerste supermarkt van het land zijn deuren: op het Flageyplein in Elsene. Dat herdenken ze vandaag, net om de hoek, met een bescheiden maar best boeiende tentoonstelling. Veel nostalgie en jeugdsentiment natuurlijk: oh kijk, zulke kopjes hadden we thuis ook en daar, die blikken stroop, herinner je je die nog? Het verdient dan ook aanbeveling om uitsluitend met mensen uit je eigen leeftijdsgroep te gaan, kwestie van zelfrespect en zelfbehoud.

En hebben we ook iets geleerd? Ja, hoor. Over hoe we destijds de Amerikanen op kosten jaagden en over het wonder van de winkelwagentjes.

Toen de Amerikanen destijds het concept van de supermarkt aan ons probeerden te verkopen botsten ze op een probleem waar ze niet aan hadden gedacht. De Belgen betrouwden het niet. Was dat allemaal wel proper, zo'n winkel waar iedereen overal met zijn tengels kan aanzitten? Het gevolg was dat de spliksplinternieuwe hypermoderne supermarkten, waar alles kraaknet was en blonk en schitterde, zich verplicht voelden grootse informatiecampagnes op te zetten om uit te leggen dat bij hen alles echt wel voldeed aan de Strikste Normen van de Hygiëne en dat er regelmatig controles plaatsvonden door Officiële Instanties.

En dat terwijl die Belgen zonder verpinken groezelige buurtwinkeltjes bezochten waar wat ze kochten in het beste geval in een oude krant werd gerold en waar ze nog nooit een inspecteur van volksgezondheid hadden gezien. Hadden we daar die Amerikanen even mooi liggen!

Het wonder van de winkelwagentjes dan. Het winkelwagentje werd uitgevonden in 1937 en zag er toen, leer je op de tentoonstelling, net zo uit als de winkelwagentjes die we vandaag gebruiken. Dat kom je zelden tegen: een voorwerp dat van de eerste keer precies is zoals het moet zijn. Winkelwagentjes voldoen dan ook perfect aan de Drie Universele Wetten van Goede Design. Eén, het voorwerp in kwestie suggereert zelf wat je er kan mee doen. Twee, het doet wat het moet doen en niets meer of minder. Drie, je kan het niet kapotmaken of verkeerd gebruiken. Hoed af voor de mensen die dat eerste wagentje bedachten.

Meer over goede en slechte design lees je bij Donald A. Norman in The Design of Everyday Things, Basic Books, New York, 2002.

Geen opmerkingen: