dinsdag 12 augustus 2008

Zo is Boris dus niet


Wij vinden Boris Johnson steeds sympathieker. De enigszins flamboyante Londense burgemeester (op de foto: de achterkant van zijn hoofd) wist vorig jaar ons hart al te stelen met zijn geweldige boek over de Romeinen (genomineerd voor de almaar kleiner groeien-literatuurprijs 2007).

Wat ons nog meer voor hem innam was dat Johnson, na zijn verkiezing, even non-conformistisch bleef. Recent kon je op zijn weblog bijvoorbeeld een stukje lezen over waarom je als Brit beter niet op vakantie ging in eigen land:

Some time before the end of August, I will grab a week’s leave, like a half-starved sealion snatching an airborne mackerel, and whatever happens, that leave will not be taken in some boarding-house in Eastbourne. It will not take place in Cornwall or Scotland or the Norfolk Broads. I say stuff Skegness. I say bugger Bognor. (...) As I prepare for my last-minute booking, I consider it my patriotic duty to find a destination as sunny and foreign as possible.

Elk ander politicus zou in zijn broek doen bij de gedachte alleen al. Iets controversieels zeggen over plekken waar kiezers wonen! Je eigen land niet het allermooiste ter wereld vinden! De burger tegen de haren instrijken! Zo is Boris dus niet.

Vandaag nog leuker. Johnson erfde van zijn voorganger Livingstone de volgende Olympische Spelen. Tijdens de verkiezingscampagne stond Johnson al behoorlijk sceptisch tegenover de plannen: te duur, te groots, te veel wishful thinking. Vandaag als burgemeester, lees je in de krant, blijft Johnson bij dat standpunt. Boris maakt zich zorgen over de geplande infrastructuurwerken. Hij betwijfelt of de bouw van ondermeer een olympisch dorp of een wielerpiste op lange termijn waardevol is en wil er zeker van zijn dat alles wat gebouwd wordt, de komende vijftig jaar nuttig kan gebruikt worden.

Een andere burgemeester zou dromen van jobs, van toeristen, van subsidies, van mega-bouwwerken, van photo opportunities met sportlui en wereldleiders en dus ten allen prijze de Olympische bobo's tot vriend willen houden. Zo is Boris dus niet.
Goed dat tenminste iemand die Olympische windbuilen niet de hele tijd naar de mond praat.

(We gaan nog even door met fulmineren. U mag gerust in tussentijd een koffietje gaan drinken.) Ha! De idioten van het Internationaal Olympisch Comité die dachten dat, door de Spelen aan China te geven, het regime zijn greep op de samenleving zou lossen. Dat ze journalisten overal hun gang zouden laten gaan. Dat er geen censuur zou zijn. Dat ze netjes spreektijd zouden geven aan dissidenten.

Zo'n regime laat niets aan het toeval over. Lees even dit hartverscheurende bericht in de New York Times van vandaag. Het schattige meisje dat tijdens de Openingsceremonie zo mooi zong over het Moederland zong niet. Het meisje waarvan we de stem hoorden was niet fotogeniek genoeg, aldus het regime. Dus moest ze uit beeld blijven.

Zo zijn dat soort regimes. Zo is Boris dus niet.

Geen opmerkingen: