zondag 23 maart 2008

Een groene dwerg in een ver zonnestelsel


Het geloof is een hele troost voor nogal wat mensen. Het geeft antwoord op de grote vragen des levens, geeft houvast in bange dagen, houdt kinderen van de straat en mannen weg van kroegen en slechte vrouwen. Dat is allemaal geweldig. Maar het blijft natuurlijk ook wel geloof: dingen voor waar aannemen zonder bewijs.

In regel loopt onze samenleving niet zo hoog op met mensen die dingen voor waar aannemen zonder bewijs. Wie beweert 's nachts groene mannetjes te hebben zien landen, wie er van overtuigd is Napoleon te zijn, wie bij het verlaten van de winkel beweert te hebben betaald voor de cd's die in zijn jaszak zitten, maar geen kassaticketje kan voorleggen: voor al dat slag mensen zijn er speciale instellingen en diensten voorzien om ze weer op het rechte pad te helpen. Behalve voor wie in god gelooft. Dan verdien je respect.

Waarom eigenlijk? Waarom moeten wij niet-gelovigen gelovigen respecteren? Je kunt het erg vinden voor die mensen, je kunt hun stugge volharding bewonderen, je kunt je hoofdschuddend afvragen of dat allemaal wel mag als er minderjarigen in de buurt zijn. Dat zijn allemaal te begrijpen sentimenten. Maar waarom moet je respect opbrengen voor iemand die gelooft dat er hoog boven de wolken een god woont die er nauwlettend op toekijkt dat we geen varkensvlees eten of dat we, met de woorden van Gerard Reve, onszelve niet in eenzaamheid beroeren?

Louter pragmatisch kan je begrijpen waarom we de gelovigen hun vooroordelen moeten laten. Als je ze tot beter inzicht probeert te brengen, draaien ze misschien helemaal door. Dan komen ze wellicht de straat op en dreigen ze ermee zichzelf en, belangrijker, onschuldige omstaanders om het leven te brengen. Als gelovigen met niet erg veel zijn is dat niet zo'n punt. Dan noemen we ze een secte en dan moeten we niet breeddenkend zijn: dan is het een zaak voor de politie. In het andere geval, dan maar respect. Prima hoor, dat geloof van jullie, en jullie maken er nog zo'n leuke muziek bij ook!

Ongelovigen, laten we niet rond de pot draaien, hebben gewoon gelijk. Er is geen enkele reden om te geloven dat de wereld niet meer is dan een stofje onder de vingernagel van een groene dwerg in een ver zonnestelsel, dat op zijn beurt slechts een vlek is op het behang in een postkantoor in plattelandsgemeente in nog een ander universum. Er is even weinig bewijs voor het geloof van christenen, joden, hindoe's en mohammedanen. Geloven is eigenlijk een beetje dom. Maar goed, alle begrip er voor.

Maar we trekken de grens bij gelovigen die ons komen vertellen dat we niet mogen doodgaan wanneer we willen. Die vinden dat we, en nu citeren we de anders altijd erg beminnelijke kardinaal Danneels, door zomaar uit het leven te stappen, niet antwoorden op het probleem van lijden en dood. En wat moeten we dan wel doen, kardinaal? Waarom zou het onvermijdelijke lijden dat ons overkomt, niet door liefde vruchtbaar kunnen worden voor de hele wereld, Hem achterna?

Inderdaad. Danneels, vriend: zelf mag je, als je dat wil, wanneer het zo ver is, lijden zoveel jou leuk lijkt. Je mag op dat moment vruchtbaar worden door liefde en je mag, wat ons betreft, Hem achterna. Doe maar. Geen punt. Maar laat ons gerust met dat soort prietpraat. Silly bugger.

Om af te sluiten een stichtelijk filmpje. Een klassieker van Monthy Python: het erg mooie lied Every Sperm is Sacred, uit The Meaning of Life. Neem er rustig je tijd voor, het is per slot van rekening vandaag Pasen. Urbi et orbi!

1 opmerking:

anonimuis zei

Hehe.... nu pas tijd gehad om je blog te lezen. Wat een wonderbaarlijk statement!!