zaterdag 29 november 2008

Thanksgiving Day


Eerder deze week vierden de Amerikanen Thanksgiving Day. Dan wordt er kalkoen gegeten en pompoentaart en maïskolven en wat al niet. En de volgende dag, op Black Friday, wil de traditie, wordt er als gek gewinkeld. Dan zijn er in de grootwarenhuizen speciale aanbiedingen, als gevolg waarvan reeds voor dag en dauw voor de winkeldeuren lange rijen kooplustigen klaar staan om de slag van hun leven te slaan.

Maar deze keer liep het mis. In New York vertrappelde een iets te enthousiaste massa koopjesjagers een winkelbediende van Wal-Mart, die het ongeluk had de deuren te moeten openen voor de enigszins losgeslagen consumentenmeute. Hier lees je er alles over.

En omdat ze deze morgen op de radio een beetje flauw deden, doen wij zo meteen op onze beurt ook flauw. Op de radio werd dit incident aangegrepen om nogal wat onfraaie dingen te zeggen over het kapitalisme en de markteconomie. Die appelleerden, vernamen we, aan onze slechtste instincten. Koekak, vinden wij.

Omdat nooit eens iemand de markt in bescherming neemt doen we het dan maar zelf. Thanksgiving, beste vrienden, herdenkt eigenlijk het feit dat alternatieven voor de markt niet werken. Dat leggen we even uit.

Wat gedenken de kalkoenetende Amerikanen precies? Dat de eerste kolonisten, na een vreselijke periode, voor het eerst een goede oogst hadden, waarvoor ze de Heer dankten. Vandaag komt daar nog het politiek-correcte verhaaltje bij dat ze die goede oogst eigenlijk dankten aan de Indianen die hen leerden maïs te verbouwen. De realiteit is, leert economisch onderzoek, helemaal anders.

De kolonisten in kwestie experimenteerden de eerste jaren met een vorm van communisme. Dat liep faliekant af. Pas nadat ze de gronden in privé-bezit verdeelden was er overschot en viel er iets te vieren.

In 1620 Plymouth Plantation was founded with a system of communal property rights. Food and supplies were held in common and then distributed based on equality and need as determined by Plantation officials. People received the same rations whether or not they contributed to producing the food, and residents were forbidden from producing their own food. Governor William Bradford, in his 1647 history, Of Plymouth Plantation, wrote that this system was found to breed much confusion and discontent and retard much employment that would have been to their benefit and comfort. The problem was that young men, that were most able and fit for labour, did repine that they should spend their time and strength to work for other men’s wives and children without any recompense. Because of the poor incentives, little food was produced.

Faced with potential starvation in the spring of 1623, the colony decided to implement a new economic system. Every family was assigned a private parcel of land. They could then keep all they grew for themselves, but now they alone were responsible for feeding themselves. While not a complete private property system, the move away from communal ownership had dramatic results.

This change, Bradford wrote, had very good success, for it made all hands very industrious, so as much more corn was planted than otherwise would have been. Giving people economic incentives changed their behavior. Once the new system of property rights was in place, the women now went willingly into the field, and took their little ones with them to set corn; which before would allege weakness and inability.

Once the Pilgrims in the Plymouth Plantation abandoned their communal economic system and adopted one with greater individual property rights, they never again faced the starvation and food shortages of the first three years. It was only after allowing greater property rights that they could feast without worrying that famine was just around the corner.


Of zoals Adam Smith ons voorhield: "It is not from the benevolence of the butcher, the brewer, or the baker, that we expect our dinner, but from their regard to their own self-interest."

(Het prentje: het graf van Adam Smith, ook in Edinburgh. Een piepklein bronzen plakketje en wat gekleurde kiezelstenen in een grasveldje. Geen mausoleum of protserige gedenksteen of wat dan ook. Mensen houden niet van de markt en van wie de markt prijst, zoveel is duidelijk.)

Geen opmerkingen: