zaterdag 26 juli 2008

Weg van Waregem


Omdat de Grondhopper nog zoveel mogelijk Belgische stadions wil bezoeken vooraleer hij definitief naar Amerika vertrekt, zakten we gisteren af naar Waregem. Daar ontving het plaatselijke Racing -Rassing zeggen de inboorlingen- de buren uit Torhout.

Waregem is één van die plaatsen waar je niet komt als je er niet moet zijn. Dat weten ze daar ook, want ze maken het bezoekers niet makkelijk. Bussen rijden er niet na zessen, dus leek het er even op dat we de lange tocht naar het stadion te voet zouden moeten afleggen. Omdat we daar niet zo'n vertrouwen in hadden, spraken we op de Grote Markt een stelletje vriendelijk ogende alternativo's aan. Die vertelden dat de afstand nog groter was dan we dachten -het leken ook niet echt wandelaars- en dus lieten we op hun aanraden een taxi bellen. De taximan bleek al evenzeer onder de indruk van het feit dat we helemaal naar de andere kant van de gemeente wilden. In Waregem zijn de afstanden mentaal groter, denken we.

Voetbal lijkt wel gemaakt voor warme zomeravonden. Het veld van Racing Waregem ligt tussen de akkers. Naast het B-terrein waarop de wedstrijd werd gespeeld graasden blonde koeien in de ondergaande zon. Idyllisch. Maar dat vonden de spelers op het veld niet. Wat uiteindelijk een vrijblijvend vriendenwedstrijdje moest worden, leek tegen het einde van de eerste helft te ontaarden in een ordinaire knokpartij.

Een speler van Waregem zou -die fase hebben we gemist- één van Torhout met de vinger in het gelaat hebben geprikt. Dat is in die streken een gruwelijke belediging, denken we, want die van Torhout repliceerde met een vuistslag recht op de neus van de Waregemnaar. In geen tijd bemoeiden alle spelers zich met het incident. Net toen we dachten: dit komt nooit meer goed, slaagde de scheidsrechter er, samen met wat oudere spelers van beide ploegen, toch in de boel te bedaren.

Dachten we. Want toen de scheidsrechter daarna opnieuw de beide boosdoeners bij zich riep, haalde plots de Torhoutenaar, die inmiddels al een bloedneus had, met een directe rechtse uit en sloeg zijn oorspronkelijke aanvaller nog eens vol in het gelaat. Weer heisa. De twee spelers werden weggestuurd, waarna ook een aantal supporters elkaar begon af te dreigen. Licht ontvlambaar volkje, besloten we. Zelf dachten ze daar, bleek tijdens de pauze, anders over. De supporters van beide ploegen besloten eensgezind dat het allemaal de schuld van de scheids was. Die had maar sneller moeten ingrijpen. Zo zijn wij Vlamingen helemaal: het is nooit onze schuld. We timmeren iemand op z'n neus, maar dat komt omdat niemand ons tegenhield. Kunnen wij niet aan doen. Toch?

De rest van de wedstrijd? Ook heel erg Vlaams: stug verdedigen. De beide teams hadden in de voorbereiding duidelijk veel theorieles gekregen over positiespel. Iedereen liep op het veld dan ook de hele tijd op elkaar te roepen: alleen, aansluiten, controleren. Die van Waregem huldigden het principe dat als de tegenspeler de bal heeft, je minstens met negen moet verdedigen. Gelukkig hadden ze een goede aanvallende middenvelder die behoorlijke counters kon opzetten, maar die strandden dan weer op de negen verdedigers van Torhout. Er werd misschien drie keer echt op doel geschoten, voor de rest werd er heel erg kort op elkaar gespeeld en alles muurdicht gemetseld. Toch twee doelpunten gezien: een penalty en zo'n typische frommelgoal.

(Op de sites van Rassing en van Torhout staan ook wedstrijdverslagen. Aan het geknok worden geen woorden vuil gemaakt: in de streek zijn ze duidelijk meer gewoon.)

Op de terugreis voerde dezelfde taximan ons naar het station. Hij vroeg of we scouts waren. Heel even speelden we met de gedachte de man toe te vertrouwen dat we voor Een Grote Club een Lokaal Talent kwamen scouten. Maar dat leek ons niet fair tegenover de brave mensen van Waregem en dus vertelden we maar van Grondhopper's Queeste. Toch ook een mooi verhaal.

Terug in het station merkten we op het perron opnieuw onze oude vrienden op, de twee jongens die ons eerder een taxi hadden aangeraden. Nu gingen ze in een bont gezelschap fuiven in Gent. Onze vrienden vertrouwden ons toe dat je het als aanhanger van underground -die term, dachten we, werd voor het laatst in die betekenis gebruikt in 1975- niet makkelijk had in Waregem. Dat merkte je ook aan de samenstelling van de groep: de ene zag er uit als een surfrocker, de andere was punk, een derde deed aan hiphop en anderen zweerden bij metal. Bij gebrek aan eigen subcultuur klitten alle undergrounders dan maar samen.

Naarmate het uur vorderde werd het perron steeds voller. Allemaal jonge mensen die weg wilden van Waregem.

Begrijpen we helemaal.

(Het prentje: de Grote Markt. Het is er inmiddels wel wat veranderd)

Geen opmerkingen: