maandag 11 augustus 2008

Blond zijn is ook niet makkelijk


Vandaag lezen we in de Gazet van Antwerpen -altijd een goeie bron om kennis te nemen van lopend wetenschappelijk onderzoek- dat ook Darwin zich het hoofd brak over de fundamentele kwestie why gentlemen prefer blondes, but marry brunettes.

Blonde dames konden ook in Darwins tijd rekenen op meer dan gewone belangstelling van de heren. Toch bleven ze -althans die indruk leefde- vaker ongetrouwd. Hoe kon dat? Darwin correspondeerde over die vraag met ene John Beddoe, een arts die onderzoek had verricht naar de haarkleur van vrouwelijke patiënten en daaruit concludeerde dat brunettes veel vaker een echtgenoot en kinderen hadden dan blondines. Beddoe wou van Darwin horen hoe dat kwam.

Helaas moest ook de grote Darwin het hoofd buigen. Nochtans had hij zijn best gedaan. Darwin riep, aldus het bericht in de krant, de hulp in van een arts in een ziekenhuis te Bristol die hem cijfermateriaal moest bezorgen. Ook zoon George werd ingeschakeld om die gegevens te analyseren. Maar het mocht niet baten. Zoals Darwin schreef in een hoek van de laatste brief die hij daarover van Beddoe ontving. “Ik moet deze zaak laten vallen”.

Hoe ver staat de wetenschap inmiddels? Dat mannen een voorkeur voor blondines vertonen is wel vaker in wetenschappelijk onderzoek aangetoond. Over of die, desondanks, vaker vrijgezel blijven hebben we nooit cijfers gezien. Maar recent lazen we bij Robert H. Frank wel een verklaring waarom het ons niet zou moeten verbazen zo dat effectief wel het geval zou zijn.

Frank is een econoom en kijkt dus met enige nuchterheid naar de huwelijksmarkt. Bewust of onbewust geven we onszelf en potentiële huwelijkskandidaten punten, meent Frank. Sommige mensen lijken een bijzonder goede partij, omdat ze mooi zijn, jong, gezond, slim, grappig en rijk. Laten we die mensen negens noemen. Naarmate mensen minder van de bovenvermelde eigenschappen bezitten scoren ze lager. Ze zijn zesjes of zevens.

Laten we er van uitgaan dat, als het werkelijk zo is dat mannen blond geweldig belangrijk vinden, dat één van de eigenschappen is op basis waarvan je een negen scoort. Waarom willen dan niet alle mannen liefst een blonde partner?

Omdat, in het algemeen gesproken, blond zijn dames van jongsaf een voordeel biedt. Daardoor zullen zij -of hun ouders- minder de nadruk leggen op de ontplooiing van andere talenten. Iedereen vindt blonde meisjes schattig. Blonde meisjes zullen zich, in het algemeen, minder moeten inspannen om sociaal aanvaard te worden of hun weg te vinden in de samenleving.

Maar dat speelt, als ze later op de huwelijksmarkt komen, in hun nadeel. Mannen gaan er gemakshalve van uit dat een blonde vrouw, behalve haar haarkleur, niet zoveel te bieden heeft. Andere talenten heeft ze immers nooit hoeven te ontplooien, denken ze. Als ze de puntentelling maken van eventuele huwelijkskandidaten weegt die negen voor haarkleur plots in het nadeel van de dames in kwestie: automatisch krijgen ze lagere scores toebedeeld op andere dimensies. Daarom scoren blondines slechter dan brunettes. Ze huwen onder hun niveau of raken zelfs helemaal niet van de straat. Bijzonder onrechtvaardig, natuurlijk.

Blond zijn is, laat het een troost wezen voor blondines én brunettes, dus ook niet altijd makkelijk.

Geen opmerkingen: